H8- Opslagmiddelen

Opslagmiddelen
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Beheren van het SchoolmagazijnPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Opslagmiddelen

Slide 1 - Slide

Soorten opslagmiddelen
Als goederen zijn gelost en gecontroleerd, gaan ze naar de opslag. Je kunt verschillende opslagmiddelen gebruiken om goederen op te slaan. Het ene is vooral geschikt voor kleingoed, het andere voor meer zware artikelen.
In sommige opslagmiddelen kun je de goederen ook vervoeren.

Slide 2 - Slide

Transportmateriaal

Hoewel de meeste opslagmiddelen alleen voor de opslag en niet voor het transport van goederen gebruikt worden, heten alle opslagmiddelen samen ook wel transportmateriaal.

Slide 3 - Slide

De meeste voorkomende opslagmiddelen zijn:


  • bakken
  • pallets
  • rolcontainers
  • opslagmiddelen voor stortgoederen
  • stellingen 

Slide 4 - Slide

Bakken
  • kleinere goederen, meestal magazijnbakken ( hout, kunststof of metaal)
  • voorkant open; makkelijker goederen pakken
  • goed stapelbaar in een magazijn

Slide 5 - Slide

Pallets

  • gebruik je om goederen op te slaan en te verplaatsen
  • verschillende soorten (zie hiernaast) 
  • statiegeld

Slide 6 - Slide

Eenmalige pallet is:
A
gemaakt van goedkoop hout
B
alleen bruikbaar om lichte goederen te verplaatsen
C
niet milieuvriendelijk omdat hij maar 1x gebruikt wordt
D
A, B en C zijn goed

Slide 7 - Quiz

Meermalige pallet is:
A
Niet milieuvriendelijk
B
gemaakt van hardhout, metaal of kunststof
C
B en D zijn juist
D
Hoort bij emballage

Slide 8 - Quiz

Europallet heeft een standaardafmeting van:
A
0,80 bij 1,00 meter
B
1,20 bij 1,20 meter
C
1,00 bij 1,20 meter
D
1,20 bij 0,80 meter

Slide 9 - Quiz

Een standaardpallet heeft een afmeting van:
A
1,00 bij 1,00 meter
B
1,00 bij 1,20 meter
C
1,20 bij 1,20 meter
D
1,40 bij 1,40 meter

Slide 10 - Quiz

Rolcontainer
  • lijkt op een pallet 
  • heeft wieltjes
  • voorkant die je kan wegklappen
  • bodemoppervlakte van 0,80 x 0,60 meter en 1,75 meter hoog 

Slide 11 - Slide

Stellingen

Veel goederen liggen in een stelling. Soms liggen ze los opgeslagen maar vaak liggen ze op een ander opslagmiddel, zoals een pallet. Veel verschillende goederen betekent ook veel verschillende stellingen.

Slide 12 - Slide

Stellingen bestaan uit:
kolommen, schappen, staanders en soms ook vakken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Uitleg stelling (tekening):
Het verticale deel van een stelling heet staander. Een stelling rust met zijn staanders op de grond. De afstand van de ene tot de andere staander heet een kolom of sectie.
Een kolom kun je verdelen in verschillende schappen of etages. Op een schap of etage zet of leg je de goederen. Een schap of etage heet ook wel een ligger/plank
In een magazijn met veel kleinere goederen, kunnen er ook bakken in een schap staan.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

In een palletstelling kun je pallets met goederen en al, opslaan
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quiz

Een vakstelling is geschikt voor het opslaan van grote goederen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quiz

Coderingssysteem
Goederen worden op verschillende plaatsen in een magazijn opgeslagen. Om ze makkelijk te kunnen vinden, wordt er een coderingssysteem gebruikt.

Een veel gebruikt coderingssysteem werkt als volgt:
- gangpaden worden aangegeven met een hoofdletter, bijv. A
- kolommen of secties krijgen een code van 3 cijfers, bijv. 024
- voor schappen wordt 1 cijfer gebruikt, bijv. 7
- de vakken worden aangegeven met een kleine letter, bijv. c

Slide 19 - Slide

Welke winkels gebruiken een coderingssysteem?

Slide 20 - Open question

Wat denk je wat stellingbelastbaarheid inhoudt?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide