Oefentoets H4

Oefentoets H4
Vandaag maak je een oefentoets over hoofdstuk 4. Alle vragen kun je beantwoorden in deze lessonup. De oefentoets bestaat uit 20 vragen.
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Oefentoets H4
Vandaag maak je een oefentoets over hoofdstuk 4. Alle vragen kun je beantwoorden in deze lessonup. De oefentoets bestaat uit 20 vragen.

Slide 1 - Slide

Vraag 1: Wat is de juiste omschrijving van het begrip 'onzeker voorval'. (1p)
A
Een gebeurtenis die je niet vooraf kunt voorspellen.
B
Een gebeurtenis waarbij de verzekering geen schade vergoedt.
C
Een gebeurtenis waarvoor je geen dekking kunt krijgen.
D
Een gebeurtenis waarvoor je niet verzekerd bent.

Slide 2 - Quiz

Onderweg naar huis maakt Eelco met zijn auto een lange kras op de auto van Gerard. De schade aan Gerard’s auto is € 1.300.
Eelco heeft de onderstaande verzekeringen afgesloten.
Via welke verzekering wordt de schade aan de auto van Gerard vergoed? (1p)
A
aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren (AVP)
B
cascoverzekering voor motorvoertuigen 
C
fietsverzekering
D
WA-verzekering voor motorvoertuigen

Slide 3 - Quiz

De Leidsche Verzekering heeft vorig jaar 625 keer schade uitgekeerd. Bereken het gemiddelde bedrag per keer. (2p)

Van de Leidsche Verzekering zijn over vorig jaar de volgende gegevens

bekend:
● Er waren 14.000 verzekerden die gemiddeld € 78 aan premie
betaalden.
● 20% van de premieopbrengst was nodig om de kosten te betalen van
o.a. personeel, gebouw en reclame.
● De winst van de verzekeraar bedroeg € 323.600. 







Slide 4 - Slide

Vraag 5: Bekijk het gedeelte uit de polisvoorwaarden voor een fietsverzekering hieronder. 
Uit de polisvoorwaarden van Unigarant:

Bij diefstal of beschadiging van uw fiets bedraagt het eigen risico € 125 per gebeurtenis. 

 Na een inbraak in haar schuur vindt Marije haar fiets vlak bij haar huis weer terug. De fiets is flink beschadigd en wordt voor € 390 gerepareerd. Ze claimt de schade bij de verzekeringsmaatschappij. Hoeveel procent van de schade krijgt Marije uitgekeerd? (1p)

Slide 5 - Slide

Lex heeft een nieuwe sportfiets die hij voor € 2.390 kocht.  Deze maand verhuisde Lex van Utrecht naar Zutphen. Reken uit met hoeveel procent zijn premie gedaald is. Rond af op één decimaal. (2p)

Slide 6 - Slide

Simone is getrouwd en heeft twee kinderen. Ze sluit een aansprakelijkheidsverzekering af bij SURE. Ze kiest voor een verzekering zonder eigen risico. Bereken de verzekeringskosten in het eerste jaar. (2p) 

Slide 7 - Slide

Vraag 8: Bekijk de premietabel van de inboedelverzekering van ZorgeloosWonen. Maak de vraag op de volgende pagina.

Slide 8 - Slide

Henk Drost (9401 VH) verzekert zijn inboedel voor € 112.000.
Hij neemt de uitgebreide dekking en betaalt de premie voor het hele jaar in één keer.
Bereken de totale verzekeringskosten voor de inboedelverzekering van Henk in het eerste jaar. (2p)

Slide 9 - Open question

De premie voor een aansprakelijkheidsverzekering voor particulieren is vaak maar enkele euro’s per maand, terwijl deze verzekering schade tot soms € 3 miljoen vergoed. Geef hiervoor een mogelijke verklaring. (1p)

Slide 10 - Open question

Vraag 10: Tim en Louise sloten in 2017 een inboedelverzekering af met een verzekerde waarde van € 57.000. Na een waterschade van € 15.000 kregen ze € 12.000 uitgekeerd. Tim en Louise waren onderverzekerd. Bereken de werkelijke waarde van hun inboedel. (2p)

Slide 11 - Open question

Vraag 11: Hoe heeft de verzekering die uitkeert bij diefstal of beschadiging van je eigen voertuig? (1p)
A
AVP
B
Cascoverzekering
C
Verzekering tegen schade aan personen
D
WA-verzekering voor motorvoertuigen

Slide 12 - Quiz

Vraag 14: Geef een juiste omschrijving van het begrip 'no-claimkorting'. (1)

Slide 13 - Open question

Vraag 15: Geef aan of de volgende beweringen juist of onjuist zijn. Sleep de beweringen naar het goede woord. (2p)
Juist
Onjuist
Als je schade claimt, dan stijgt de premie van de autoverzekering. 
AVP is de officiële benaming van de WA-verzekering voor voertuigen. 
Een allriskverzekering is een verzekering voor schade die je met je voertuig aan een ander toebrengt. 
Een WA-verzekering voor motorvoertuigen is verplicht.

Slide 14 - Drag question

Vraag 16: Bekijk bovenstaande bonus-malusladder. Beantwoord de vraag op de volgende pagina.

Slide 15 - Slide

Quinten zat op B/M-trede 15. Maar afgelopen jaar heeft hij een schade geclaimd, waardoor hij dit jaar meer premie moet betalen. De brutopremie van Quinten is € 1.925 per jaar.
Bereken met hoeveel euro zijn netto maandpremie is gestegen. (2p)

Slide 16 - Open question

Vraag 17: Uit welke twee delen bestaande meeste zorgverzekeringen? (1p)

Slide 17 - Open question

Vraag 18: Bij zorgverzekeringen is er sprake van solidariteit, omdat iedereen hetzelfde betaald voor de basisverzekering. Zoals bij veel andere verzekeringen kun je bij de zorgverzekering een eigen risico sluiten. Sommige mensen zijn tegen het eigen risico in de zorg, omdat het zorgt voor minder solidariteit. Geef een argument voor deze mening. (1p)

Slide 18 - Open question

Vraag 19: Bekijk bovenstaande tabel van een zorgverzekering. Beantwoorde vraag op de volgende pagina.

Slide 19 - Slide

Vraag 19: Sybrant heeft een zorgverzekering afgesloten. Eerst wilde hij geen vrijwillig eigen risico, maar uiteindelijk kiest hij een eigen risico van € 500.
Hoeveel procent is Sybrant goedkoper uit nu hij een maximaal eigen risico heeft? (1p)

Slide 20 - Open question

Vraag 20: Bekijk de tabel over zorgtoeslag hierboven. Beantwoord de vraag op de volgende pagina.

Slide 21 - Slide

Vraag 20: Faroek verdient in 2015 € 20.950. Hij betaalt elke maand een zorgpremie van € 107,35. Hoeveel procent van zijn zorgpremie kan Faroek betalen met zijn zorgtoeslag? (1p)

Slide 22 - Open question

Cijfer berekenen
1. Tel al je punten bij elkaar op.
2. Bereken je cijfer als volgt:
Behaalde punten × 9 ÷ 28 + 1
3. Noteer je cijfer en stuur dit via teams naar je docent.
 

Slide 23 - Slide

Volgende week
Beoordelingsweek B
Toets hoofdstuk 3 en 4.
Veel succes met leren!

Slide 24 - Slide