2.4 Hoeveel vrijheden mag de staat van een gevangene afnemen?

1 / 27
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 6 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Link

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

Onschuldpresumptie
Dilemma tussen rechtsbescherming en rechtshandhaving

Waarom?

Slide 6 - Slide

Advocaten over rechters
  1. Noem drie eisen waar goede rechters  aan moeten voldoen?
  2. Wat is het verschil tussen een advocaat en een rechter?
  3. Waarom verkiezen enkele advocaten hun vak boven dat van de rechter?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Verschil tussen rechters
Bedenk twee oplossingen om het verschil tussen rechters te verkleinen. 

Slide 9 - Slide

Juryrechtspraak
Geef een voordeel en een nadeel van rechtspraak d.m.v. een jury

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Moet je je straf uit zitten?
  • Bij een tijdelijke gevangenisstraf (of vrijheidsstraf) komt iemand ooit weer vrij (max. 30 jaar)
  • Een levenslange gevangenisstraf is in NL ECHT levenslang!
  • Om gedetineerden voor te bereiden op een leven in de maatschappij wordt een proeftijd gehanteerd (voor de resterende tijd) of een verlofregeling (24 uur om praktische zaken te regelen)
  • Er is vaak kritiek op deze regelingen!

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Wat is TBS?

Slide 14 - Open question

Na de arrestatie? Maximaal voorarrest
  • In een rechtsstaat geldt het principe van de onschuldpresumptie (de verdachte is pas schuldig na veroordeling door de rechter)
  • Politie kan max. 15 uur iemand vasthouden
  • De OvJ kan dit verlengen met maximaal twee keer drie dagen.
  • Bijzondere rechter (rechter-commissaris) kan besluiten tot voorlopige hechtenis (maximaal 14 dagen)
  • Raadkamer van de rechtbank bevel tot maximaal 90 dagen (tot: 110 dagen, 15 uur)

Slide 15 - Slide

Tussen arrestatie en rechtszaak
  • Verdachte ontvangt een dagvaarding van OvJ (waarvan verdacht en wanneer zitting)
  • Verdachte hoeft niet persoonlijk te komen tenzij de rechter zegt dat dit wel moet
  • Verdachte heeft recht op een advocaat, zwijgrecht en het recht op inzage processtukken

Slide 16 - Slide

Noteer de twee soorten gevangenisstraffen en het belangrijkste verschil tussen deze twee.

Slide 17 - Open question

Waarvan hangt de lengte van de straf in NL af?

Slide 18 - Open question

Leg uit waarom het toekennen van verlof of vervroegde vrijlating soms kan leiden tot maatschappelijke onrust

Slide 19 - Open question

Met welk doel wordt aan gevangenen verlof toegekend?

Slide 20 - Open question

Soorten strafrechters
  • Politierechter: lichte delicten (eis minder dan 1 jaar gevangenisstraf)
  • Meervoudige Kamer: 3 rechters, zwaardere delicten/misdrijven.
  • Uitspraken zijn gebonden aan het Wetboek van Strafrecht (omschrijving delicten met maximumstraffen)

Slide 21 - Slide

Procedure rechtszaak
  1. Rechter opent de zaak (controleren persoonsgegevens en wijzen op rechten
  2. OvJ leest de tenlastelegging voor (waar wordt verdachte van verdacht).
  3. Onderzoek ter terechtzitting (rechter en OvJ stellen vragen aan de verdachte).
  4. OvJ komt met een strafeis.
  5. Advocaat houdt een pleidooi in belang vd verdachte.
  6. Recht op het laatste woord vd verdachte
  7. Uitspraak door de rechter met toelichting.

Slide 22 - Slide

In beroep gaan
  • Zowel advocaat als OvJ kan in beroep gaan tegen de uitspraak
  • Eerste aanleg: Rechtbanken (11), Hoger beroep bij: Gerechtshoven (4), In cassatie bij de Hoge Raad (1)


Slide 23 - Slide

Straffen
  • Doel: Preventie, vergelding, resocialisatie
  • NL heeft hoog recidivecijfer: de helft van de gevangenen pleegt binnen 2 jaar na vrijlating weer een strafbaar feit
  • Er is flinke kritiek en discussie over straffen en opsluiting


Slide 24 - Slide

Slide 25 - Video

Neem stelling: Het Nederlandse gevangenisbeleid moet humaner

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Video