Paragraaf 6.2 - Spiegelbeelden

Feesten:
Spiegelbeelden
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Feesten:
Spiegelbeelden

Slide 1 - Slide

Planning
Herhalen vorige keer.
Planning en leerdoelen bespreken.
Spiegelbeeld.
Virtueel beeld.
Zelfstandig werken. 

Slide 2 - Slide

Herhalingsopdracht
Wat? Je gaat de TL buis tekenen (brede lichtbron) aan de hand van de schaduwen die op het scherm staan. 
Hoe?  Je doet dit zelfstandig met behulp van een liniaal
Hulp? Gebruik de randstralen
Tijd? 5 min
Uitkomst? Je kunt de lichtbron tekenen m.b.v. de randstralen.
Klaar? Lees de tekst van spiegelbeelden vast door. 
timer
4:00

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kunt uitleggen dat een spiegelbeeld op één belangrijk punt verschilt van de wereld voor de spiegel. 
  • Je kunt de spiegelwet uitleggen met behulp van een tekening. 
  • Je kunt schematisch tekenen hoe een lichtstraal door een spiegel teruggekaatst wordt. 
  • Je kunt met de spiegelwet verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan.

Slide 4 - Slide

Introductie
Als zonlicht op een vel wit papier of op een spiegel valt, wordt het teruggekaatst. Bij het vel papier is die terugkaatsing diffuus: het weerkaatste zonlicht beweegt alle kanten op. Bij een spiegel wordt het licht juist heel gericht – spiegelend – teruggekaatst.

Slide 5 - Slide

Spiegelbeelden bekijken
In een spiegel zie je een levensecht beeld van je eigen wereld. Het spiegelbeeld heeft zelfs diepte: het lijkt echt achter de spiegel te liggen. Kijk maar eens naar je hand, als je een spiegel vasthoudt, en dan naar het beeld van je gezicht. Je voelt dat je ogen zich steeds anders moeten instellen. Het spiegelbeeld is verder weg dan je hand. 
 De spiegelwereld verschilt op één belangrijk punt van de wereld voor de spiegel. Dat merk je meteen als je tekst bekijkt via een spiegel. Je ziet de tekst dan in spiegelschrift 

Slide 6 - Slide

Is de bewering juist of onjuist?
Tim zegt: "Bij een spiegel worden boven en onder omgekeerd."
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Is de bewering juist of onjuist?
Ron zegt: "Bij een spiegel worden links en rechts omgekeerd."

A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

Spiegelschrift ziet er gewoon uit als je het via een (achteruitkijk)spiegel bekijkt.

Slide 9 - Slide

Welke van deze letters zien er precies hetzelfde uit als je ze via een spiegel bekijkt?
A
H
B
M
C
B
D
T

Slide 10 - Quiz

Welke van deze letters zien er precies hetzelfde uit als je ze via een spiegel bekijkt?
A
A
B
F
C
B
D
X

Slide 11 - Quiz

Wat heeft dit te maken met spiegeling?

Slide 12 - Open question

De spiegelwet
In figuur zie je hoe een vlakke spiegel een smalle lichtbundel terugkaatst. Je kunt zo’n lichtbundel tekenen als één lichtstraal. 
 Op de plaats waar de lichtstraal de spiegel raakt, is een lijn getekend die loodrecht op de spiegel staat: de normaal. De hoek tussen de invallende lichtstraal en de normaal heet de hoek van inval (∠ i). De hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaal heet de hoek van terugkaatsing (∠ t). 
 
Bij terugkaatsing door een vlakke spiegel geldt altijd: 
 hoek van inval = hoek van terugkaatsing 
 Deze regel wordt de spiegelwet genoemd.

Slide 13 - Slide

De spiegelwet: ∠ i =∠ t

Slide 14 - Slide

De teruggekaatste lichtstraal tekenen 
 
 

Met de spiegelwet kun je tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.  
1 Leg je geodriehoek neer zoals in de tekening 
2 Teken de normaal. De normaal staat altijd loodrecht op het vlak van inval (de spiegel).  
3 Lees de hoek van inval af.  
4 Leg je geodriehoek nu langs de andere kant van de normaal.  
5 Zet de hoek van terugkaatsing uit.  
6 Teken de teruggekaatste lichtstraal.

