KGT1 Kern les 69 Taalverzorging

Terugblik

Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 69

Huiswerk en planning

Pluspunten en Kluspunten
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Terugblik

Lesdoel

Theorie

Zelf aan de slag!

Woorden les 69

Huiswerk en planning

Pluspunten en Kluspunten

Slide 1 - Slide

Vorige les ging het over tussenklanken. Wat is waar?
WAAR
NIET
WAAR
Een tussen-s schrijf je als je de s hoort.
Bij een sis-klank schrijf je soms wel twee keer een s.
Je kunt nooit –er als tussenklank tegenkomen.
Als het niet nodig is, schrijf je geen tussenklank

Slide 2 - Drag question

LES 69 
Lesdoel
Ik leer wat voorzetsels zijn en hoe ik ze gebruik.
Voorzetsels
Taalverzorging

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Belangrijk
Een voorzetsel is een woordsoort waarmee je aangeeft
waar of wanneer iets is.

Vaak staan voorzetsels voor een zelfstandig naamwoord.
- De vaas staat op de tafel.
- Zie ik je nog voor de vakantie?


Slide 5 - Slide

Belangrijk
Bij sommige werkwoorden hoort een vast voorzetsel:
 - Houden van
 - Wachten op


Voorzetseluitdrukkingen zijn vaste groepjes woorden met
een voorzetsel:
- Met betrekking tot
- Door middel van

Slide 6 - Slide

Andere voorbeelden

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Belangrijk
Let goed op het verschil tussen ‘na’ en naar’!






Slide 11 - Slide

Zelf aan de slag
Wat?
Werk aan les 69
Hoe?
Lees de opdrachten en probeer de antwoorden te vinden
Klaar?
Verder werken met Numo of Nieuwsbegrip of lezen in je leesboek
Tijd?
10 minuten
Dan:
Kort bespreken wat er gemaakt is. Zijn er vragen? Ben je moeilijkheden tegengekomen?

Slide 12 - Slide

Woorden
les 69
het bestrijdingsmiddel - stof waarmee je schadelijke
diertjes of onkruid bestrijdt


in een bubbel - zitten alleen bezig zijn met je eigen omgeving


kermen - geluiden maken van pijn of verdriet


schijnen - het ziet er zo uit, maar hoeft niet zo te zijn


de uitdrukking - vaste reeks woorden met een aparte betekenis

Slide 13 - Slide

Ik weet wat voorzetsels zijn en hoe je ze gebruikt (R)

- Ik kan voorzetsels herkennen in een zin  (T1)

- Ik kan in een zin of bij een werkwoord het juiste werkwoord gebruiken (T2)

- Ik kan zelf een goede zin maken waarin ik een gegeven voorzetsel gebruik (I)
Doel bereikt?

Slide 14 - Slide

Huiswerk + plannen
Schrijf je huiswerk in je Plenda

Hak je huiswerk in stukjes en verdeel
over de dagen vóórdat het af moet zijn




Was je afwezig?
Schrijf je huiswerk over uit Magister in je Plenda en plan zoals hierboven beschreven

Slide 15 - Slide

Pluspunten & kluspunten?

Voor jezelf
Voor de klas
Voor de docent

Slide 16 - Slide