19-11

Klassenindeling
1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo k, t, havo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Klassenindeling

Slide 1 - Slide

Deutsch

Slide 2 - Slide

Eerst even

Slide 3 - Slide

Was machen wir heute?
Weektaak controleren

Grammatik
Üben
Start les

Einde les

Slide 4 - Slide

Weektaak controleren
Weektaak: Training und Challenge Kapitel 3.
Open je boek op bladzijde 180.
Huiswerk niet af? Ik zet het in Magister.
Huiswerk af? 
Start les
Grammatik

Einde les

Slide 5 - Slide

Toets
De toets is volgende week op 25 november.
Dit is de laatste les voor de toets.

De woorden ein en kein (blz. 118)
Bezittelijke voornaamwoorden (blz. 154)
Getallen 0 t/m 1 miljoen (blz. 118)
Werkwoorden met stam eindigend op s, ss, ß (blz. 118)
Werkwoorden met stam eindigend op -d en -t (blz. 154)
Start les
Grammatik

Einde les

Slide 6 - Slide

Grammatik
een = ein
geen = kein

  • Ein gebruik je in plaats van der, die en das

Start les
Grammatik

Einde les

Slide 7 - Slide

Grammatik
Wanneer gebruik je ein en wanneer gebruik je eine?
  • Ein: Bij mannelijk & onzijdig
  • Eine: Bij vrouwelijk

Wanneer gebruik je kein en wanneer gebruik je keine?
  • Kein: mannelijk & onzijdig 
  • Keine: bij vrouwelijk en meervoud
Start les
Grammatik

Einde les

Slide 8 - Slide

Grammatik
Bezittelijk voornaamwoord:




Start les
Grammatik

Einde les

Slide 9 - Slide

Zwakke werkwoorden
Wohnen
ich wohn - e
du wohn - st
er/sie/es wohn - t
wir wohn - en
ihr wohn - t
sie/Sie wohn - en
Start les
Grammatik

Einde les
(fe)
e
st
t
en
t
en

Slide 10 - Slide

Werkwoorden stam s, ss, z & ß
Reisen
ich reis - e
du reis - t
er/sie/es - t
wir - en
ihr - t
sie/Sie - en

Start les
Grammatik

Einde les
(e)
e
t
t
en
t
en

Slide 11 - Slide

Werkwoorden op stam -d en -t
Antworten
ich antwort - e
du antwort - est
er/sie/es antwort - et
wir antwort - en
ihr antwort - et
sie/Sie antwort - en
Start les
Grammatik

Einde les
(f)
e
est
et
en
et
en

Slide 12 - Slide

Grammatik
Zwakke werkwoorden "normaal": (fe).e.st.t.en.t.en
Zwakke werkwoorden met stam s, ss, z, ß: (fe)e.t.t.en.t.en
Zwakke werkwoorden met stam -d, en -t: (f)e.est.et.en.et.en


Start les
Grammatik

Einde les

Slide 13 - Slide

Grammatik
een = ein
geen = kein

  • Ein gebruik je in plaats van der, die en das

Start les
Grammatik

Einde les

Slide 14 - Slide

Grammatik
Wanneer gebruik je ein en wanneer gebruik je eine?
  • Ein: Bij mannelijk & onzijdig
  • Eine: Bij vrouwelijk

Wanneer gebruik je kein en wanneer gebruik je keine?
  • Kein: mannelijk & onzijdig 
  • Keine: bij vrouwelijk en meervouw
Start les
Grammatik

Einde les

Slide 15 - Slide

Oefenen
Kapitel 3, Grammatik Aufgabe 12, 13 (blz. 92-93)
Kapitel 3, Grammatik Aufgabe 21, 22 (blz. 98)


Kapitel 4, Aufgabe 11, 12 (blz. 128)
Kapitel 4, Aufgabe 19, 20 (blz. 134-135)

Training und Challenge Kapitel 3 (blz. 180-181)
Training und Challenge Kapitel 4 (blz. 182-183)





Start les
Grammatik

Einde les

Slide 16 - Slide