1.2.2 Nestblijvers en nestvlieders

thema 1 extra basisstof 1.8
nestblijvers en nestvlieders
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

thema 1 extra basisstof 1.8
nestblijvers en nestvlieders

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

nestblijvers
bij de geboorte:

- hulpeloos
- kaal
- blind
- kunnen niet op eigen poten staan

Slide 4 - Slide

nestvlieders
Bij de geboorte:

- lopen dezelfde dag al rond
- kunnen direct zien
- hebben (dons)veren

Slide 5 - Slide


A
nestblijver
B
nestvlieder

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide


A
nestblijver
B
nestvlieder

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Slide


A
nestblijver
B
nestvlieder

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide


A
nestblijver
B
nestvlieder

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide


A
nestblijver
B
nestvlieder

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide


A
nestblijver
B
nestvlieder

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide


A
nestblijver
B
nestvlieder

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Slide

nestblijvers

broeden op hoge plaatsen
weinig eieren
kleine lichte eitjes
snel volwassen
nestvlieders

broeden op de grond/water
veel eieren
grote zware eieren
laat volwassen

Slide 20 - Slide

 nestblijvers onder zoogdieren

Slide 21 - Slide

nestvlieders onder zoogdieren

Slide 22 - Slide

waarom verlaten de grauwe gansjes snel hun nest?
A
omdat het daar te gevaarlijk is
B
om te leren zwemmen
C
omdat het nest te klein is
D
om zelf eten te zoeken

Slide 23 - Quiz

waar leggen nestblijvers vaak hun eieren?
A
Op een hoge plaats
B
Tussen de bosjes op de grond
C
In het riet
D
in een holletje onder de grond

Slide 24 - Quiz

hoefdieren zijn
A
nestblijvers
B
nestvlieders

Slide 25 - Quiz

welk knaagdier is een nestvlieder?
A
rat
B
hamster
C
cavia
D
konijn

Slide 26 - Quiz

Welke vogel ontwikkelt zich het snelst nadat hij uit het ei is?
A
nestblijver
B
nestvlieder

Slide 27 - Quiz

wie is de langste nestblijver?
A
hond
B
kat
C
olifant
D
mens

Slide 28 - Quiz

maak opdracht 31 en 32 in je werkboek

Slide 29 - Slide