luisterronde 1: schrijf steekwoorden en/of luister aandachtig naar luisterfragment. 4 min.
luisterronde 2: lees de gatentekst rustig door. Dan luisteren naar luisterfragment en vul de ontbrekende woorden in op lege plek in de tekst. 7 min. Klaar? pak antwoordblad en kijk na
Slide 4 - Slide
Zelfstandig aan de slag!
- In stilte zolang de timer loopt!
timer
7:00
Slide 5 - Slide
ZS aan de slag! 7 min.
Ben je klaar? Pak antwoordblad en kijk na.
-
In stilte werken zolang de timer loopt.
timer
7:00000
Slide 6 - Slide
1. Comment
2. C’est
3. Qui
4. Ton
5. Meilleur
6. Ami
7. Dans
8. Même
9. Rue
2.
C’est
10.
Avons
3.
Qui
11.
Habité
4.
Ton
12.
Quand
5.
Meilleur
13.
Bientôt
6.
Ami
14.
Jeudi
7.
Dans
15.
Bien sûr
8.
Même
16.
Commence
9.
Rue
17.
A partir de
18.
Au revoir
Slide 7 - Slide
Parler: spreken in duo's. 10 min.
Vertaal deze zinnen in het Frans en schrijf je eigen verjaardagsdatum op. Schrijf rol A en rol B in het Frans op in je schrift. 5 min.
Met je buurman/buurvrouw ga je een gesprek voeren. A stelt vragen en B geeft antwoord, daarna wissel je van rol. 5 min.
Slide 8 - Slide
Vertalen: 5 min. Spreken: 4 min.
A: Dag! Hoe gaat het?
B: Het gaat goed.
A: wanneer ben je jarig?
B: Ik ben jarig op ................... (datum en maand).
B: Kom je op mijn feest?
A: Ja, natuurlijk.
Slide 9 - Slide
Parler-spreekopdracht vertaling
A: Bonjour! Comment ça va?
B: ça va bien.
A: C'est quand ton anniversaire?
B: C'est le................................(date et mois).
B: Tu viens à ma fête?
A: oui, bien sûr.
Slide 10 - Slide
2V luistervraag reflectie
A
komt u op mijn verjaardag?
B
ga je naar het feest?
C
komt hij naar mijn feest?
D
kom je op mijn feest?
Slide 11 - Quiz
Hoe vond je dat de luisteroefening ging? Kon je alle gaten in de tekst invullen?