H7.3 les 6 tm 8 Zuurbase reacties

H7.3 les 6 tm 8 Zuurbase reacties
les 6: uitleg en oefenen
les 7 + les 8: zelf oefenen, vragen stellen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H7.3 les 6 tm 8 Zuurbase reacties
les 6: uitleg en oefenen
les 7 + les 8: zelf oefenen, vragen stellen

Slide 1 - Slide

weet je het nog?
  • het verschil in notatie van een oplossing van een sterk zuur en een oplossing van een zwak zuur
  • notatie van vaste basische zouten en oplossingen van basische zouten 

Slide 2 - Slide

pak je schrift en binas en doe mee
Geef de juiste notatie van de volgende zuren en basen:
1. een oplossing van zwavelzuur
2. een oplossing van ethaanzuur
3. natronloog
4. calciumcarbonaat
timer
6:00

Slide 3 - Slide

Binas 49
alle andere basen zijn zwak:
- vast zout: XB(s)
- opgelost zout: 
X+(aq) + B-(aq)
reageert met water tot OH +  HB
100% ionisatie:
2H3O+ + SO42-
evenwicht:
CH3COOH(aq)

Slide 4 - Slide

leerdoelen
Aan het eind van deze les 
- kun je een reactievergelijking opstellen van een reactie tussen een zuur en een base
- kun je met behulp van Binas tabel 49 uitzoeken of de zuurbase reactie aflopend is of een evenwicht

Slide 5 - Slide

Zuurbase reacties
Bij een reactie tussen een zuur en een base 
geeft het zuur H+ af aan de base
Je herkent een zuurbase-reactie dus aan 
het verplaatsen van H+ ionen
Voorbeeld:
CH3COOH + OH- --> CH3COO- + HOH (=H2O)

Slide 6 - Slide

STAPPENPLAN                         VEEL OEFENEN!!



Voorbeeld 1: 
reactie van zwavelzuuroplossing en een oplossing van natriumethanoaat









Slide 7 - Slide

STAPPENPLAN                         VEEL OEFENEN!!
1. notatie zuur HZ
sterk -> H3O+(aq) + Z-(aq)
zwak -> HZ(aq)



Voorbeeld 1: 
reactie van zwavelzuuroplossing en een oplossing van natriumethanoaat

notatie zuur:







Slide 8 - Slide

STAPPENPLAN                         VEEL OEFENEN!!
1. notatie zuur HZ
sterk -> H3O+(aq) + Z-(aq)
zwak -> HZ(aq)
2. notatie base B-
goed oplosbaar zout -> X+(aq) + B-(aq)
slecht oplosbaar zout -> XB(s)


Voorbeeld 1: 
reactie van zwavelzuuroplossing en een oplossing van natriumethanoaat

notatie zuur:

notatie base:





Slide 9 - Slide

STAPPENPLAN                         VEEL OEFENEN!!
1. notatie zuur HZ
sterk -> H3O+(aq) + Z-(aq)
zwak -> HZ(aq)
2. notatie base B-
goed oplosbaar zout -> X+(aq) + B-(aq)
slecht oplosbaar zout -> XB(s)
3. noteer alléén deeltjes die H+ opnemen / afstaan in RV 
(overige deeltjes = tribune-ion)

Voorbeeld 1: 
reactie van zwavelzuuroplossing en een oplossing van natriumethanoaat

notatie zuur:

notatie base:

deeltjes die reageren:
in welke verhouding?



Slide 10 - Slide

STAPPENPLAN                         VEEL OEFENEN!!
1. notatie zuur HZ
sterk -> H3O+(aq) + Z-(aq)
zwak -> HZ(aq)
2. notatie base B-
goed oplosbaar zout -> X+(aq) + B-(aq)
slecht oplosbaar zout -> XB(s)
3. noteer alléén deeltjes die H+ opnemen / afstaan in RV 
(overige deeltjes = tribune-ion)

4. maak kloppend
Voorbeeld 1: 
reactie van zwavelzuuroplossing en een oplossing van natriumethanoaat

notatie zuur:

notatie base:

deeltjes die reageren:
in welke verhouding?

reactievergelijking:

