3.2 Lenen

3.2 Lenen
1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

3.2 Lenen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
- Je weet waarom mensen geld lenen
- Hoe je moet berekenen wat lenen kost
- Wat het risico van lenen is
- Wat de kenmerken zijn van de verschillende vormen van lenen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Lenen = consumptie naar voren halen

Slide 4 - Slide

Leenmotieven
  1. om een tijdelijk tekort op te vangen
  2. om duurzame consumptiegoederen te kopen
  3.  onverwachts dringen geld nodig
  4. om een huis te kopen



Slide 5 - Slide

Rente = een vergoeding voor het uitlenen van geld.
Sparen is het niet uitgeven van een deel van het inkomen.

Slide 6 - Slide

Kredietkosten
Je lening (krediet) betaal je af in termijnen
Je betaalt aflossing (schuld) en kredietkosten (rente).



Je leent € 5.000 met maandelijkse termijnen van € 100. De looptijd van de lening is 5 jaar. Wat zijn de kredietkosten?
  • je betaalt in totaal 5 jaar × 12 ×maanden  x € 100 = € 6.000
  • je hebt € 5.000 geleend

Slide 7 - Slide

Maken opgave 19 blz. 79
Klaar? Ga verder met 16 t/m 18
timer
8:00

Slide 8 - Slide

Consumptief krediet
Verschillende vormen van leningen
  1. persoonlijke lening 🡪 lening van de bank die je in vaste termijnen terugbetaalt
  2. doorlopend krediet 🡪 tot een maximum dat je doorlopend mag lenen
  3. rekening-courant krediet 🡪 rood staan op je betaalrekening
  4. consumptief krediet bij webshops en winkels:
       🡪 kopen op afbetaling (gelijk eigenaar)
       🡪 huurkoop, huren waarbij je aan het einde van de periode eigenaar bent



Slide 9 - Slide

Soorten leningen

Slide 10 - Slide

Hypotheek
Wat is een hypotheek?

  • lineaire hypotheek 🡪 elke maand vast bedrag aflossen,
       waardoor de rente steeds verder daalt
  • annuïteitenhypotheek

Slide 11 - Slide

Afmaken opgave 16 t/m 24 + 26

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide