Dag & nacht > les 1

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.
1 / 39
next
Slide 1: Slide
BiologieBasisschoolGroep 5

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Welkom in de les
- Open op je iPad de lessonup app 
- Log in met de code.

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat zie je op deze plaat?

Slide 2 - Mind map

This item has no instructions

Dit leer je vandaag:

  • Hoe dag en nacht ontstaan
  • Dat de dagen niet even lang duren
  • Dat de seizoenen te maken hebben met de lengte van de dagen

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Zonsopkomst
De zon komt elke dag op dezelfde plek op. 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Zonsondergang
De zon gaat elke dag aan de andere kant weer onder. Ook altijd op dezelfde plek. 
Best gek eigenlijk...

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hoe laat is gisteren de zon ondergegaan?

Slide 6 - Mind map

Zon gaat in deze maand (juni) rond 21.50 uur onder. 
Hoe laat is vandaag de zon opgekomen?

Slide 7 - Mind map

Zon komt in deze maand (juni) rond 5.15 uur op. 
Wat draait er precies?
De zon gaat van de ene kant naar de andere kant. De volgende dag begint ze gewoon weer opnieuw.
Het lijkt of de zon draait om de aarde, maar dat is niet zo. 
De zon staat stil en geeft licht en warmte.
De aarde draait wel langzaam rond. Daardoor hebben wij op aarde een dag en een nacht. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Het zonnetje in huis
Dag en nacht kun je zelf makkelijk nadoen. Je hebt hiervoor een pen, een zaklamp en een bal nodig. 
Zet een kruisje op de bal.
Doe de zaklamp aan als het donker is.  
Houd de tennisbal voor de zaklamp en draai de bal langzaam rond.
Wanneer is het dag bij het kruisje? En wanneer is het nacht? 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Link

This item has no instructions

Hoe lang doet de aarde erover om één keer helemaal rond te draaien?
A
60 minuten
B
24 uur
C
1 week
D
1 maand

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Zonsopkomst & zonsondergang
Hier zie je een tabel waarbij een jaar lang de tijden van de zonsopkomst en de zonsondergang bijgehouden zijn.
De tijden zijn nooit hetzelfde. 
Bekijk het maar in de tabel. 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Langer of korter
De dagen van een jaar duren nooit even lang. 
Elke dag heeft natuurlijk wel evenveel uren als de andere dagen, maar de tijd tussen zonsopkomst en zonsondergang is nooit hetzelfde.
In de zomer zit er meer tijd tussen dan in de winter. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

In januari kwam de zon vroeger op dan in februari
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

In maart werd het later donker dan in mei
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Op 1 augustus ging de zon later onder dan op 1 september
A
waar
B
niet waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

De zon komt steeds een stukje vroeger op, het hele jaar door
A
waar
B
niet waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

De dag duurt altijd even lang als de nacht
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Welke dag is de langste dag van het jaar?

Slide 20 - Mind map

This item has no instructions

Lang licht
De langste dag van het jaar is 21 juni.
De zon komt dan heel vroeg op en gaat pas heel laat weer onder. Daardoor blijft het dus lekker lang licht. 
Na 21 juni worden de dagen steeds een stukje korter. 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is de kortste dag van het jaar?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Donkere dagen
De tijd tussen zonsopkomst en zonsondergang is op 21 december het kortst. 
21 december is daarom de kortste dag.
Na 21 december worden de dagen steeds weer een stukje langer. 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Hoeveel seizoenen zijn er?
A
3
B
4
C
5
D
6

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Noem de 4 seizoenen

Slide 26 - Mind map

This item has no instructions

21 december - 21 maart: Winter
De kortste dag van het jaar is het begin van de winter. De winter is voor veel dieren een moeilijk seizoen, want er is weinig voedsel te vinden. Zie je sneeuwklokjes? Dan is de winter bijna voorbij. 

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

21 september - 21 december: Herfst
De dagen worden in de herfst steeds korter. 
De bladeren vallen van de bomen en sommige dieren verzamelen voedsel voor de winter. 

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

21 maart - 21 juni: Lente
De dagen worden steeds langer in de lente. Er worden veel dieren geboren en de natuur komt weer tot leven. 

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

21 juni - 21 september: Zomer
De langste dag is het begin van de zomer. 
Het is vaak lekker warm en de dagen zijn lang. 
In deze tijd bloeien de meeste bloemen. 

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

Van 21 december...
tot 21 juni
Van 21 juni...
tot 21 december.

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Waar hoort het bij? 
Van 21 december tot 21 juni
Van 21 juni tot 21 december
de nachten worden langer
de nachten worden korter
lente
herfst
de dagen worden korter
de dagen worden langer
zomer
winter

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Welk seizoen vind jij het fijnst?
Leg je antwoord uit.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Evaluatie van de les

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Ik heb iets nieuws geleerd deze les.
A
ja
B
nee

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Mijn inzet tijdens deze les was goed.
A
ja
B
nee
C
soms

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Quiz over seizoenen

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Link

This item has no instructions

Bedankt voor je inzet in de les.

Slide 39 - Slide

This item has no instructions