Slide 11 - Slide

STAPPENPLAN                         VEEL OEFENEN!!
1. notatie zuur HZ
sterk -> H3O+(aq) + Z-(aq)
zwak -> HZ(aq)
2. notatie base B-
goed oplosbaar zout -> X+(aq) + B-(aq)
slecht oplosbaar zout -> XB(s)
3. noteer alléén deeltjes die H+ opnemen / afstaan in RV 
(overige deeltjes = tribune-ion)

4. maak kloppend
Voorbeeld 2: 
reactie van oplossing van ethaanzuur en vast calciumoxide 

notatie zuur:

notatie base:

deeltjes die reageren:
in welke verhouding?

reactievergelijking:

Slide 12 - Slide

enkele aandachtspunten
1. wanneer is de reactie aflopend en wanneer een evenwicht?
2. het reactieproduct is een instabiel zuur: hoe noteer ik dat?
3. hoe weet ik hoeveel H+ een meerwaardig zuur/base afstaat/opneemt? 

Slide 13 - Slide

1. wanneer is de reactie aflopend en wanneer een evenwicht?

Kijk in Binas 49 of het zuur en de base sterk of zwak zijn:

zuur        base >
sterk
zwak
sterk
aflopend
aflopend
zwak
aflopend
evenwicht

Slide 14 - Slide

2. het reactieproduct is een instabiel zuur: hoe noteer ik dat?
Als er na de pijl   H2CO3       of    H2SO3  ontstaat, dan MOET je dat noteren als     "H2O + CO2" of  "H2O + SO2"

CO2(aq) en SO2(aq) zijn dus zuren!!
CO2(aq) reageert als "H2CO3", er ontstaat CO32- na de pijl
SO2(aq) reageert als "H2SO3", er ontstaat SO32- na de pijl 

Slide 15 - Slide

3. hoe weet ik hoeveel H+ een meerwaardig zuur/base afstaat/opneemt? 
Als er in de opgave staat dat er "een overmaat ...." wordt toegevoegd aan een meerwaardig zuur of een meerwaardige base, dan nemen ze alle H+ op / staan ze alle H+ af

Slide 16 - Slide

STAPPENPLAN                         VEEL OEFENEN!!
1. notatie zuur HZ
sterk -> H3O+(aq) + Z-(aq)
zwak -> HZ(aq)
2. notatie base B-
goed oplosbaar zout -> X+(aq) + B-(aq)
slecht oplosbaar zout -> XB(s)
3. noteer alléén deeltjes die H+ opnemen / afstaan in RV 
(overige deeltjes = tribune-ion)

4. maak kloppend, evenwicht of aflopend?
Voorbeeld 3: 
een overmaat azijn wordt toegevoegd aan calciumcarbonaat         (= ontkalken) 

notatie zuur:

notatie base:

deeltjes die reageren:
in welke verhouding?

reactievergelijking:

Slide 17 - Slide

waarom is deze reactie aflopend?
zwak zuur                      zwakke base
2 CH3COOH(aq) + CaCO3(s) 
                                  --> 2 CH3COO-(aq) + Ca2+(aq) + H2O(l) + CO2(g)
                 geen evenwicht!!

Slide 18 - Slide

waarom is deze reactie aflopend?
zwak zuur                      zwakke base
2 CH3COOH(aq) + CaCO3(s) 
                                  --> 2 CH3COO-(aq) + Ca2+(aq) + H2O(l) + CO2(g)
                 geen evenwicht!!
doordat er bij deze reactie een gas ontstaat (dat ontwijkt), kan de teruggaande reactie niet verlopen

Slide 19 - Slide

Eérst de voorbeeldopdrachten...
Doe je boek open op blz 36.
Dek de uitwerking van voorbeeldopdracht 6 af.
Stel de reactievergelijking op met behulp van je aantekeningen
Klaar? Vergelijk jouw stappen met de stappen in het boek.
--> welke stap vind jij het lastigst?

Doe dit daarna ook met voorbeeldopgave 7 en 8

Slide 20 - Slide

....dán pas zelf oefenen
na les 6: 29 
in en na les 7: 30 en 32
in les 8: 33

na les 8: toetsweek (leerstof > zie mail) 

Slide 21 - Slide