Vereer de goden: Tempels waren gewijd aan specifieke goden of godinnen, en een belangrijk doel van de tempel was om deze goden te vereren. Priesters voerden dagelijks rituelen en ceremonies uit om offers te brengen, gebeden te zeggen en eer te bewijzen aan de goddelijke entiteiten.
Onderhoud van de goddelijke orde: Tempels werden gezien als de plaats waar de goden op aarde vertoefden. Het was de verantwoordelijkheid van de priesters om de goddelijke orde te handhaven en ervoor te zorgen dat de rituelen correct werden uitgevoerd. Dit omvatte het volgen van strikte protocollen, zuiverheidsvoorschriften en kalenderritmes.
Orakels en voorspellingen: Sommige tempels, zoals de tempel van Amon in Luxor, stonden bekend om hun orakels en werden beschouwd als plaatsen waar de goden boodschappen en voorspellingen doorgaven aan de mensheid. Mensen bezochten de tempels om advies te vragen over belangrijke kwesties, zoals toekomstige gebeurtenissen of persoonlijke beslissingen.
Onderwijs en kennisoverdracht: Tempels dienden ook als centra van kennis en educatie. Priesters fungeerden als geleerden en hielden zich bezig met het bestuderen van religieuze teksten, astronomie, geneeskunde en andere disciplines. Tempels waren plaatsen waar kennis werd bewaard en doorgegeven aan toekomstige generaties.
Opslag van rijkdom: Tempels fungeerden ook als opslagplaatsen voor rijkdom en bezittingen die werden aangeboden aan de goden. Dit omvatte voedsel, sieraden, kostbare metalen en andere waardevolle voorwerpen. Deze rijkdom diende niet alleen als eerbetoon aan de goden, maar werd ook gebruikt om de economie te ondersteunen, landbouwprojecten te financieren en liefdadigheidswerk te verrichten.