Week 7 Karakter & Uiterlijk HAVO

Project Karakter & Uiterlijk
Je krijgt in totaal 2 keer een weektaak (opdrachten in google document en LESSONUP).  

Na de weektaken ga je een Praktische Opdracht maken die 2x meetelt in magister.

Je maakt de opdrachten in het google document in classroom.
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Project Karakter & Uiterlijk
Je krijgt in totaal 2 keer een weektaak (opdrachten in google document en LESSONUP).  

Na de weektaken ga je een Praktische Opdracht maken die 2x meetelt in magister.

Je maakt de opdrachten in het google document in classroom.

Slide 1 - Slide

Bijvoeglijke naamwoorden
Wat je moet weten:
  • Bijvoeglijke naamwoorden staan in het Spaans achter het zelfstandig naamwoord. Tenzij het om een hoeveelheid gaat, dan staat het bijv. nw juist voor het zelfst. nw.
  • Bijvoeglijke naamwoorden richten zich naar het zelfstandig naamwoord waar ze bij staan (mannelijk/vrouwelijk/enkelvoud/meervoud)

Slide 2 - Slide

1. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o
bijvoorbeeld: bonito (mooi), divertido (leuk), pequeño (klein)

Bij de bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -o verandert de -o in een -a als het bijvoeglijk naamwoord bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staat. 
vb: el libro bonito (het mooie boek)
       la casa bonita (het mooie huis)

Slide 3 - Slide

2. Bijvoeglijke naamwooden die eindigen op een -e.
bijvoorbeeld: inteligente (intelligent), horrible (verschrikkelijk)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een -e veranderen niet wanneer ze bij een een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan
vb: el chico inteligente (de intelligente jongen)
       la chica inteligente (het intelligente meisje)

Slide 4 - Slide

3. Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker.
bijvoorbeeld: genial (geniaal), azul (blauw)

Bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker verandere niet wanneer ze bij een vrouwelijk zelfstandig naamwoord staan. 
vb: el coche azul (de blauwe auto)
        la carpeta azul (de blauwe map)

Slide 5 - Slide

Meervoud van zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden.
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een klinker krijgen in het meervoud een -s.
vb: el chico inteligente --> los chicos inteligentes
        la casa grande          --> las casas grandes
  • Zelfstandige en bijvoeglijke naamwoorden die eindigen op een medeklinker krijgen in het meervoud -es.
vb: el profesor genial --> los profesores geniales
       la situación difícil --> las situaciones difíciles
VERGEET NIET HET LIDWOORD OOK IN HET MEERVOUD TE ZETTEN!!!

Slide 6 - Slide

Hoe beschrijf ik het uiterlijk?
3 werkwoorden:
- Ser (zijn)
- Tener (hebben)
- Llevar (dragen)

Deze werkwoorden gebruik je in standaard combinaties. Zie foto op volgende slide.




Slide 7 - Slide

Opdracht 1
Vertaal de woordjes van de foto hiernaast, in het opdrachten google document in classroom. 

Let op: Je hebt natuurlijk verschillende kleuren ogen, dus bij "tiene los ojos ..." kun je daarna zelf de juiste kleur aangeven (wel in meervoud natuurlijk).

Slide 8 - Slide

Opdracht 2

Beschrijf het uiterlijk van de personages uit “familia moderna”. Zie de afbeelding. 


Per persoon schrijf je 2 zinnen op. Ken je de namen van de personages niet? Zoek dit dan op via internet ;)


Vb. 

Alex tiene el pelo oscuro y largo. Alex lleva gafas negras.

Schrijf dit op in je google document.


Slide 9 - Slide

Opdracht 3
VIDEO : Hoe ziet Gloria er uit in dit fragment?

VIDEO : Hoe zien Mitchell en Cameron er uit in dit fragment? (het is een lang fragment, waarin Mitchell en Cameron steeds hetzelfde eruit zien)

Schrijf dit op in je google document.

Slide 10 - Slide

Hoe beschrijf ik het karakter?
Het beschrijven van een karakter gaat ALTIJD met het werkwoord SER.

soy, eres, es, somos, sois, son.




Slide 11 - Slide

Opdracht 4 & 5

Opdracht 4: Vertaal onderdstaande woorden. (zie google document en schrijf daar op)
Opdracht 5: Deel de woorden op in goede en slechte eigenschappen.
Schrijf zowel het Spaanse als Nederlandse woord op. (zie google document en schrijf daar op)

Alegre – Amable – Curioso/a – Divertido/a – Egoísta – Generoso/a – Gracioso/a – Honesto/a – Inteligente – Listo/a – Loco/a – Modesto/a – Nervioso/a – Ordenado/a – Optimista – Orgulloso/a – Paciente – Pesado/a – Pesimista – Severo/a – Simpático/a – Sincero/a – Tímido/a – Tonto/a – Tranquilo/a – Vago/a – Antipático/a – Callado/a – Deportista – Mentiroso/a – Responsable – Empollón/ Empollona – Chivato/a – Tacaño/a – Cabezota – Desordenado/a – Romántico/a – Aburrido/a

Slide 12 - Slide

Opdracht 6
Voor deze opdracht zie google document.

Deze opdracht bestaat uit 2 stappen:
Stap 1: Vertaal de woorden 1 t/m 17 en A t/m Q
(in google doc)
Stap 2: Match de tegenovergestelden met elkaar. (zie google document en schrijf daar op)

Slide 13 - Slide

Fin
Lever je google document in via classroom.

Lever ook de nakijktaak in via classroom.

Slide 14 - Slide