Vragen 2.3 en 2.4

Vragen 2.3 en 2.4
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Vragen 2.3 en 2.4

Slide 1 - Slide

Aardkern
Aardmantel
Aardkorst

Slide 2 - Drag question

Hoe heet de gloeiende stroop waar de aardkorst op drijft?
A
Aardkern
B
Aardkorst
C
Lava
D
Aardmantel

Slide 3 - Quiz

Welke 3 bewegingen van aardplaten zijn er?

Slide 4 - Open question

Bekijk de bron
A De Afrikaanse plaat en de Arabische plaat duiken onder elkaar.

B De Euraziatische plaat en de Noord-Amerikaanse plaat botsen op elkaar.

C De Filipijnse plaat en de Pacifische plaat bewegen uit elkaar.

D De Pacifische plaat en de Noord-Amerikaanse plaat bewegen langs elkaar.

Slide 5 - Slide

Bekijk de bron
A De Afrikaanse plaat en de Arabische plaat duiken onder elkaar.

B De Euraziatische plaat en de Noord-Amerikaanse plaat botsen op elkaar.

C De Filipijnse plaat en de Pacifische plaat bewegen uit elkaar.

D De Pacifische plaat en de Noord-Amerikaanse plaat bewegen langs elkaar.

Slide 6 - Slide

De plek aan het aardoppervlak recht boven de aardbeving noemen we?
A
De aardkorst
B
Het epicentrum
C
Een aardbeving
D
Een tsunami

Slide 7 - Quiz

Waar veroorzaken aardbevingen de meeste schade?
A
Rijke Europese landen
B
Groningen
C
Arme landen in Europa
D
Arme landen in Azië en Zuid-Amerika

Slide 8 - Quiz

Waar zijn aardbevingen vaak het zwaarste?
A
Platen bewegen langs elkaar (transform)
B
Platen bewegen uit elkaar (divergent)
C
Platen bewegen naar elkaar toe (convergent)
D
Overal kunnen zware aardbevingen ontstaan

Slide 9 - Quiz

Inzichtvraag:
Bij één van de plaatbewegingen ontstaan nauwelijks aardbevingen? Welke?
A
Platen bewegen langs elkaar (transform)
B
Platen bewegen uit elkaar (divergent)
C
Platen bewegen naar elkaar toe (convergent)
D
Overal kunnen zware aardbevingen ontstaan

Slide 10 - Quiz

Leg uit hoe een aardbeving ontstaat. Gebruik in jouw antwoord de aardplaten.

Slide 11 - Open question

Vulkanen ontstaan door:
6
A
Aardbevingen
B
Aardplaten die van of naar elkaar toe bewegen

Slide 12 - Quiz

Waar komen veel vulkanen voor?

Slide 13 - Open question

Aardplaten schuiven uit elkaar
Magma stijgt en stolt tot gesteente
Er ontstaat een spleet
De vulkaan barst uit

Slide 14 - Drag question


Lava

Magma

De warme vloeistof in de vulkaan
De warme vloeistof buiten de vulkaan tijdens een uitbarsting

Slide 15 - Drag question

Vulkanen ontstaan door:
6
A
Aardbevingen
B
Aardplaten die van of naar elkaar toe bewegen

Slide 16 - Quiz

De zinnen over vulkanen staan in de verkeerde volgorde. Sleep ze zodat ze van onder naar boven in de juiste volgorde staan
1
2
3
Platen botsen tegen elkaar, er ontstaat een vulkaan. 
Lava vloeit uit de krater en stolt tot gesteente.
Magma stijgt omhoog.

Slide 17 - Drag question

Magma
Lava
Krater
Kraterpijp

Slide 18 - Drag question

Welke drie standen heeft een vulkaan?
A
Lava, magma, uitbarsting
B
wakker, actief, stil
C
Dood, slapend, actief
D
stil, uitbarsting, dood

Slide 19 - Quiz

Een niet werkende vulkaan heet:
A
een niet-werkende vulkaan
B
een werkloze vulkaan
C
een dode vulkaan
D
een slapende vulkaan

Slide 20 - Quiz

Een dode vulkaan is een vulkaan die soms actief is
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Dode vulkaan
Slapende vulkaan
Actieve vulkaan

Slide 22 - Drag question

Wat is het verschil tussen een slapende en een dode vulkaan?

Slide 23 - Open question

Noem een goed en slecht gevolg van een vulkaanuitbarsting

Slide 24 - Open question