Donnerstag, den 11. April 2024 - sich vorstellen / wiederholung Wörter

Die Regeln
  • Die Chromebücher sind zu
  • Setz dich nach Plan (platte grond)
  • Kein Kaugummi im Mund
  • Toilettenbesuch vor Anfang der Stunde (aber erst fragen natürlich)
  • Wir haben Respekt vor einander

1 / 39
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Die Regeln
  • Die Chromebücher sind zu
  • Setz dich nach Plan (platte grond)
  • Kein Kaugummi im Mund
  • Toilettenbesuch vor Anfang der Stunde (aber erst fragen natürlich)
  • Wir haben Respekt vor einander

Slide 1 - Slide


beim Deutschunterricht

Slide 2 - Slide

Und...
Wir versuchen so viel wie möglich Deutsch zu sprechen im Unterricht

Slide 3 - Slide

Herhaling zinnen voor mondeling:

 
Heute werde ich euch auf eure mündliche Prüfung vorbereiten (voorbereiden voor 2e PO onderdeel: modeling)


Am Ende der Stunde könnt ihr: 
  •  enkele zinnen geleerd in het Duits, die je kan gebruiken om je: 
  • jezelf (iets beter) voorstellen. 

Slide 4 - Slide

Lesdoel: 
Herhalen en leren van zinnen voor je mondeling:
(voorbereiden voor 2e PO onderdeel: modeling)
Heute werde ich euch auf eure mündliche Prüfung vorbereiten 
dit gaan we doen dmv:
1. een filmpje kijken
2. Ik stel mijzelf voor
3. aantal vragen beantwoorden
4. aan het einde van Lessonup les ga je leren /oefen met Quizlet.

Slide 5 - Slide

kort filmpje

We gaan een kort filmpje kijken over: 
Jezelf voorstellen

luister goed en let vooral op uitspraak 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Video

Nu stel ik mijzelf 
wer bin ich?
  • Ich heisse...., ich bin..., mein Name ist: Frau Yalcin.
  • Ich habe Geburtsag am 1. Februar.(let op bij uitspraak: am ersten Februar)
  •  Ich bin 56 Jahre alt.
  • Ich wohne in Weesp.
  • Ich bin verheiratet.
  • Ich habe eine Tochter und einen Sohn.
  • Meine Hobbys sind: ins Kino gehen, lesen und Musik hören.
  • Ich habe keine Haustiere.
  • Ich arbeite am Vechstede College.

Slide 8 - Slide

Op welke 3 manieren kan je in het Duits zeggen: wie je bent?

Slide 9 - Mind map

Welke vraag hoort bij de volgende antwoord:
Ich wohne in Weesp

Slide 10 - Open question

Welke vraag hoort bij de volgende antwoord:
Ich bin 56 (sechsundfünfzig) Jahre alt.

Slide 11 - Open question

Vertaal naar het Duits:
Ik woon in Weesp.

Slide 12 - Open question

Vertaal naar het Duits:
Ik ben veertien jaar.(let op hoofdletters)

Slide 13 - Open question

Hoe schrijf en spreek je ranggetallen uit? 
1. Wat is een ranggetal?
2. Hoe schrijf en spreek ik dat uit als ik bijvoorbeeld mijn verjaardag wil zeggen? 


Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe schrijf en spreek je ranggetallen uit? 
getallen t/m 19 --> krijgen -te achter het getal  (maar als er am voorstaat dan -ten --> 
 Ich habe Geburtstag am neunten Mai / Ich bin der Erste beim Schach (schaken) geworden.
Let wel op: bij getallen tm 19 zijn veel uitzonderingen, dus het beste is het uit je hoofd te leren.
bijvoorbeeld:  eins -> erste (dus niet einste)
dus je schrijft -->  am 10. April 
Je spreekt uit --> am zehnten April

getallen na 19 --> -ste achter het getal  (maar als er am voorstaat dan -sten)
dus je schrijft --> am 23. April
Je spreekt uit --> am  dreiundzwanzigsten April

Slide 16 - Slide

Wat is de correcte schrijfwijze van:
Mijn verjaardag is op 11 April
A
Ich habe Geburtstag am 11. April
B
Ich habe Geburtstag am elften April
C
Ich habe Geburtstag am 11 April
D
Ich habe Geburtstag am elf April

Slide 17 - Quiz

Idioom en zinnen / herhaling
lees de onderstaande zinnen goed door en probeer ze te onthouden. (+/- 40 seconden)
Hast du Geschwister?
Nein, ich habe keine Geschwister.
Ich habe eine Schwester (één zus)
Ich habe zwei/drei Schwestern (zussen, meervoud)
Ich habe einen Bruder (één broer).
Ich habe zwei/drei Brüder (broers, meervoud).
Ich bin ein Einzelkind. (ik ben enig kind)
- als je meerdere broers en of zussen hebt kan je ook zeggen:
Ich habe drei Geschwister. (=broers en/of zussen).
* ich habe zwei/drei/vier Geschwister (=broers en/of zussen). Maar ik weet dan niet of het broers / zussen of gemengd is.









timer
0:40

Slide 18 - Slide

Vertaal naar Duits.
Ik heb drie broers en zussen.

