1.3 Iran in de Atlas

1 / 29
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Deze les:


Leerdoel: Hoe gebruik je de atlas? Hoe werk je met coördinaten? Wat zijn tijdzones?

Eerst een quiz en daarna veel oefenen!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De inhoudsopgave van een atlas is een lijst van
A
Aardrijkskundige namen op alfabet
B
Alle kaarten
C
Aardrijkskundige namen per atlaskaart

Slide 6 - Quiz


Waar moet je kijken om snel een thematische kaart te vinden over auto's?


A
inhoudsopgave
B
trefwoordenregister
C
statistieken
D
bladwijzers

Slide 7 - Quiz

Welk zoekhulpmiddel zie je hier?
A
een bladwijzer
B
een register
C
een inhoudsopgave

Slide 8 - Quiz

Welk zoekhulpmiddel zie je hier?
A
een bladwijzer
B
een inhoudsopgave
C
een topografisch register
D
trefwoorden register

Slide 9 - Quiz

Waar ga je zoeken als je de vulkaan 'Mount Rainier' zoekt?
A
Inhoudsopgave
B
Bladwijzer
C
Topografisch register
D
Trefwoorden register

Slide 10 - Quiz

Waar ga je zoeken als je de kaart van 'Nederland - Aardolie en aardgas' wil hebben?
A
Inhoudsopgave
B
Bladwijzer
C
Topografisch register
D
Trefwoorden register

Slide 11 - Quiz

Waar ga je zoeken als je de kaart van 'Frankrijk - Bevolkingsdichtheid' wil hebben?
A
Inhoudsopgave
B
Bladwijzer
C
Topografisch register
D
Trefwoorden register

Slide 12 - Quiz

Je zoekt een kaart van Kameroen en je hebt geen idee waar dit land ligt. Wat gebruik je?
A
Landenregister
B
Topografische register
C
Bladwijzer
D
Inhoudsopgave

Slide 13 - Quiz

Je zoekt de kaart een kaart over 'vliegvelden'. Wat gebruik je?
A
Landenregister
B
Bladwijzer
C
Trefwoordenregister
D
Inhoudsopgave

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Video

Slide 16 - Slide

Kies de plaats die op noorderbreedte ligt
A
Amsterdam, Nederland
B
Melbourne, Australië
C
Kaapstad, Zuid-Afrika
D
Rio de Janeiro, Brazilië

Slide 17 - Quiz

Noorderbreedte 
Zuiderbreedte

Slide 18 - Drag question

Noordelijk halfrond
zuidelijk halfrond
Noorderbreedte
Zuiderbreedte

Slide 19 - Drag question

Slide 20 - Slide

Noorderbreedte en westerlengte
Zuiderbreedte en oosterlengte
Noorderbreedte en oosterlengte
Zuiderbreedte en westerlengte

Slide 21 - Drag question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Werkzaamheden
  • Gebruik de theorie van paragraaf 1.4
  • Maak opdracht 3, 4, 5, 9 en 10
  • Werk zo veel mogelijk samen met de atlas- help elkaar 

Slide 24 - Slide

evenaar
Noordpool
noorderbreedte
nulmeridiaan
breedtecirkel
= parallel)
zuiderbreedte
lengtecirkel
(=meridiaan)
Zuidpool
Noordelijk
halfrond
Zuidelijk
halfrond

Slide 25 - Drag question

Succescriteria
  • Je weet hoe je de aarde opdeelt in breedteligging en lengteligging.
  • Je weet welke vier onderdelen uit de atlas heel belangrijk zijn.
  • Je weet hoe de aarde is opgedeeld in lengte en breedte.
  • Je weet hoe je een plaats opzoekt in de atlas aan de hand van de coördinaten.
  • Je weet hoe je de inhoudsopgave, de bladwijzer, de legenda en het register van de atlas gebruikt.

Slide 26 - Slide

Begrippen I
Evenaar:                       Lijn die de aardbol in twee helften verdeelt: het noordelijk halfrond en het zuidelijk halfrond.
Noordelijk halfrond:    De bovenste helft van de aardbol.
Zuidelijk halfrond:       De onderste helft van de aardbol.
Noordpool:                   De noordelijkste plek op aarde.
Zuidpool:                      De zuidelijkste plek op aarde.
Breedtegraad:               Een denkbeeldige lijn die over de aardbol loopt, evenwijdig aan de evenaar.
Breedtecirkel:               Cirkel die plaatsen van gelijke breedteligging verbindt. Heet ook parallel.
Parallel:                        Zie Breedtecirkel.
Breedteligging:             De afstand van een plaats tot de evenaar.
Noorderbreedte:            Breedteligging op het noordelijk halfrond. Wordt afgekort als N.B.
Zuiderbreedte:               Breedteligging op het zuidelijke halfrond. Wordt afgekort als Z.B.

Slide 27 - Slide

Begrippen II
Lengteligging:             De afstand van een plaats tot de nulmeridiaan.
Meridianen:                 Cirkel die plaatsen van je gelijke lengteligging verbindt. Heet ook lengtecirkel.
Lengtecirkels:              Zie meridiaan.
Nulmeridiaan:              De lengte cirkel die over Greenwich (bij Londen) loopt.
Westerlengte:               Afstand tot de nulmeridiaan van een plaats ten westen ervan. Wordt afgekort als W.L.
Westelijk halfrond:      Het gebied dat ten westen van de nulmeridiaan ligt.
Oosterlengte:                Afstand tot de nulmeridiaan van een plaats ten oosten ervan. Wordt afgekort als O.L.
Oostelijk halfrond:       Het gebied dat ten oosten van de nulmeridiaan ligt.

Slide 28 - Slide

Aan de slag
Je mag aan de slag met de opdrachten van §1.3 in Learnbeat

Slide 29 - Slide