Hoofdstuk 2 inkoopprijs en verkoopprijs deel2 1E

Financiën en administratie  


Hoofdstuk 2 - inkoopprijs en verkoopprijs
1 / 15
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMBOStudiejaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Financiën en administratie  


Hoofdstuk 2 - inkoopprijs en verkoopprijs

Slide 1 - Slide

Planning 
  •  Instructie H2 
  • klassikale  opdracht  
  • Zelfstandig werken opdrachten  

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  1.  De student kan de brutowinstopslag berekenen. 
  2. De student kan de brutowinstmarge berekenen. 

Slide 3 - Slide

Herhaling Brutowinst 
Brutowinst: Het verschil tussen de verkoopprijs en inkoopprijs. 

Twee methodes: Brutowinstopslag en brutowinstmarge. 

Slide 4 - Slide

Brutowinstopslag

  • Brutowinstopslag: is de brutowinst uitgedrukt als percentage van de inkoopprijs.  

Formule:
  • Inkoopprijs : 100 x ..% = brutowinstopslag

Slide 5 - Slide

Brutowinstopslag
Netto inkoopprijs
100%
100%
+Brutowinstopslag
+ 10%
 X%
Nettoverkoopprijs
110%
100% + X%
Bij brutowinstopslag is de netto inkoopprijs ALTIJD 100%
De nettoverkoopprijs is ALTIJD meer dan 100%

Slide 6 - Slide

Brutowinstmarge
  • De brutowinstmarge is de brutowinst uitgedrukt als percentage van de verkoopprijs
    Formule: 
  •  Verkoopprijs : 100 x ...% = brutowinstmarge


Slide 7 - Slide

Brutowinstmarge
Netto inkoopprijs
60%
100% - X%
+Brutowinstmarge
+ 40%
X%
Nettoverkoopprijs
100%
100%
Bij brutowinstmarge is de netto verkoopprijs ALTIJD 100%
De netto inkoopprijs is ALTIJD minder dan 100%


Slide 8 - Slide

Opdracht 1
Een T-shirt is verkocht tegen een netto verkoopprijs van €51,20. De brutowinstopslag bedraagt 60%. 
Bereken de netto inkoopprijs. 

Slide 9 - Slide

Antwoord 1
Bij de brutowinstopslag is de netto inkoopprijs 100% 
Netto inkoopprijs
 € 32
100%
+Brutowinstopslag
€  19,2
60%
Netto verkoopprijs
€ 51,20 
160%

Slide 10 - Slide

Opdracht 2
De inkoopprijs van een product is € 42 euro. De brutowinstmarge 40%. Wat is de verkoopprijs? 

Slide 11 - Slide

Antwoord 2
Netto inkoopprijs
 €42
60%
+Brutowinstmarge
€28  
40%
Nettoverkoopprijs
€70
100%
Bij brutowinstmarge is de netto verkoopprijs 100%



Slide 12 - Slide

Bereken van consumentenprijs  
Omrekenfactor: is het getal dat gebruikt wordt om de kosten te dekken en de brutowinst toe te voegen. 

Formule; Inkoopprijs × Omrekenfactor = Consumentenprijs

Slide 13 - Slide

Bijvoorbeeld 
Stel dat je een product hebt ingekocht voor €100 en je een omrekenfactor van 1,5 wilt toepassen, dan zou de consumentenprijs als volgt worden berekend:

Slide 14 - Slide

Zelfstandig werken 
  • 2.26 t/m 2.31 blz. 50 
  • tijd: 40min 

Slide 15 - Slide