Slide 19 - Open question

Vertaal naar Duits.
Ik heb één broer en twee zussen.

Slide 20 - Open question

In welke klas zit je volgens de Duitse systeem?
Ich bin in der neunten Klasse.(dus in NL 3e klas)
Ich bin in der achten Klasse von der Realschule (Mavo)

Ich gehe in die neunte Klasse.
Ich gehe in die neunte Klasse von der Realschule 

(ezelsbruggetje: altijd 6 bij je huidige klas optellen)
éérste klas   = die siebte Klasse
tweede klas = die achte Klasse
derde klas   = die neunte Klasse



timer
0:20

Slide 21 - Slide

Geef antwoord op de volgende vraag (in het Duits)
In welcher Schule gehst du?(Mavo)

Slide 22 - Open question

Geef antwoord op de volgende vraag (in het Duits)
In welcher Klasse gehst du?

Slide 23 - Open question

Lesdoel gehaald?


  • je kun jezelf (nu iets beter ) voorstellen in het Duits.
  • Je kunt enkele zinnen in het Duits gebruiken.

Slide 24 - Slide

Hausaufgaben: 
* oefenen voor je mondeling 
oefenmateriaal staat ook in Classroom en Quizlet
YouTube filmpje:  jezelf voorstellen   (link staat ook in som)
(alle linkjes en materiaal staat al in Som)

Dealine inleveren mondeling Donderdag 18 April


Slide 25 - Slide

Quizlet
Je gaat zo zelf aan de slag met het oefenen op Quizlet.
- je mag met je partner leren (de één vraagt en de ander beantwoordt en daarna ruilen van rol) 
- maar je mag ook nog even zelf leren en pas volgende week met je partner oefenen, keuze is aan jullie.
Maar eerst nog een paar evaluatie vragen.

Slide 26 - Slide

Wat vond je van deze les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 27 - Poll

Was herhaling zinvol voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll

Heb je de lesdoelen behaald:
- kan je je nu (iets beter) in het Duits voorstellen?
ja, het komt goed
Ik moet nog wel de zinnen voor me hebben.
Het lukt maar ik moet nog wel oefenen.
Het lukt nog niet, ik heb extra uitleg nodig

Slide 29 - Poll

Slide 30 - Link

Slide 31 - Slide

Mijn gevoel bij de theorie van vandaag (sterke werkwoorden)
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

unbekannte Person
Beantworte Fragen auf dem Papier, aber nenne nicht deinen Namen.

gib das Papier an die Lehrerin.


Slide 33 - Slide

unbekannte Person
  • Ich wohne in .....
  • Meine Haarfarbe ist .....
  • Ich bin ...... alt
  • Ich habe ......Schwester(n),
     Bruder/Brüder
  • Mein Hobby ist: ........

Slide 34 - Slide

unbekannte Person
Beispiele:

Haarfarbe: schwarz, braun, blond, rot, grau

Hobbys: Fußball spielen, Netflix sehen, herumlungern, nichts tun, Sport machen, stricken, backen, gamen, tanzen, shoppen,

Slide 35 - Slide

Arbeite zu zweit: Übersetze 
Wanneer?          Waar vandaan? 
Waar?           Wat?
Waarheen?               Waarom?
Hoe?        Hoezo?
Wie?

Slide 36 - Slide

Fragewörter
Wanneer?=  Wann?                                                                                                Hoe = Wie?

Waar vandaan? =   Woher?                                Wie = Wer?

Waar?   =    Wo?                                                                                        Wat? =  Was?

Waarheen?  =  Wohin?                                   Waarom?  =   Warum?

Slide 37 - Slide

Wiederholung Themen
Familie, Schule, Tiere, Einkaufen, Wohnen, Freizeit, Essen

Schreib mit deiner Gruppe so viel wie möglich Wörter auf.
Nach 5 Minuten wechseln wir.

Passt auf, keine Schreibfehler machen!

Slide 38 - Slide

Slide 39 - Link