H2c - Les 6- Woe 27/9/2017

• Spaans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Bienvenidos

Hoy es......

martes.

¿Qué aprendiste la semana pasada?

El adjetivo

Describe esta persona -->

Es un chico (klein)_________

Lleva (bril)____________

Tiene los ojos (blauw)______

Tiene el pelo (bruin)______

Leerdoelen:

- Je kent de vervoegingen van regelmatige en onregelmatige werkwoorden en kunt deze gebruiken in zinnen.

- Je kunt iemand's uiterlijk beschrijven

- Je gebruikt de juiste bijvoeglijknaamwoorden 

El programa de martes 26 de septiembre

• 10 min  - Revisar el S.O. 
• 10 min  - Corregir los deberes
• 5 min   - Ser/tener/llevar
• 10 min  - Decripciones 



• 30 min - ¡Jugamos!


• Los deberes

S.O. bekijken

     10 min . 

1. Tel het aantal fouten na.
2. Typ in op de volgende dia:

-Waar je fouten gemaakt heb & hoeveel
- Hoe goed je geleerd had (cijfer 1-10)
- Wat je volgende keer anders kan doen

-Waar je fouten gemaakt heb & hoeveel
- Hoe goed je geleerd had (cijfer 1-10)
- Wat je volgende keer anders kan doen

10 min - Corregir los deberes

¿Qué?       Vorige week: 

                    VOC 'ej. 1+2 (p. 8 of 120)+  ej 1 +2 (p. 15 of 127)

                    WB p. 29 ej. 1 +2a   

                    Deze week: 

                   VOC p.16/17 oef. 3, 4, 5 + p. 19 

                   WB p. 30 oef 3a+b 

¿Cómo?           Individualmente - en el ordenador

¿Tiempo?        10 min

¿Meta?             aprender de tus errores

Ga naar de dia's hierna en kijk na met een andere kleur pen!

La descripción de una persona

Aspecto físico

 ser (zijn): guapo/a, alto/a

 tener(hebben): los ojos azules, el pelo rubio

 llevar (dragen): bigote, gafas

Carácter

 ser(zijn): simpático/a, pesimista, activo/a

10 min - Descripciones

¿Qué?                Beschrijf het uiterlijk van je idool

¿Cómo?            In groepjes van 4

¿Tiempo?         10 min 

¿Meta?              Je kunt iemand's uiterlijk beschrijven

¿Listo?               Internetopdrachten -> zie volgende slide 

30 min - ¡Jugamos!

- Memory
- Kwartet
- Punten verdienen
- Ezelen (burro)

- Domino 

Onderwerpen:

- Beschrijvingen

- Bijvoeglijk naamwoorden

- Werkwoorden vervoegen

- Vocabulaire 

Los deberes

Aprender: 

+ 3.1 

+ ser, tener, hablar, comer, vivir, llamarse 

+ bijvoeglijk naamwoorden

1. Wat heb je vandaag geleerd?
2. Wat vond je van de eerste paar lessen Spaans?

Helemaal klaar? 

Oefenen op Internet

- Oef 1 (bijvoeglijk naamwoord)

- Oef 2 (beschrijvingen - voca)

- Oef 3 (werkwoorden, verbuga)

Bij oef 3: 

Klik aan bij werkwoorden: beber, comer, hablar, ser, tener, llamarse

Klik aan bij tijden: presente