8.4 - Voortplanting (herhalen 8.3)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t, mavo
• Leerjaar 4

Thema 8 Planten

BS 8.4 Voortplanting

VMBO-TL 4

Thema 8 - Planten

8.1 - Bladeren - (pp)

8.2 - Stengels en Wortels 

8.3 - Glucose als grondstof  (pp)

8.4 -  Voortplanting

8.5 - Bestuiving, bevruchting en verspreiding

8.6 - Ontkieming, groei en ontwikkeling

8.3 - Glucose als grondstof

Herhaling

Planten kunnen glucose omzetten in andere bruikbare stoffen

1. Waar
2. Niet waar

Glucose kan alleen worden omgezet in andere koolhydraten

1. Waar
2. Niet waar

Een plant gebruikt eiwitten vooral als...

1. brandstof
2. reservestof
3. bouwstof

Als je joodoplossing bij zetmeel druppelt dan...

1. Verandert er niks aan de kleur
2. Wordt de kleur rood
3. Wordt de kleur blauw
4. Wordt de kleur geel

8.4- Voortplanting

Doelen van deze basisstof

Je kan beschrijven hoe ongeslachtelijk en geslachtelijke voortplanting plaatsvinden en je kunt hiervan voorbeelden bij planten geven. 

Je kunt de delen  van een bloem benoemen  hun kenmerken en hun functies

Ongeslachtelijke voortplanting

Stekken

Bollen/Knollen

Uitlopers en wortelstokken

Celdeling -> kopie van de plant

Ongeslachtelijke voortplanting

Stekken - stuk van plant afsnijden en op water -> groeien nieuwe wortels uit -> wordt nieuwe plant

Knollen

Bollen

(bolschijf met rokken)

Enten

Uitlopers en wortelstokken

Geslachtelijke voortplanting

Stuifmeelkorrel + eicel

twee ouderplanten -> nakomeling heeft eigenschappen van beide

Door bestuiving! -> taak van de bloem

Onderdelen bloem

Meeldraden en stamper

De meeldraden en stamper zijn de voortplantingsorganen van de plant.

stamper

meeldraden

De geslachtsorganen van een plant

Stamper

• Geheel = stamper
• Eicel = vrouwelijke geslachtscel  

Het volgende onderdeel van een bloem is de stamper. De stamper bestaat uit drie delen: Stempel, stijl en vruchtbeginsel. In het vruchtbeginsel bevind zich het zaadbeginsel waarin de vrouwelijke geslachtscel van de plant zit: het eicel. 

Meeldraden en de stamper zijn dus nodig om voort te kunnen planten. 

Insectenbloemen en windbloemen

Aan de slag 

lezen tekst blz. 36 t/m 41

maken vragen: 1 t/m 6 

Vragen?

Een aardappel kan uitgroeien tot een plant

1. Waar
2. Niet waar

Een aardappel die uitgroeit tot een plant is een voorbeeld van geslachtelijke voortplanting

1. Waar
2. Niet waar

Welk deel van de plant is bedoeld om insecten te lokken?

1. Kelkbladeren
2. Kroonbladeren
3. Bloembodem
4. Stamper

Welk deel van de plant is bedoeld om stuifmeelkorrels te verspreiden?

1. Kelkbladeren
2. Stamper
3. Nectarkliertjes
4. Meeldraden

Welk soort planten heeft fel gekleurde kroonbladeren?

1. Windbloemen
2. Insectenbloemen
3. Beide
4. Geen van beide

Wat is bevruchting bij planten?

1. als een plant een vrucht heeft
2. als de kern van de stuifmeelkorrel samensmelt met de kern van de eicel
3. als een boom appels heeft
4. Als een plant stuifmeelkorrels heeft

Is onderstaande uitspraak juist of onjuist?
Bevruchting vindt plaats in de stijl van een plant

1. Juist
2. Onjuist

Een bloem kan wel meeldraden maar geen stamper bevatten (mannelijke bloem)

1. Waar
2. Niet waar

Aan het werk

Opdrachten 1.4

Samenvatting

Mindmap