Meervoudsvorming

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Meervoudsvorming

Meervoud op -en

Meervoud op -s

Meervoud op -'en of -'s

Meervouden met een trema -iën / -ieën 

Twee meervoudsvormen 

Bijzondere meervoudsvormen

Het meervoud van monnik:

1. monnikken
2. monniken
3. moniken
4. monikken

Het meervoud van gps:

1. gpsen
2. gps-en
3. gps'en
4. gpssen

Het meervoud van melodie:

1. melodieen
2. melodieën
3. melodién
4. melodiën

Het meervoud van idee:

1. ideeën
2. ideen
3. ideeen
4. ideën

Het meervoud van baby:

1. babys
2. babies
3. baby's

Het meervoud van model:

1. modellen
2. modelen

Wat zijn de twee meervoudsvormen van museum?

In de wei staat een rund.
meervoud van rund

1. runden
2. runderen

Wat zijn de twee meervoudsvormen van groente?

Ik voel me soms een dommerik.
meervoudsvorm van dommerik

Mijn zusje is een dreumes.
meervoudsvorm van dreumes

Max Verstappen is een coureur. Wat is daarvan de meervoudsvorm?

Ik heb 50 euro in mijn portemonnee. Wat is de meervoudsvorm van portemonnee?

Bij mijn friet (of patat) neem ik altijd een frikandel. meervoud van frikandel

Wat is het meervoud van 'perzik'?

1. perziken
2. perzikken

Wat is het meervoud van brood?

Wat is het meervoud van logo?

Wat is het meervoud van kruik?

Wat is het meervoud van café?

Wat is het meervoud van bureau?

Wat is het meervoud van economie?

Wat is het meervoud van therapie?