Mavo 4 §1.2

Welkom 4T


Economie in mavo 4
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Welkom 4T


Economie in mavo 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen deze les?


  • Leerdoelen paragraaf 1.2
  • Uitleg hoofdstuk 1 paragraaf 2
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen vandaag?

  • Even herhalen
  • Huiswerk bespreken
  • Leerdoelen paragraaf 1.2
  • Uitleg hoofdstuk 1 paragraaf 2
  • Aan de slag
  • Opgaven bespreken
  • Tijd voor afmaken huiswerk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen vorige les:
 

  1. Welke inkomensvormen zijn er?
  2. Wat is een voorbeeld van een primair inkomen?
  3. Wat is een voorbeeld van een secundair inkomen?
  4. Waardoor kan je koopgedrag veranderen?
  5. Waarom zijn bepaalde doelgroepen belangrijk?
  6. Welke gevolgen hebben  jouw aankopen voor anderen en het milieu?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 1
Inkomen en welvaart





1.1 Wat heb je te besteden?
1.2 Niet ieder inkomen is hetzelfde
1.3 Wil je welvaart of welzijn?
1.4 Help, de prijzen stijgen!

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Vandaag leer je:
  1. Wat het verschil is tussen bruto, netto en besteedbaar inkomen.
  2. Rekenen met een groeifactor.
  3. Wat de Oorzaken zijn van inkomensverschillen.
  4. Hoe je de Lorenzcurve moet aflezen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Over welk inkomen hebben we het?

Brutoloon      

Nettoloon       

Besteedbaar inkomen  
Dit loon spreek je af met je werkgever. Je moet hierover nog loonbelasting en premies betalen.
Dit is het loon dat je op je bankrekening krijgt. Nu zijn de loonbelasting en premies eraf.
Dit is het loon dat overblijft nadat je alle verplichte zaken hebt betaald zoals gemeentelijke heffingen en de zorgverzekering.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Waarom verdient de één meer dan de ander?

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wie is Jan Modaal?

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Jan Modaal

  • Inkomens vaak vergeleken met modaal inkomen
  •  = het inkomen dat het meest voorkomt (± € 2.250 netto per maand)
  • Minimuminkomen = inkomen rond het sociaal minimum
  • = wat je volgens de overheid maandelijks minimaal nodig hebt om van te leven (hangt af van leeftijd en leefsituatie).


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Inkomensverschillen in beeld

  • Nationaal inkomen = wat alle inwoners samen aan inkomen hebben uit arbeid en bezit.
  • Hoe kunnen we dit laten zien
  • De Lorenzcurve laat zien hoe alle inkomens over de bevolking verdeeld zijn.


Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Nationaal inkomen
  • Al het inkomen (loon, winst, rente, huur en pacht) wat alle inwoners van een land verdien.
  • Hoe dat is verdeeld in een land kun je aflezen van de Lorenzcurve

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Inkomensverschillen in beeld

  • Nationaal inkomen = wat alle inwoners samen aan inkomen hebben uit arbeid en bezit.
  • Hoe kunnen we dit laten zien
  • De Lorenzcurve laat zien hoe alle inkomens over de bevolking verdeeld zijn.


1 = Iedereen heeft hetzelfde inkomen.
Nadeel: geen verschil = geen prikkel om te presteren in je werk.
2 = Inkomensverschillen zijn klein.
3 = Inkomensverschillen zijn groot.




Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Inkomensverschillen in beeld

  • Nationaal inkomen = wat alle inwoners samen aan inkomen hebben uit arbeid en bezit.
  • Hoe kunnen we dit laten zien
  • De Lorenzcurve laat zien hoe alle inkomens over de bevolking verdeeld zijn.


Slide 17 - Slide

Op de horizontale as staat de bevolking in groepen verdeeld, van minst naar meest verdienend.
De eerste 30% verdient samen 5% van het nationaal inkomen.
De eerste 60% verdient samen 30% van het nationaal inkomen.
De eerste 90% verdient samen 80% van het nationaal inkomen.
De 30%-groep van 30% tot 60% van de bevolking verdient 30% - 5% = 25% van alle inkomens.
De 30%-groep van 60% tot 90% van de bevolking
verdient 80% - 30% = 50% van alle inkomens.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Groeifactor

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Verder met de volgende paragraaf 

1.3 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Vandaag hebben we geleerd:
  1. Wat het verschil is tussen bruto, netto en besteedbaar inkomen.
  2. Rekenen met een groeifactor.
  3. Wat de Oorzaken zijn van inkomensverschillen.
  4. Hoe je de Lorenzcurve moet aflezen.

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions