test je kennis H2 en intro H3 Elektrisch gereedschap

Test je kennis H2 + intro H3
- Test je kennis H2
Info H3 en maak de vragen H3
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Test je kennis H2 + intro H3
- Test je kennis H2
Info H3 en maak de vragen H3

Slide 1 - Slide

Groepsindeling
1. Theorie, 2. Praktijk:        Dean, Furkan, Brayden, Jamie, Selena, Tugay, Aman, Mounir, Yunus 

1. Praktijk, 2. Theorie:                 Kenji, Mikolaj, Jayden, Milan, Ismail, Rosa, Mike, Erykah, Marco 








Slide 2 - Slide

1. Wat is aftekenen van een ontwerp?
A
Het afmaken van een tekening waaraan je eerder bent begonnen.
B
Overbrengen van een tekening op de materialen van een werkstuk
C
Je handtekening zetten voor de materialen die je gekocht hebt.
D
Het laatste stukje van je werkstuk afmaken.

Slide 3 - Quiz

Wat zijn materialen?
A
Kunststof onderdelen die je in je werkstuk gebruikt
B
Houten onderdelen die je in je werkstuk gebruikt.
C
Handgereedschap dat je gebruikt om je werkstuk te maken.
D
Spullen waarvan je een werkstuk maakt.

Slide 4 - Quiz

Wat moet men doen voordat ze kunnen aftekenen?
A
Uitmeten waar je de zaag- of buiglijn tekent.
B
De verschillende soorten gereedschappen klaarleggen
C
Nagaan of de machines beschikbaar zijn voor jou.
D
Het werkstuk goed vastzetten voor je veiligheid.

Slide 5 - Quiz

Bij het aftekenen gebruikt men een aantal gereedschappen. Hoe noemt
men het gereedschap op de afbeelding?
A
Gradenboog.
B
Rolmaat.
C
Schuifmaat
D
Duimstok.

Slide 6 - Quiz

Met een schuifmaat kun je heel nauwkeurig meten. Op hoeveel mm
nauwkeurig kan een schuifmaat meten?
A
0,03 mm.
B
0,01 mm.
C
0,10 mm.
D
0,05 mm.

Slide 7 - Quiz

Voor het aftekenen zijn er hulpmiddelen nodig. Een van die
hulpmiddelen is een centerpons. Waarvoor dient een centerpons?
A
Daarmee kun je als een pen in kunststofsoorten of metaal krassen.
B
Daarmee kun je op plexiglas een ontwerp maken.
C
Daarmee kun je op hard materiaal met een punt aangeven waar je moet boren.
D
Daarmee kun je in hout een putje maken.

Slide 8 - Quiz

Om goed en veilig te kunnen werken, moet het werkstuk vaak vastzitten.
Waarvoor gebruikt men het gereedschap op de afbeelding?
A
Om het werkstuk tijdens het boren vast te zetten.
B
Om twee gelijmde onderdelen tegen elkaar te klemmen.
C
Om het werkstuk vast te zetten zodat je er makkelijk aan kunt werken
D
Om het werkstuk niet te beschadigen bij het klemmen

Slide 9 - Quiz

Fred heeft een kastje getimmerd en wilt dat versieren met bloemetjes
die hij uit een dunne houten plaat moet zagen. Welke zaag moet hij
hiervoor gebruiken?
A
Figuurzaag.
B
Houtzaag.
C
kapzaag
D
beugelzaag

Slide 10 - Quiz

Fred heeft een kastje getimmerd en wilt dat versieren met bloemetjes
die hij uit een dunne houten plaat moet zagen. Welke zaag moet hij
hiervoor gebruiken?
A
Figuurzaag.
B
Houtzaag.
C
Kapzaag.
D
Beugelzaag.

Slide 11 - Quiz

Op de afbeelding is een schroef te zien. Welke schroevendraaier
gebruikt men voor deze schroef?
A
Platte schroevendraaier.
B
Kruiskopschroevendraaier
C
Torxschroevendraaier.
D
Gewone schroevendraaier.

Slide 12 - Quiz

Soms moet het materiaal gebogen worden om het te kunnen
verwerken. Hans is bezig met een werkstuk en wilt een koperen buis
buigen. Kan hij de buis buigen?
A
Je hebt een grote kans dat de buis breekt
B
Kan niet worden gebogen als je de buis eerst niet verwarmt.
C
Kan worden gebogen maar houdt maar kort de nieuwe vorm.
D
Kan worden gebogen en houdt de nieuwe vorm.

Slide 13 - Quiz

H3 Elektrisch gereedschap

- Diverse soorten elektrische gereedschap benoemen
- Van het gereedschap aangeven waarvoor je het gebruikt.
- Het juiste gereedschap voor een taak uitkiezen
- Het gekozen gereedschap veilig gebruiken

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

H3 Maken t/m 3.04
blz. 159 t/m 166

Niet af is huiswerk.
Inleveren in classroom

Slide 18 - Slide