Argumenten en standpunten

Argumenteren
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Argumenteren

Slide 1 - Slide

In dicussies en debatten gaat het om anderen te overtuigen van jouw standpunt. Dit doe je door  sterke argumenten in te brengen.

Slide 2 - Slide

Leerdoelen:
  • het verschil tussen feiten, meningen en argumenten
  • het verschil tussen stelling, standpunt en argumenten

Slide 3 - Slide

Waarom leer je dit?
zodat je je sterk voelt in een discussie over politiek
omdat je deze kennis nodig hebt in alle examens Nederlands in leerjaar 2

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Theorie 
Feiten: een feit kun je controleren.
Mening: een mening is iets wat iemand vindt.
Argument: reden waarom je een bepaalde mening hebt

Slide 6 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?

Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 7 - Quiz

Wat is een argument?
A
een argument is bewijsbaar
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt

Slide 8 - Quiz

In welke zin staat een argument?
A
In de herfst vallen veel bladeren van de bomen
B
Ik houd van de herfst
C
al dat blad is gevaarlijk, want je glijdt zo uit!
D
In de herfst gaan wij graag naar het bos.

Slide 9 - Quiz

In de alinea zegt Lampert: 'Dat is toch een aanfluiting voor onze samenleving?'
Dit is ....

A
een feit
B
een mening
C
een argument

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

mening
feit
standpunt
objectief
subjctief
stellingname
kun je over discussiëren
kun je controleren

Slide 12 - Drag question

Slide 13 - Slide

Ben je vóór of tegen?
Kinderopvang moet gratis worden voor iedereen.
A
voor
B
tegen
C
geen mening

Slide 14 - Quiz

Ben je vóór of tegen?
Verbied vapes voor jongeren onder de 18 jaar.
A
voor
B
tegen
C
geen mening

Slide 15 - Quiz

De smartphone is onmisbaar. Heel veel jongeren voelen zich ongelukkig zonder smartphone.
A
eens
B
oneens
C
geen mening

Slide 16 - Quiz

Welk onderwerp of welke stelling vind jij een interessant om over te discussieren?

Slide 17 - Open question