Je kan benoemen waar de Ring van vuur zit.
• Je kan uitleggen waarom er convectiestromen zijn/ hoe ze ontstaan.
• Je kan de samenstelling van de aarde in een afbeelding zetten.
• Jij kan de verschillende plaatbewegingen herkennen en verklaren; divergentie, convergentie, subductie en transform.
• Jij kan het verschil tussen magma en lava in eigen woorden uitleggen.
• Je kan beredeneren waarom de Ring van Vuur de Ring van Vuur heet.
Jij kan de kenmerken van de oceanische plaat en de oceanische plaat opnoemen.
Je kan het ontstaan van troggen en mid-oceanische ruggen in een schematische tekening weergeven.
• Je kan het verschil tussen endogene en exogene krachten uitleggen.
• Je kan uitleggen wat hazard management is en er een voorbeeld bij noemen.
• Je kan beredeneren waarom er in Nederland minder heftige aardbevingen voorkomen dan in Japan.
• Je kan uitleggen dat een aardbeving ontstaat door het loslaten van spanning.
• Je kan herkennen waar het hypocentrum en epicentrum zitten in een afbeelding.
• Je kan de schaal van Richter hanteren door de sterktes te berekenen.