Klas 2: Grammar herhaling AR unit 5

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Today

- will/shall herhaling + oefenen

- present perfect herhaling + oefenen

- oefenen gesprek maken met 'expressions'

Will/shall

"I will become a doctor."

"You will not visit England this summer."

"Will she become a doctor?"

Gebruik:

1. feiten in de toekomst

2. voorspellingen

3. aanbieden iets te doen

WILL - TOEKOMST

SHALL

Shall = bij vragen met I & we

Will = bij vragen met you, they, 

he, she, it

Will or Shall
_______ you help me?

1. Will
2. Shall

Will or Shall
______ we go?

1. Will
2. Shall

Will or Shall
______ I help you?

1. will
2. shall

Will or Shall
______ she visit London next year?

1. will
2. shall

Present perfect: Gebruik

- dingen die in het verleden zijn begonnen, maar waar je nu nog iets van merkt.

- onderwerp + have/has + werkwoord + (e)d

  

Onregelmatige werkwoorden = uit je hoofd leren

onderwerp + have/has + woord 3e rijtje (voltooid deelwoord)

Onregelmatige werkwoorden = uit je hoofd leren!

onderwerp + have/has + woord 3e rijtje (voltooid deelwoord)

Kies het juiste antwoord:
You__________ David for ten years. (know)

1. have knowed
2. has knowed
3. has known
4. have known

Kies het juiste antwoord:
_____ she _____ here for three weeks?(stay)

1. has .... was
2. have .... stayed
3. has .... stayed
4. has .... stayn

Maak de present perfect zelf:
They ________ New York already. (visit)

Maak de present perfect zelf:
She ________ the movie yet. (not - see)

Maak de present perfect zelf:
I ________ your photo. (take)

Maak de present perfect zelf:
______ we ______ the bus? (miss)

Vul alleen de woorden in die op de streepjes horen!

Expressions

Vul bij de volgende slide het gesprek aan door het juiste antwoord naar de juiste vraag te slepen. 

When did you visit Las Vegas?

Can you tell me what happened?

Would you care to join us?

What brings you in this store today?

I need to buy a new laptop.

I'd love to, but I'm afraid I can't.

I was there three years ago.

My wallet got stolen by a thief.

Klaar?

Oefen verder: 

Present perfect 1
Present perfect 2

Of oefen bij All Right Online:

All Right online -> Versterk jezelf -> Werkwoorden: de tijden -> the present perfect