4.4 zwanger worden

4.4 zwanger worden
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

4.4 zwanger worden

Slide 1 - Slide

Zwellichamen
(erectie)
  • In de penis bevinden zich zwellichamen.
  • Als deze zwellichamen zich vullen met bloed, krijgt de man een erectie (een 'stijve').
  • Een erectie kan ontstaan op vreemde momenten, ook als een man dat niet wil. 

Slide 2 - Slide

Een zaadcel is de kleinste menselijke cel. Met de zweepstaart kan de zaadcel zich voortbewegen. Een zaadcel 'zwemt' dus naar een eicel toe.

Slide 3 - Slide

Wanneer een vrouw seksueel opgewonden is, vullen de zwellichamen van de clitoris zich met bloed. 

De wand van de vagina en klieren in de wand van de binnenste vulvalippen produceren bij seksuele opwinding slijm. 

Hierdoor wordt de toegang tot de vagina nat en glad en wordt geslachtsgemeenschap gemakkelijker. 


Slide 4 - Slide

Eicellen
Zijn de vrouwelijke geslachtscellen (aanwezig vanaf de geboorte)
 
Rijping in de puberteit/ Iedere maand 1 eicel

Grootste menselijke cel (bevat reservevoedsel)

Slide 5 - Slide

Bevruchting

Slide 6 - Slide

bevruchting

Slide 7 - Slide

Placenta
De placenta is een orgaan die voor stofwisseling tussen het bloed van moeder en kind zorgt. 

Slide 8 - Slide

Navelstreng
De navelstreng is de verbinding tussen de placenta en het embryo.
  • De navelstreng zorgt dat het embryo voedingsstoffen krijgt van het bloed van de moeder. 
  • De navelstreng zorgt dat de afvalstoffen van het embryo via de navelstreng naar de placenta worden afgevoerd. 

Slide 9 - Slide

Vruchtvliezen en vruchtwater
  • Om de foetus heen zitten de vruchtvliezen. 
  • Binnen de vruchtvliezen zit het vruchtwater. 
  • Vruchtwater beschermt de baby tegen stoten, uitdroging en temperatuurwisseling.

Slide 10 - Slide

Echografie en prenataal onderzoek
8- 12 weken: echo
20-weken echo
pretecho

prenataal onderzoek (niet verplicht)
- combinatietest (bloedonderzoek moeder + nekplooimeting)
- vruchtwaterpunctie, vlokkentest, NIPT

Slide 11 - Slide

Huiswerk
KGT:

4.4 lezen en drie vragen verzinnen.
Maken:
1, 2 en 3
Klaar? 5 en 6
Huiswerk
BK:

4.4 lezen en markeren.
Maken:
1, 3, 4, 5, 6, 7, 8 en 9

Slide 12 - Slide