Slide 15 - Slide

Zo kun je tekenen hoe een lichtstraal teruggekaatst wordt.

Slide 16 - Slide

In de afbeelding zie je hoe een spiegel een lichtstraal gericht terugkaatst.
Welke hoek is de hoek van inval?
A
hoek A
B
hoek B
C
hoek C
D
hoek D

Slide 17 - Quiz

Een lichtstraal wordt door een spiegel teruggekaatst. De hoek tussen de teruggekaatste lichtstraal en de normaalspiegel bedraagt 20 graden.
Hoe groot is de hoek van inval?
De hoek van inval is...………………. graden.

Slide 18 - Open question

In de afbeelding zie je hoe een spiegel een lichtstraal gericht terugkaatst.
Welke hoek is de hoek van terugkaatsing?
A
hoek A
B
hoek B
C
hoek C
D
hoek D

Slide 19 - Quiz

Met de spiegelwet kun je tekenen hoe een lichtstraal door de spiegel teruggekaatst wordt.
Kruis aan welke voorwerpen je beslist nodig hebt om een teruggekaatste lichtstraal te tekenen.
A
geodriehoek
B
gum
C
liniaal
D
potlood

Slide 20 - Quiz

Op een spiegel valt een lichtbundel uit een zaklantaarn. De lichtstralen die de lichtbundel begrenzen, zijn getekend.
Bij welke lichtstraal is de hoek van terugkaatsing het kleinst?
A
de linke lichtstraal
B
de rechte lichtstraal
C
bij beide lichtstralen is de hoek van terugkaatsing even groot

Slide 21 - Quiz

Spiegelbeelden en de spiegelwet
Met de spiegelwet kun je ook verklaren hoe spiegelbeelden ontstaan. Als je een brandende kaars voor een spiegel zet, valt er licht op de spiegel. Dit licht wordt door de spiegel teruggekaatst volgens de spiegelwet. Maar voor iemand die in de spiegel kijkt, lijkt het licht van achter de spiegel te komen.

Slide 22 - Slide

Het spiegelbeeld van de kaars lijkt achter de spiegel te staan.
Het spiegelbeeld van de kaars lijkt achter de spiegel te staan.

Slide 23 - Slide

Een virtueel beeld
Doordat het licht van achter de spiegel lijkt te komen, zie je in de spiegel een tweede kaars. Uiteraard bevindt er zich in werkelijkheid geen kaars in de spiegel. Het beeld van de kaars is een virtueel beeld. De tweede kaars bestaat alleen in onze gedachten.

Slide 24 - Slide

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Puck zegt: "In een spiegel zie je diepte."
A
juist
B
onjuist

Slide 25 - Quiz

Zijn de beweringen juist of onjuist?
Reshano zegt: "Als zonlicht op een spiegel valt, wordt het licht in alle richtingen teruggekaatst.

A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz


Bij welke spiegel is de hoek van inval het grootst?
A
de linkse spiegel
B
de middelste spiegel
C
de rechtse spiegel

Slide 27 - Quiz

De jongen ziet het spiegelbeeld van de kaars in de spiegel.
Kruis de juiste bewering aan over de punt van de vlam en zijn spiegelbeeld.
A
de punt van de vlam ligt iets dichter bij de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam
B
de punt van de vlam ligt even ver van de spiegel als het spiegel beeld van de punt van de vlam
C
de punt van de vlam ligt iets verder weg van de spiegel dan het spiegel beeld van de punt van de vlam

Slide 28 - Quiz

Opdrachten maken
Wat: lees paragraaf de tekst en maak opgave 1 t/m 10. 
Hoe: Je mag fluisterend overleggen binnen je groepje. 
Hulp: Kijk in je boek. 
Tijd: 15 minuten lang 
Klaar?: Vraag om een nakijkblad. 

timer
15:00

Slide 29 - Slide