Les4-Paragraaf3 Politieke Partijen+grondwet

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Lesprogramma vandaag

Aflevering Beter ga je begrijpen aflevering 3

Uitleg+quiz paragraaf 3 Politieke Partijen+ grondwet

Maken werkboekopdrachten

Laatste vijf minuten Beter ga je begrijpen?

Soorten groepen

Actiegroepen

Belangengroepen

Politieke partijen

Losse begrippen paragraaf 3

One-issuepartijen

Populistische partijen

Zwevende kiezers

Grondwet

Grondrechten

Plichten

Wie wat mag in de politiek?

Hoe de politiek werkt?

Download de grondwet app

Neem zoveel mogelijk artikelen door in 3 minuten

Grondwet app in eenvoudige Nederlands

https://www.google.nl/url?sa=t&rct=j&q=&esrc=s&source=web&cd=&cad=rja&uact=8&ved=2ahUKEwirl7GR4_npAhWQ2qQKHc0vDlMQFjAEegQIARAB&url=https%3A%2F%2Fplay.google.com%2Fstore%2Fapps%2Fdetails%3Fid%3Dcom.itude.mobile.bt.grondwet%26hl%3Dnl&usg=AOvVaw3gIfZBp5zfQLEn4Haww5jk

Vraag 1: Allen die zich in Nederland bevinden moeten gelijk behandeld worden dit is

1. Artikel 1
2. Artikel 2
3. Artikel 3
4. Staat niet in de grondwet

Vraag 2: De ministers zijn verantwoordelijk voor wat de koning doet

1. Artikel 40
2. Artikel 41
3. Artikel 42
4. Artikel 43

Vraag 3: Artikel waarin staat wat er gebeurt als de koning niet kan werken

1. Artikel 31
2. Artikel 33
3. Artikel 34
4. Artikel 35

Vraag 4: Recht op vrijheid van meningsuiting

1. Artikel 1
2. Artikel 3
3. Artikel 6
4. Artikel 7

Vraag 5: Recht op privacy

1. Artikel 9
2. Artikel 10
3. Artikel 11
4. Artikel 12

Scheiding van machten

Wetgevende macht: Regering+parlement 

Uitvoerende macht: Ministers+ambtenaren

Rechterlijke macht: Onafhankelijke rechters

Vraag 6: Hebben wetgevende macht

1. Politie
2. Ambtenaren
3. Ministers
4. BOA's

Vraag 7: Hebben rechterlijke macht

1. Koning
2. Ministers
3. Officier van justitie
4. Onafhankelijke rechters

Vraag 8: Hebben uitvoerende macht

1. Tweede Kamer
2. Eerste Kamer
3. Koning
4. Ministers

Vraag 9: Een land waarin de rechten en plichten van burgers en de overheid in de grondwet staan

1. Democratie
2. Dictatuur
3. Rechtsstaat
4. Geen van allen

Vraag 10: Geheime verkiezingen zijn:

1. De uitslag is geheim
2. Je moet stiekem stemmen
3. Niemand weet wat jij gestemd hebt
4. Iedereen weet wat jij gestemd hebt

Werkboekopdrachten

Maken werkboekopdrachten paragraaf 3 Politieke Partijen: 2,5,9,10,11,13,14

Niet af=huiswerk