Paragraaf 2.1 Wereld: Druk! en het wordt nog drukker

Paragraaf 2.1 Druk! En het wordt nog drukker
Hoofdstuk 2

1 HAVO / VWO
1 / 48
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.1 Druk! En het wordt nog drukker
Hoofdstuk 2

1 HAVO / VWO

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Je weet waar in de wereld dichtbevolkte en dunbevolkte gebieden zijn.


Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Eens kijken wat jullie al weten!

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

De meeste mensen wonen in de bergen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

De meeste mensen wonen in laagvlaktes
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Nederland is een dichtbevolkt land.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Kaartanalyse
1. Wat zie je op deze kaart?

2. Wat betekenen de kleuren?

3. Wat valt je op aan de kaart?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsspreiding
Bevolkingsspreiding is de manier waarop mensen over een gebied verspreid zijn.

Aantekening

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De Verenigde Staten

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsspreiding

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waar wonen nu de meeste mensen?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Mensen wonen:

  •  langs rivieren en de zee
  •  laag gelegen gebieden

  •  niet veel in de woestijn en in bergen
  •  gebieden met een slecht klimaat

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsdichtheid 
Bevolkingsdichtheid
Aantal inwoners per vierkante kilometer
  • Dichtbevolkte gebieden
    - hoge bevolkingsdichtheid
  • Dunbevolkte gebieden
    - lage bevolkingsdichtheid
 


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Nederland

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Waar gaan mensen wonen?

  • Langs rivieren
  • Aan de kust
  • Lekker klimaat


Dus, goed klimaat & goed bereikbaar. 
Waar wonen minder wensen?

  • Woestijn
  • Oerwoud
  • Bergen
  • Koude gebieden

Dus, slecht klimaat & slecht bereikbaar.
Aantekening

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsdichtheid

Aantal inwoners : oppervlakte land = bevolkingsdichtheid

Aantal inwoners = 23 490 736
Oppervlakte =  7 741 220

Wat is de bevolkingsdichtheid van Australië? 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Welke delen van Nederland zijn het dichts bevolkt?

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Welk deel van de Verenigde staten is het dichts bevolkt?
A
Noord
B
Oost
C
Zuid
D
West

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk voor morgen.
Maak nu opgaven 1 en 2 van paragraaf 2.1

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

week 45, les 1
Welkom;
Nabespreken huiswerk;
Leerdoel(en);
Uitleg/werkvorm/filmpje/quizjes/etc.;

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1A
Bekijk bron 5. Noteer de twee landen uit vraag b waar de mensen dicht op elkaar wonen.

  •  India en Duitsland

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Vraag 1B
Hieronder staan zes landen en zes oorzaken waarom mensen er dicht op elkaar wonen of niet. Verbind het land met de juiste oorzaken.


Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2A
Hoe bereken je de bevolkingsdichtheid?

  • Het aantal inwoners gedeeld door km2 van een gebied.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2B
Arceer het land in figuur 4 waarvan je denkt dat het de hoogste bevolkingsdichtheid zal hebben horizontaal (zet horizontale strepen), en het land met de laagste bevolkingsdichtheid verticaal.


Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Vraag 2C
Bereken de bevolkingsdichtheid van de landen in de tabel. Vul de tabel op de open plaatsen in, rond af op een cijfer achter de komma.

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Je begrijpt waarom in arme landen het aantal geboorten zo hoog is en de gemiddelde levensverwachting zo laag.


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Bevolkingsgroei

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Link

This item has no instructions

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De wereldbevolking groeit!
Waarom?
1. Grote aantal geboorten 
  • Arme landen
2. Mensen worden steeds ouder
  • Rijke landen
Aantekening

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Waarom hebben gezinnen in arme landen meer kinderen?

Slide 32 - Open question

This item has no instructions

Hoger geboortecijfer in arme landen:
1. Kinderen kunnen werken, handig als je arm bent. Maar als de ouders oud zijn kunnen ze nog steeds werken en voor je zorgen.
2. Mensen gebruiken geen/minder voorbehoedsmiddelen. Dit kan komen door armoede en/of geloof.
3. Kindersterfte is hoog: hoe meer kinderen je krijgt, hoe meer er zullen overleven.
4. Je krijgt meer aanzien (status) als je meer kinderen hebt.

