5.1: Een verdeelde wereld DEEL 1

Welke twee landen stonden lijnrecht tegenover elkaar?
A
Sovjet-Unie en Duitsland
B
VS en Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Duitsland
D
China en de Sovjet-Unie
1 / 24
next
Slide 1: Quiz
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welke twee landen stonden lijnrecht tegenover elkaar?
A
Sovjet-Unie en Duitsland
B
VS en Sovjet-Unie
C
Frankrijk en Duitsland
D
China en de Sovjet-Unie

Slide 1 - Quiz

Koude Oorlog

Slide 2 - Mind map

Wat zijn de belangrijkste verschillen tussen het kapitalisme en het communisme?

Slide 3 - Open question

Interbellum
  • Ontstaan totalitaire regimes: communisme in Sovjet-Unie, fascisme in Italië en nationaalsocialisme in Duitsland
  • Niet-aanvalsverdrag tussen Duitsland en Sovjet-Unie
  • Appeasement-politiek
  • Isolationisme VS: bemoeien zich niet met politiek in Europa

Slide 4 - Slide

Tweede Wereldoorlog
  • Duitsland begint een nieuwe oorlog, verovert Europa
  • Sovjet-Unie en de VS verslaan nazi-Duitsland, bevrijden Europa
  • VS laat haar spierballen zien met de atoombommen op Japan
  • SU en VS voor dilemma: Hoe moet de wereld er na WOII uit zien?
  • Europese landen zwak en arm.

Slide 5 - Slide

5.1: Een verdeelde wereld
Er ontstaan twee invloedssferen in Europa; een Westerse invloedssfeer onder leiding van de VS en een oosterse invloedssfeer onder leiding van de SU. Er ontstaat een Koude oorlog tussen de VS en de SU. Zij gaan hun eigen bondgenootschappen vormen. 

Slide 6 - Slide

Leerdoelen 5.1
5.1A: Je kunt verklaren wat de oorzaken zijn voor het ontstaan van twee invloedssferen in Europa.
5.1B: Je kunt uitleggen op welke manier de Verenigde Staten probeerde om (West) Europa in haar invloedssfeer te houden.
5.1C: Je kunt uitleggen welk proces er vooraf ging aan de splitsing van Duitsland in twee landen.
5.1D: Je kunt verklaren wat de oorzaken zijn van het ontstaan van de Koude Oorlog tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie.
5.1E: Je kunt de twee nieuwe bondgenootschappen die ontstaan tijdens de Koude Oorlog benoemen.

Slide 7 - Slide

Angst en verschillen
  • Interbellum: Angst voor communisme in Europa en Amerika door voorbeeld SU
  • Totalitaire staat, geen vrijheid
  • Tijdelijke samenwerking tegen Duitsland en Japan in WOII
  • SU wilt veiligheid tegen Duitsland en kapitalistische westen
  • Tegengestelde belangen!
5.1A/D

Slide 8 - Slide

Kaart Europa, 1812

Slide 9 - Slide

Kaart Europa, maart 1918

Slide 10 - Slide

Kaart Europa, 1936

Slide 11 - Slide

Kaart Europa, december 1941

Slide 12 - Slide

Kaart Europa, 1945

Slide 13 - Slide

Tegengestelde belangen
  • Stalin: Oost-Europa moet communistisch worden
  • VS en GB: Eigen leiders kiezen via verkiezingen
  • Verantwoordelijkheid goed bestuur in Oost-Europa bij SU, in West-Europa bij VS en GB
5.1A/D

Slide 14 - Slide

Twee Europa's
  • Oost-Europa: satellietstaten van Sovjet-Unie, verkiezingen gemanipuleerd en ontstaan communistische dictaturen.
  • West-Europa: Democratisch en kapitalistisch.
  • Ontstaan twee invloedssferen: West door VS, Oost door SU
  • Grens: IJzeren Gordijn
5.1A/D

Slide 15 - Slide

Kaart Europa, 1949

Slide 16 - Slide

Containment politiek
  • Zwak Europa: Verlies koloniën, armoede, weinig macht.
  • VS: Angst voor communisme in Europa!
  • President Truman: Politiek om elk democratisch land te steunen dat werd bedreigd door communisme
  • Militaire steun aan bedreigde democratie
  • Economische steun: Marshallplan, leningen en hulpgoederen naar Europa
  • Idee: Communisme minder aantrekkelijk
  • Hierdoor verslechterde relatie VS-SU
5.1B/D

Slide 17 - Slide

Bekijk de afbeelding. Leg uit dat de afbeelding te maken heeft met de Containment politiek.

Slide 18 - Open question

Waarom vond Stalin het zo belangrijk dat landen in Oost-Europa communistisch zouden worden?

Slide 19 - Open question

Waarom spreken we over het ontstaan van een 'Koude Oorlog'?

Slide 20 - Open question

Waarom wilde de Sovjet-Unie communisme in Oost-Europa?
A
Veiligheid tegen het Westen
B
Verbetering van democratie in regio
C
Uitbreiding van invloedssfeer
D
Economische voordelen voor de bevolking

Slide 21 - Quiz

Wat is de doelstelling van containment politiek?
A
Het bevorderen van internationale handel.
B
Het promoten van kapitalisme wereldwijd.
C
Het indammen van de verspreiding van het communisme.
D
Het versterken van militaire bondgenootschappen.

Slide 22 - Quiz

Wat is een satellietstaat?
A
Een maan rond een planeet
B
Een land onder invloed van een andere staat
C
Een staat zonder inwoners
D
Een zelfvoorzienend eiland

Slide 23 - Quiz

Wat is vaak een kenmerk van satellietstaten?
A
Volledige onafhankelijkheid
B
Economische zelfvoorziening
C
Beperkte politieke autonomie
D
Directe controle door de VN

Slide 24 - Quiz