Paragraaf 10.1 - Man en Vrouw [3]

10.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de geslachtskenmerken van jongens en meisjes in verschillende levensfasen beschrijven
1 / 12
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

10.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de geslachtskenmerken van jongens en meisjes in verschillende levensfasen beschrijven

Slide 1 - Slide

10.1 Man en vrouw
Wat zijn de verschillen tussen man en vrouw?

  • Geslachtskenmerken > Alle kenmerken die het verschil tussen man en vrouw laten zien

  • Primaire geslachtskenmerken > vanaf geboorte aanwezig 
    - man: penis & balzak / vrouw: vagina & schaamlippen
  • Secundaire geslachtskenmerken > kenmerken vanaf de puberteit (borsten, borsthaar)

  • Vruchtbaar vanaf de puberteit > geslachtscellen aanmaken (zaadcel & eicel)
    - geslachtscellen = voortplantingscellen



Slide 2 - Slide

10.1 Man en vrouw


Secundaire
geslachtskenmerken

Slide 3 - Slide

10.1 Man en vrouw
  • Wat? Maken 10.1 – Opdracht 1 t/m 6
  • Hoe? Blz. 64 t/m 66
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 6 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 4 - Slide

10.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de geslachtsorganen van een man benoemen en de werking uitleggen

Slide 5 - Slide

10.1 Man en vrouw
Hoe werken de geslachtsorganen van een man?

In de puberteit wordt een man vruchtbaar!

  • Zaadballen > maken zaadcellen > opslaan in de bijballen

  • Als een vruchtbare man geslachtsgemeenschap heeft met een vrouw kan hij haar zwanger maken
  • Zaadcel van een man + eicel van een vrouw = baby
  • Zaadcel heeft een kop (met celkern) en een staart (om voort te bewegen)



Slide 6 - Slide

10.1 Man en vrouw
Zaadlozing

  • Erectie is een stijve penis
  • Bij een erectie gaat extra bloed naar de zwellichamen
  • Als een man klaarkomt krijgt hij een zaadlozing
    - Zaadlozing is zaadcellen met vocht
  • Route zaadcel: bijbal > zaadleider > langs zaadblaasjes en prostaat > urinebuis

  • Zaadblaasjes en prostaat voegen zaadvocht toe aan zaadcellen
  • Zaadvocht en zaadcellen samen heet sperma


Slide 7 - Slide

10.1 Man en vrouw
  • Wat? Maken 10.1 – Opdracht 7 t/m 13
  • Hoe? Blz. 67 t/m 69
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 10 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 7 t/m 13 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
10:00

Slide 8 - Slide

10.1 Man en vrouw
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt de geslachtsorganen van een vrouw benoemen en de werking uitleggen
  • Je kunt beschrijven hoe de menstruatiecyclus verloopt

Slide 9 - Slide

10.1 Man en vrouw
Hoe werken de geslachtsorganen van een vrouw?

  1. In de eierstokken zitten onrijpe eicellen in kleine
    blaasjes > follikels
  2. Tijdens rijpen van eicel komt er meer vocht in follikel
    > follikel groeit > eicel groeit ook 
  3. Na enige tijd (1x per maand) barst follikel open > eisprong/ovulatie > rijpe eicel komt in eileider
  • eicel kan in eileider worden bevrucht door zaadcel > vlak voor of na eisprong
  • zaadcellen zwemmen vanuit vagina via baarmoeder naar eileiders
  • wordt de eicel niet bevrucht > sterft af en wordt afgebroken



Slide 10 - Slide

10.1 Man en vrouw
Hoe verloopt de menstruatiecyclus?
  1. Menstruatie en rijping van een eicel
    -
    cyclus begint met menstruatie en duurt gemiddeld 28 dagen
    - een vrouw verliest dan enkele dagen menstruatievocht (slijm met bloed)
    - ondertussen begint in een van de eierstokken een nieuwe eicel te rijpen
  2. Baarmoederslijmvlies wordt dikker
    - na menstruatie groeit baarmoederslijmvlies aan
    - baarmoeder wordt geschikt om een baby te laten groeien
  3. Eisprong (ovulatie)
    - 14 dagen na begin cyclus (begin menstruatie)
    - eicel blijft 12 tot 24 uur in leven
  4. Baarmoederslijmvlies blijft dik
    - eicel niet bevrucht? Baarmoederslijmvlies sterft af en laat los.
    - 2 weken na de eisprong (ovulatie) begint een nieuwe cyclus


Slide 11 - Slide

10.1 Man en vrouw
  • Wat? Maken 10.1 – Opdracht 14 t/m 23
  • Hoe? Blz. 70 t/m 74
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 15 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 14 t/m 23 is af. 
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst).

timer
15:00

Slide 12 - Slide