Hoofdstuk 7 les 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 1

Lesdoelen

Aan het eind van deze les...

- kun je bij een situatie een regel in woorden maken.

- kun je een pijlenketting bij een regel in woorden maken.

- kun je rekenen met een pijlenketting. 

Programma vandaag

• vragen over het huiswerk
  
• herhaling vorige les

• uitleg over een nieuw onderdeel
  
• vragen stellen over de uitleg
  
• zelfstandig aan het werk met 7.1 
• snap je een opdracht niet, vraag mij of sla het even over

7.1 Pijlenketting

Doelen van deze les:

1. Bij een verhaal een regel in woorden maken
2. Bij een regel in woorden een pijlenketting maken
3. Met een pijlenketting rekenen

Hoeveel uur moet je slapen als je 12 bent?

1. 4
2. 22
3. 10
4. Geen idee..

Uitleg Pijlenketting

• Een regel in woorden:
• In een wiel zitten 36 spaken dus de regel in woorden is:
• het aantal wielen keer 36 is het aantal spaken.
• Wie weet er nog een voorbeeld?

Uitleg Pijlenketting

IN-getal                             aantal poten

UIT-getal                                    aantal koeien

: .....

Wat moet er boven de pijl staan?

IN-getal                             aantal poten

UIT-getal                                    aantal koeien

: 4

Bereken het aantal koeien bij 36 poten.

IN en UIT

• Het IN-getal is het getal waar je iets mee gaat doen.
• Het UIT-getal is je antwoord

Voorbeeld: Het aantal fietsen keer twee is het aantal wielen.

IN-getal = ...?

UIT-getal = ...?

Het aantal auto's keer vier is het aantal wielen.
Wat is het IN-getal?
Wat is het UIT-getal?

1. IN- getal = aantal auto's UIT-getal = aantal wielen
2. IN- getal = aantal wielen UIT-getal = aantal auto's

Hoeveel spaken zijn er als ik 5 wielen heb?

1. 5 + 36 = 41
2. 5 x 36 = 180

Welke zin is een regel in woorden?

1. Het aantal poten :4 is het aantal koeien.
2. Het aantal poten gedeeld door 4 is het aantal koeien.
3. Het aantal koeien gedeeld door 4 is het aantal poten.
4. Het aantal poten gedeeld door 4 = het aantal koeien.

Wat zou hierbij de regel in woorden zijn?

1. Het aantal leerlingen keer drie is het aantal kano's
2. Het aantal leerlingen gedeeld door drie is het aantal kano's

Hoeveel kano's zijn er nodig als we met 12 leerlingen gaan?

1. 12 x 3 = 36
2. 12 + 3 = 15
3. 12 : 3 = 4
4. 12 - 3 = 9

Hoeveel heb ik verdiend met 10 uren werken?

1. €19,50
2. €50
3. €54,50
4. Hoe moet dit?

Schrijf in je schrift: Uitleg 7.1

Regel in woorden: geen wiskundige tekens, maar woorden.

Pijlenketting: wel wiskundige tekens,  maar geen =-teken! 

Aan het werk

• Nakijken: 4.5
  
• Maken les 7.1 op bladzijde 10 t/m 12 opdracht 1 t/m 9 en het gele blok.

Klaar?

- Nakijken 7.1

Huiswerk:

Maken 7.1 vanaf blz. 10

Noteer welke vraag je lastig vindt en waarom. 

Zelf aan de slag

Maak nu zelf hoofdstuk 7.1

Vind je een opdracht lastig, stel gerust een vraag!

Huiswerk: 

1. Maken 7.1 vanaf blz. 10
2. Noteer welke vraag je lastig vindt en waarom.