De passé composé met 'être'

Le verb être
1 / 20
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Le verb être

Slide 1 - Slide

Sleep Nederlands naar Frans
nous sommes
on est
être
tu es
elle est
vous êtes
jij bent
zijn
u bent
zij is
men is / wij zijn
wij zijn

Slide 2 - Drag question

Sleep Nederlands naar Frans
ils sont
elles sont
je suis
tu es
il est
vous êtes
zij zijn (m)
zij zijn (v)
ik ben
jij bent
jullie zijn
hij is

Slide 3 - Drag question

Wat moet er op de stippellijn komen?

Nous ........... ............. à la maison

A
sommes
B
somm
C
somme

Slide 4 - Quiz

Wat moet er op de stippellijn komen?

Tu ........... ............. de l'escalier Sophie?
A
est
B
es
C
sont

Slide 5 - Quiz

Sleep de juiste vervoegingen naar de zin
Vous ................................................ hier soir madame?
suis
es
est
êtes
sommes
sont

Slide 6 - Drag question

Maak de passé composé
Sleep de juiste vervoegingen naar de zin
Paul et Miriam ................................................ au cinéma
suis
es
est
êtes
sommes
sont

Slide 7 - Drag question

Maak de passé composé
Sleep de juiste vervoegingen naar de zin
Nous ................................................ en vacances
suis
es
est
êtes
sommes
sont

Slide 8 - Drag question

Maak de passé composé
Sleep de juiste vervoegingen naar de zin
Julien ................................................ avec Sophie samedi soir
suis
es
est
êtes
sommes
sont

Slide 9 - Drag question

Maak de passé composé
Sleep de juiste vervoegingen naar de zin
Vous ................................................  au restaurant, Marianne et Claire?
suis
es
est
êtes
sommes
sont

Slide 10 - Drag question

Sleep Nederlands naar Frans
suis
es
est
êtes
sommes
sont

Slide 11 - Drag question

Ik begrijp de passé composé met 'être'
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

hij is

Slide 13 - Open question

zij zijn (m)

Slide 14 - Open question

jij bent

Slide 15 - Open question

wij zijn, men is

Slide 16 - Open question

wij zijn

Slide 17 - Open question

jullie zijn

Slide 18 - Open question

u bent

Slide 19 - Open question

ik ben

Slide 20 - Open question