23-05-23

timer
5:00
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

timer
5:00

Slide 1 - Slide

Welcome 
Tuesday the 23rd of May

Slide 2 - Slide

Goals for today
1) After today you will be able to say some basic facts about Ireland. 


2) After today you will know the difference between much, many, a lot of or lots of. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

1
2
3
4
5
6
7
timer
2:00

Slide 11 - Slide

Welke woorden kun je gebruiken voor 
"veel" 
?

Slide 12 - Slide

Much
Many
A lot of 
Lots of

Slide 13 - Slide

"many", "much", "lots of" of "a lot of"?

1)I'm not expecting ______ to happen. 
2)We don't have _______ equipment laying around. 
3)How ________ times do I need to tell you!
4)I have _______ faith in you. 
5)There are _______ of people struggling with the same problem. 


Slide 14 - Slide

much and many VS a lot of 
I watch a lot of TV.
There aren't as many books in this library. 
How many cups of coffee have you had today?
How much sugar should I add to the recipe?
We have a lot of time before the movie starts.
There are a lot of people waiting. 
There isn't much time left. 
 

Slide 15 - Slide

Zeggen dat je veel van iets hebt. 
Many vs Much
A lot of vs lots of

Slide 16 - Slide

Wat voor soort zin is het?
Many vs Much
A lot of vs lots of
Many 
Much
lots of
a lot of
------
----------
-------
-------

Slide 17 - Slide

Zijn de volgende objecten telbaar?
1. Bottle
2. Love
3. Table
4. Noise
5. Friend
6. Money
7. Food
8. Hamburger

Slide 18 - Slide

many of much?
A: How many questions may I ask?
B: Dad says he hasn't got many friends.  
C: I've received so much love. 
D: There aren't many days left. ?
E: I don't have much Time.

Slide 19 - Slide

Wat voor soort zin is het?
Many vs Much
A lot of vs lots of
Many 
Much
lots of
a lot of
Telbaar
Ontelbaar
-------
-------

Slide 20 - Slide

In welke van de volgende situaties moet je netjes spreken of schrijven?
A: Als je een mail naar een bedrijf schrijft.
B: Als je met je familie een dagje uit gaat. 
C: Als je je docent iets wilt vragen. 
D: Als je een onbekend persoon aanspreekt.
E: Als je met vrienden op de bank zit. 

Slide 21 - Slide

Wat voor soort zin is het?
Many vs Much
A lot of vs lots of
Many 
Much
lots of
a lot of
Telbaar
Ontelbaar
Netjes
Minder netjes

Slide 22 - Slide

WHHTUK
W - Wat ga je doen? --> Maak de opdracht in Classroom -->"Veel in het Engels opdracht 1 en daarna 2." 
H - Hoe moet je het aanpakken? In opdracht 1 staat nog een keer de uitleg van "veel" in het Engels
H - hulp, bij wie of waar? --> Eerste 5 minuten niet, daarna bij de docent.
T - Tijd. --> Tot aan het einde van de les. 
U - Uitkomst/wat doen we ermee? --> We kijken het samen na. 
K - klaar? wat ga je doen? Start opdrachten van lesson 2 unit 5. Een deel hiervan wordt huiswerk. 

Slide 23 - Slide

Huiswerk
lesson 1 af

Slide 24 - Slide

"many", "much", "lots of" of "a lot of"?

1)How ________ boxes have you got left?
2)We had ________ fun at the fair.
3)There isn't _______ time left, we should hurry!
4)How ______ tickets have you still got in your wallet?
5)There isn't ______ to do here.


Slide 25 - Slide