Paragraaf 2: Sporen uit de Ijstijd

• Aardrijkskunde
• WO
• Studiejaar 3

Paragraaf 2. Sporen uit de Ijstijd

Wat gaan we doen vandaag?

1. Uitleg paragraaf 2
2. Toets uitdelen
3. Nakijken paragraaf 1
4. Aan het werk: paragraaf 2 t/m opdracht 5

Het pleistoceen

Het Pleistoceen had meer dan 20 ijstijden:

- koudere perioden: ijstijden / glacialen

- warmere perioden: tussenijstijd / interglaciaal

Door de ijstijden groeide het landijs aan --> lage zeespiegel --> Noordzee valt droog

Het Pleistoceen

Tegenwoordig

Ijstijd in Nederland: Saale-ijstijd

- Het landijs schuift uit Scandinavië richting Nederland in twee fases

- Fase 1: Texel - Coevorden lijn.

Deze fase bracht keileem naar noord- en oost-Nederland

Landijs: Saale-fase

- Fase 2: HUN-lijn 

Deze fase zorgde voor stuwwallen op de lijn Haarlem-Utrecht-Nijmegen

Tongbekkens: omlaag geduwd land op de rand van het ijs.

Stuwwallen: omhooggedrukt land door het ijs

Aan het eind van deze fase werd het opnieuw warm -->  Noordzee stroomt weer vol en ijs neemt af.

Stuwwallen

Laatste ijstijd

Nederland bleef ijsvrij --> Poolwoestijn

• Nauwelijks begroeiing --> veel zand verplaatst door de wind. 
  
• Zand bedekte de ondergrond uit het pleistoceen
• Löss is lichter en kwam daardoor verder landinwaarts terecht: Limburgse heuvels, België, Duitsland. 
  

Aan het werk

• Maken: paragraaf 2, opdracht 1 t/m 10 + 12 
• Klaar? Nakijken paragraaf 1 en 2
• Ondertussen deel ik de toetsen uit.