Ontdek Turkse Taal: Een Introductie tot Turkse Woorden

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

Ontdek Turkse Taal: Een Introductie tot Turkse Woorden

Leerdoel

- Aan het einde van de les kunnen de jullie eenvoudige Turkse woorden herkennen en uitspreken.

Wat weet je al over de Turkse taal?

Introductie van de Turkse Taal

Turks is een van de meest gesproken talen ter wereld, voornamelijk in Turkije en delen van Europa en Azië.

De Turkse taal komt oorspronkelijk uit Centraal-Azië. Ongeveer duizend jaar geleden begonnen mensen die Turks spraken naar het westen te verhuizen. Ze kwamen uiteindelijk aan in het gebied dat nu Turkije heet.

In de 11e eeuw vestigden de Seltsjoeken, een Turks volk, zich in Anatolië (het Aziatische deel van Turkije). Later, in de 13e eeuw, ontstond het Ottomaanse Rijk. Dit rijk duurde meer dan 600 jaar en strekte zich uit over een groot deel van Zuidoost-Europa, West-Azië en Noord-Afrika. De taal en cultuur van de Ottomanen werden beïnvloed door andere talen zoals Arabisch en Perzisch.

In 1923 werd de moderne Turkse Republiek opgericht door Mustafa Kemal Atatürk. Hij veranderde de taal door het Arabische schrift te vervangen door het Latijnse alfabet en veel buitenlandse woorden te verwijderen. Zo werd de Turkse taal eenvoudiger en moderner.

Samengevat, de Turkse taal begon in Centraal-Azië, verspreidde zich naar het huidige Turkije, en werd uiteindelijk gemoderniseerd in de 20e eeuw.

Begroetingen in het Turks

- Merhaba 

- Selamin Aleykum 

- nasilsin/napiyorsun?

Familie en Vrienden

- Mama 

- Papa 

- Broer 

- Zus 

- vriend(in) 

Hoe heet de kleur van de achtergrond?

1. Kirmizi
2. Yesil
3. Mavi
4. Sari

Hoe heet dit diertje?

1. Kedi
2. Kopek
3. Kus
4. Timsah

Eten en Drinken

Wat is jouw favoriete gerecht en drinken?

Afsluiting

Wat hebben jullie geleerd?

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.