This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 15 min
Items in this lesson
BONJOUR
Slide 1 - Slide
Regarde bien les couleurs
Slide 2 - Slide
Bleu foncé Donker blauw
Bleu clair Licht (helder) blauw
Als een kleur als BN wordt gebruikt past het zich aan aan het ZN. De uitzondering hierop zijn kleuren die vernoemd zijn naar objecten, zoals l'orange et le marron.
Slide 3 - Slide
C'est quelle couleur?
A
Vert
B
Rouge
C
Bleu
D
Jaune
Slide 4 - Quiz
C'est quelle couleur?
A
Rose
B
Vert
C
Noir
D
Rouge
Slide 5 - Quiz
C'est quelle couleur?
A
Noir
B
Blanc
C
Vert
D
Jaune
Slide 6 - Quiz
C'est quelle couleur?
A
Blanc
B
Violet
C
Bleu
D
Orange
Slide 7 - Quiz
C'est quelle couleur?
A
Vert
B
Marron
C
Gris
D
Orange
Slide 8 - Quiz
C'est quelle couleur?
A
Rouge
B
Bleu
C
Gris
D
Noir
Slide 9 - Quiz
Il y a deux couleurs qui ne changent jamais, lesquelles?
Slide 10 - Open question
Le crayon jaune
Le pull orange
La maison blanche
Le loup gris
Slide 11 - Drag question
Écris les couleurs
Slide 12 - Mind map
Au travail
1. Beschrijf je uiterlijk en kleding. (Gebruik je porte)
2. Beschrijf je buurman/buurvrouw.
3. Zoek een plaatje van een persoon/personage en beschrijf het karakter en uiterlijk in ca 50 woorden.