4.4 De Macht Van Vorsten

Planning:

  • Leerdoelen 4.4
  • Uitleg 4.4
    Stadsrechten
  • Aan de slag
1 / 33
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Planning:

  • Leerdoelen 4.4
  • Uitleg 4.4
    Stadsrechten
  • Aan de slag

Slide 1 - Slide

Tijd van Steden en Staten (1000-1500)
In het wit zie je een stadspoort. Ging je in de Middeleeuwen een stad binnen, dan moest je door de stadspoort. In veel steden werd een hoge en prachtig versierde kerk gebouwd. Op de achtergrond zie je de binnenkant van zo’n kerk.

Slide 2 - Slide

Lezen
Pak je lesboek en ga naar blz. 50 

Je leest zelfstandig Drie Vorsten
Klaar? Je schrijft alle moeilijke begrippen op
timer
8:00

Slide 3 - Slide

Wat heb je gelezen in de tekst?

Slide 4 - Mind map

Geschiedenis
Leerdoelen
4.4 De Macht van Vorsten
In deze paragraaf leer je;
  • hoe Engelse, Franse en Bourgondische vorsten machtiger werden.
  • hoe vorsten samenwerkten met de drie standen.
  • hoe Duitse koningen minder machtig bleven.

Slide 5 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
Vorst of Vorsten is een ander woord voor;

Koning of Koningen 

Frankrijk: Koning Lodewijk IX


Slide 6 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
De koningen werden steeds machtiger en rijker. Dit had te maken met de opkomst van steden;

  • Verkochten stadsrechten
  • Verdienden veel geld aan belastingen


Koninklijk paleis in Parijs (geschilderd rond 1412)

Slide 7 - Slide

Wat wilden de steden terug voor de hulp aan de koning?
A
Geld
B
Stadsrechten
C
Grond
D
Voedsel

Slide 8 - Quiz

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
Dit geld gaf de Franse vorst uit aan;
  • Ambtenaren =
Mensen in dienst van de koning die helpt bij het besturen

  • Een eigen leger=
  • Vanaf 1337 verovert Engeland grote delen van Frankrijk ->


Slag bij Maupertuis, 1356 (geschilderd omstreeks 1475)

Slide 9 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Drie Vorsten
Vanaf 1453 is Engeland verdreven uit heel Frankrijk. 

  • Zowel de Franse als de Engelse koningen gingen hun land meer als één staat besturen 
  • Staatsvorming


Slag bij Maupertuis, 1356 (geschilderd omstreeks 1475)

Slide 10 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Staatsvorming
  • De koningen maakten wetten voor het hele land
  • Deze landelijke wetten werden belangrijker dan lokale wetten

Bijvoorbeeld: De wetten die gelden voor Frankrijk zijn belangrijker dan de weten in Parijs


Slide 11 - Slide

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Staatsvorming
  • De koningen maakten van hun land één staat met één bestuur

  • Dit noemen we staatsvorming


Slide 12 - Slide

Eigen Regels
Eigen Regels
Eigen Regels
Eigen Regels
Eigen Regels
Eigen Regels
Oude situatie:
Elke stad eigen regels

Slide 13 - Slide

Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Nieuwe situatie:
Zelfde regels in het hele land
Staatsvorming

Slide 14 - Slide

Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Zelfde Regels
Nieuwe situatie:
Zelfde regels in het hele land

Slide 15 - Slide

Leg in je eigen woorden uit wat staatsvorming betekend

Slide 16 - Open question

Opdrachten maken
Resultaat: je hebt de eerste vier opdrachten gemaakt 
Hoe: je maakt de opdrachten in je werkboek
Tijd: 10 minuten 
Klaar: samenvatting maken 
Wat: je maakt de opdrachten 4.4 1 tm 4 eerst zelfstandig (5 min) daarna werk je met elkaar
timer
5:00

Slide 17 - Slide

Afronding 
Huiswerk: maken opdrachten 4.4 1 tm 4 

Slide 18 - Slide

Hoofdstuk 4: Steden en Staten 
Paragraaf 4.4
De macht van vorsten

Slide 19 - Slide

Lezen
Pak je lesboek en ga naar blz. 50 

Je leest zelfstandig drie standen de Duitse koning 
Klaar? Je schrijft alle moeilijke begrippen op
timer
8:00

Slide 20 - Slide

Wat heb je gelezen?

Slide 21 - Mind map

Wat is centralisatie/staatsvorming?

Slide 22 - Open question

Filmpje
Centraal geregeld

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Waarom is het handig dat ze dit centraal regelen?

Slide 25 - Open question

Geschiedenis
Uitleg 4.4
Centralisatie 
Net als bij 112 wilden koningen alles centraal gaan regelen;
  • Met geld van steden kon hij soldaten en ambtenaren regelen
  • Met hen bestuurde hij het land vanuit de hoofdstad
  • Dit besturen vanuit één centrale plek is centralisatie

Slide 26 - Slide

Centralisatie

Slide 27 - Slide

Nederland
Vroeger was Nederland geen koninkrijk
Rond 1400 waren de hertogen van Bourgondië hier de baas
Zij regeerden over 17 provincies, oftewel gewesten
Dit gebied werd de Nederlanden of Lage landen genoemd
Het gebied van de Bourgondiërs (Bourgondië + de 17 gewesten)

Slide 28 - Slide

Duitsland
In Duitsland had de koning weinig macht
Hij werd gekozen worden door hoge edelen en geestelijken
Deze keurvorsten hadden dus eigenlijk meer macht dan de koning

Slide 29 - Slide

Sleep de titels en uitspraken naar de juiste groepen
Geestelijken
Edelen
De paus zal tevreden zijn met mijn keuze
Na mijn dood zal mijn zoon als hertog ook weinig last hebben van de koning

Slide 30 - Drag question

Frankrijk en Engeland
In Frankrijk en Engeland had de koning meer te vertellen
Daar was de titel namelijk erfelijk
Samen met de steden kon de koning leenmannen verslaan
Hierdoor kregen de Franse en Engelse koning meer macht
Dat het koningschap erfelijk was betekent dat de zoon van de koning de nieuwe koning wordt. Hij hoeft dus niet gekozen te worden.

Slide 31 - Slide

Staten-Generaal
De derde stand werd in de steden erg rijk en belangrijk
De koning moest hen soms om advies of geld vragen
Hiervoor riep hij alle standen bij elkaar voor een vergadering
Deze vergadering werd de Staten-Generaal
Staten = standen
Generaal = algemeen
Staten-Generaal = een algemene vergadering van alle standen

Slide 32 - Slide

Geschiedenis
Aan de slag
Paragraaf 4.4
Resultaat: je bent begonnen met je huiswerk 
Hoe: je maakt de opdrachten in je werkboek
Tijd: 10 minuten 
Klaar: samenvatting maken
Wat: je maakt de opdrachten van 4.4 1 tm 7

Slide 33 - Slide