nakijken les 1

1 / 16
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

regel 3: infantes audit. Wat betekent deze zin?
A
De baby's horen.
B
Hij hoort de baby's.
C
Zij hoort de baby's.
D
De slaaf hoort de baby's.

Slide 3 - Quiz

regel 6: Pueri clamant et lacrimant: wat zijn de twee persoonsvormen in deze zin? Schrijf alleen de twee werkwoordvormen op in het Latijn

Slide 4 - Open question

Rex servum iubet pueros necare: wat is de goede vertaling?
A
de koning beveelt de jongens te doden
B
de koning beveelt de slaaf de jongens te doden
C
de koning beveelt de slaven de jongen te doden
D
de jongens worden gedood door de slaaf van de koning

Slide 5 - Quiz

servus regem timet. Ideo mandatum non recusat. Vraag: wie/ wat is het Nederlandse onderwerp van recusat?
A
de koning
B
hij
C
de slaaf
D
vreest

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

regel 10: Tamen pueros non necat.
Hoe vertaal je deze zin?
A
Toch worden de jongens niet gedood.
B
Toch doden ze de jongen niet.
C
Toch doodt hij de jongen niet.
D
Toch doodt hij de jongens niet.

Slide 8 - Quiz

regel 11: Wat is het lijdend voorwerp bij het werkwoord portat? Schrijf het Latijnse woord op.

Slide 9 - Open question

regel 11: Servus corbem tollit et pueros ad flumen portat. Wat zijn de twee werkwoorden in deze zin?
A
tollit en portat
B
corbem en portat
C
tollit en pueros
D
corbem en tollit

Slide 10 - Quiz

regel 12: corbem in flumen ponit. Corbis natat. Wat is waar? Geef het juiste antwoord.
A
corbem is lijdend vw. en corbis is onderwerp
B
corbis is lijdend voorwerp en corbem is onderwerp
C
corbem en corbis zijn beide lijdend voorwerp
D
corbem en corbis zijn beide onderwerp

Slide 11 - Quiz

Flumen corbem ad locum portat, ubi aqua inter arbores fluit.
Welk woord is het onderwerp van de zin voor de komma?
A
corbem
B
flumen
C
locum
D
portat

Slide 12 - Quiz

Flumen corbem ad locum portat, ubi aqua inter arbores fluit.
Welk woord is het onderwerp van de zin na de komma?
A
ubi
B
arbores
C
fluit
D
aqua

Slide 13 - Quiz

Flumen corbem ad locum portat, ubi aqua inter arbores fluit. Wat zijn de twee persoonsvormen van deze zin?
A
corbem en flumen
B
portat en fluit
C
locum en portat
D
arbores en fluit

Slide 14 - Quiz

Flumen corbem ad locum portat, ubi aqua inter arbores fluit. Wat is waar?
A
corbem is lijdend voorwerp en arbores ook
B
corbem is lijdend voorwerp en locum ook
C
locum en arbores zijn lijdend voorwerp
D
locum en arbores zijn geen lijdend voorwerp, maar staan na een voorzetsel

Slide 15 - Quiz

Vond je deze les moeilijk? Geef antwoord door de juiste emoji aan te kliken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Poll