Modale (hulp)werkwoorden geven een extra betekenis aan het hoofdwerkwoord.
-
Kannst du tanzen? (=
kan je dansen?)
- Möchtest du tanzen? (=zou je graag willen dansen?)
- Willst du tanzen? (=wil je dansen?)
- Sollst du tanzen? (=moet je (van iemand) dansen?)
- Musst du tanzen? (=moet je (per se) dansen?)
- Darfst du tanzen? (=mag je dansen?)