H7 herhaling hoofdstuk les 9

H7 zouten
herhaling 7.1 t/m 7.5
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

H7 zouten
herhaling 7.1 t/m 7.5

Slide 1 - Slide

Welkom
  • starthouding 
  • terugblik vorige les, practicum (HO) uitwerken
  • huiswerk vorige les
  • Uitleg 7.5 oplosbaarheid
  • huiswerk volgende les

Slide 2 - Slide

terugblik vorige les
Vragen over:
  • practicum zouten (HO) uitwerken
  • leren par 7.5
  • maken opdr: 10, 11, 12, 13, 14, 15
  • oefenopgaven H7

     

Slide 3 - Slide

(Practicum) oplossen van zouten
  • afronden HO zouten

Slide 4 - Slide

lesdoel
  • begrijpen lesstof H7 zouten
  • ingeleverd HO
  • gemaakt en begrepen examenopgaves

Slide 5 - Slide

7.1 zoutoplossingen
zouten bestaan uit positieve en negatieve Ionen (geladen deeltjes)
Vaste zouten geleiden geen stroom. Vloeibaar of gesmolten wel.
zouten (ionaire stoffen)

metaal  met  niet-metaal
(blauw)            (geel)

Slide 6 - Slide

7.2 opbouw zouten
Vaste zouten hebben een kristalrooster.

Naam zout:
eerst metaal, dan niet-metaal
Natrium-Chloride (rationeel)
keukenzout (triviaal)

Slide 7 - Slide

7.2 opbouw zouten
Metaal-ionen: 
  • positief geladen.
  • verschillende ladingen:
       1 :    K+  Na Ag+
       2+  :   rest
       3+  :   Al3+
       2+ of 3+  :  Fe2+   en   Fe3+    romeinse cijfer erachter  ijzer(II) of ijzer (III)

Slide 8 - Slide

7.2 opbouw zouten
Niet-metaal-ionen: 
  • negatief geladen.
  • naam ionen eindigen vaak op  -ide
  • verschillende ladingen:
       1 :    F-  Br-  Cl-  I-
       2-  :    O2-  S2-

Slide 9 - Slide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld :

  1. magnesiumchloride
  2.       Mg2+       Cl-     
  3.         2+             1-
  4.          1       :                                                                          
  5.   ( Mg2+ ) 1    ( Cl )2                                                         
  6.    Mg2+ ( Cl- )2
  7.   Mg Cl 2

Slide 10 - Slide

Opstellen zoutformule:

  1. noteer naam van het zout
  2. zet de ionen in symbolen
  3. zet de lading van de ionen eronder
  4. zet de verhouding eronder. de totale lading moet nul zijn
  5. schrijf de verhoudingsformule op, gebruik haakjes. Aantallen noteer je rechtsonder
  6. laat het cijfer 1 weg, kijk of de haakjes nodig zijn. schrijf de formule op
  7. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld

  1. ijzer(III)fosfaat
  2.       Fe3+       PO43-     
  3.         3+             3-
  4.         1       :      1                                                                    
  5.   ( Fe3+ )1    ( PO43-  )                                                    
  6.    Fe3+          (PO43- 
  7.          Fe  PO4  

Slide 11 - Slide

vergelijking oplossen van zout samengestelde ionen
oplossen Bariumnitraat

Ba2+(NO3-)2 (s) --> Ba2+ (aq)  +  2 NO3- (aq)


  • voor de pijl: verhoudingsformule vaste zout
  • na de pijl: de losse ionen
  • kloppende maken: verhouding voor- en na de pijl gelijk

Slide 12 - Slide

verzadigde / onverzadigde oplossing
verzadigd: wanneer de maximale hoeveelheid (gram) is opgelost in 1 Liter water.
wanneer je meer probeert op te lossen zakt het naar de bodem
onverzadigd: wanneer de maximale hoeveelheid nog niet in 1 liter is opgelost

Slide 13 - Slide

Huiswerk
leren par 7.1  t/m  7.5
woensdag 23 september :  Toets H7

Slide 14 - Slide