Taalblokken bouwsteen 2 Onderwerp en hoofdgedachte

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 1

Terugblik

Taalblokken bouwsteen 1 Tekstsoorten 

§ 1.2  Lezen

§ 1.4 Luisteren

Doelen

1. Je kent het verschil tussen onderwerp en hoofdgedachte.

2.  Je kunt het onderwerp en hoofdgedachte benoemen.

3. Je kunt dit bij lees-en luisterteksten. 

Het onderwerp bepaal je door te kijken naar

1. de titel en de tussenkopjes.
2. de illustraties en bronvermelding.
3. titel, inleiding en vaak ook nog het slot.
4. titel en illustraties.

Als je een brief schrijft, zet je eerst het onderwerp in de ..............

De hoofdgedachte bepalen

• Stel jezelf de vraag: wat is het belagrijkste dat de schrijver over het onderwerp zegt? Het antwoord op deze vraag noteer je in één zin.
• De hoofdgedachte staat bijna nooit letterlijk in de tekst; je moet haar zelf bepalen en formuleren.
• Lees de tekst globaal: de inleiding, de kernzinnen en het slot. Ook uit de titel en de tussenkopjes kun je zulke informatie halen.

Vorm van de hoofdgedachte 

• Geformuleerd in één zin.
• een zin met soms nog een bijzin.

Schrijf het onderwerp en de hoofdgedachte op!

De hoofdgedachte is

1. Amalia wordt 18 jaar en wordt koningin.
2. Amalia bezoekt regelmatig een psycholoog
3. Amalia gaat het anders doen dan haar vader.
4. Amalia vertelt over haar leven in een boek.

Snap je het verschil tussen het onderwerp en de hoofdgedachte?

😒🙁😐🙂😃

Maak opdrachten

Bouwsteen 2 Onderwerp en hoofdgedachte

 § 2.2 Lezen

§ 2.4 Luisteren

Heb je nog tips voor de online-les?