Oefenvragen

Oefentoets Plant & Dier
1 / 20
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Oefentoets Plant & Dier

Slide 1 - Slide

Organisme
Orgaan stelsel
Orgaan
Weefsel
Cel

Slide 2 - Drag question

Bij welk rijk kunnen de organismen bladgroenkorrels in de cellen hebben?
Bij het rijk van de
A
bacterie
B
dieren
C
planten
D
schimmel

Slide 3 - Quiz

De vier rijken

Slide 4 - Slide

4. Welk onderdeel van de plantencel hoort bij welk getal?
1.
3.
6.
Bladgroenkorrel
Celkern
Vacuole

Slide 5 - Drag question

Plantencel vs. Dierlijke cel

Slide 6 - Slide

Wat heb je niet nodig voor fotosynthese?
fotosynthese:
koolstofdioxide + water + licht => glucose + zuurstof

Mineralen zijn nodig om van glucose eiwitten en vetten te maken, maar dat is geen fotosynthese
A
mineralen
B
zonlicht
C
water
D
koolstofdioxide

Slide 7 - Quiz

Fotosynthese
fotosynthese

Slide 8 - Slide

Vraag 5
Goed of fout. Sleep de volgende zinnen naar het juiste vak:
Goed
Fout
Voor fotosynthese is licht nodig.
Voor verbranding is licht nodig.
Fotosynthese vindt overdag en 's nachts plaats.
Verbranding vindt overdag en 's nachts plaats.
Overdag verbruikt én maakt een plant zuurstof.

Slide 9 - Drag question

Noem 2 functies van de bladeren?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Insectenbloem
Windbloem

Slide 12 - Drag question

Verschil insectenbloem en windbloem

Slide 13 - Slide

Leg uit wat het verschil is tussen bestuiving en bevruchting

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Video

Slide 16 - Video

Door welke manier worden de zaden uit het filmpje verspreid?
A
Dieren
B
De plant zelf
C
De wind

Slide 17 - Quiz

Zaadverspreiding
  • Wind
  • Dieren
  • Zeewater
  • Door de plant zelf > springzaad

Slide 18 - Slide

1. Wie zie je hier en waar is hij bekend mee geworden?

Slide 19 - Open question

Wat gebeurt er bij natuurlijke selectie?
A
De organismen die het best zijn aangepast aan de omgeving, krijgen meer nakomelingen.
B
Het ontstaan van een nieuwe soort.

Slide 20 - Quiz