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Hoger geboortecijfer in arme landen:
1. Kinderen kunnen werken, handig als je arm bent. Maar als de ouders oud zijn kunnen ze nog steeds werken en voor je zorgen.
2. Mensen gebruiken geen/minder voorbehoedsmiddelen. Dit kan komen door armoede en/of geloof.
3. Kindersterfte is hoog: hoe meer kinderen je krijgt, hoe meer er zullen overleven.
4. Je krijgt meer aanzien (status) als je meer kinderen hebt.
Hoe zit dat dan in rijke landen?

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Waarom overlijden er minder mensen in rijke landen?
Noem minimaal drie redenen.

Slide 35 - Open question

This item has no instructions

Lager sterftecijfer in rijke landen:
  1. Betere levensomstandigheden -> hygiëne: riolering, waterleiding (handen wassen, schoonmaken)
  2. Betere gezondheidszorg -> ziekenhuizen, artsen, kennis, medicijnen, zorgverzekering
  3. Beter eten en gezonder leven -> kennis en geld 
Aantekening

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Levensverwachting van mannen in Rusland
Levensverwachting van mannen in Nederland
Hoe kan dit?

Slide 37 - Slide

Wikipedia:
As of 2013, the average life expectancy in Russia was 65.1 years for males and 76.5 years for females.[5] The average Russian life expectancy of 71.6[6] years at birth is nearly 5 years shorter than the overall average figure for the European Union, or the United States.[7]

The biggest factor contributing to this relatively low life expectancy for males is a high mortality rate among working-age males from preventable causes (e.g., alcohol poisoning, stress, smoking, traffic accidents, violent crimes)[citation needed]. Mortality among Russian men rose by 60% since 1991, four to five times higher than European average.[8]

As a result of the large difference in life expectancy between men and women, (the greatest in the world) the gender imbalance remains to this day and there are 0.859 males to every female.[9]
Even oefenen
Maak opdracht 4, 5 en 6

Werk in twee/drietallen en fluister
Vragen? Steek je vinger op 
Klaar? Lees de paragraaf
timer
10:00

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Week 45, les 1
Welkom;
Nabespreken huiswerk;
Leerdoel(en);
Uitleg/werkvorm/filmpjes/quizjes/etc.;
Huiswerk/zelfstandig werken/verlengde instructie;
Evaluatie/check leerdoel(en)

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Vraag 4
  •  A3, B2, C1, D4

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Vraag 5A
Wat is levensverwachting?

  •  Het gemiddeld aantal jaren dat de inwoners van een land zullen leven

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Vraag 5B
Een dorp in India krijgt bezoek van een hulporgansatie. Wat kan de hulporganisatie doen om in dat dorp de
levensverwachting te laten stijgen? 
Leg je antwoord uit.

  •  Zorgen voor een betere hygiene en betere gezondheidszorg. Doel is om meer kinderen te laten leven, dus minder sterfte. 

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Vraag 5C
1 Het aantal geboorten zal verminderen.
2 Er blijven meer jonge kinderen leven.
3 Betere hygiëne en betere medische zorg.
4 Want er worden genoeg kinderen groot om te helpen met
het werk.
5 Ouders hoeven dan niet zoveel kinderen te krijgen.

  •  3 – 2 – 5 – 4 – 1.

Slide 43 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Je kunt de bevolkingsdichtheid van een land uitrekenen.

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Vraag 6
Hieronder staan twee landen: Tsjaad en  Zweden. Vergelijk  ze voor wat betreft:
• de bevolkingsdichtheid (plus berekening);
• de bevolkingsspreiding (gebruik de windrichtingen)
• de grootte van de gezinnen en de oorzaak voor het verschil
met het andere land;
• de levensverwachting; de oorzaak van het verschil met het andere land.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Tsjaad

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Zweden

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 48 - Slide

This item has no instructions