Vraag en aanbod hoofdstuk 6 deel 2 De valutamarkt

Vermogensmarkt en Valutamarkt

hoofdstuk 6 deel 2
1 / 36
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Vermogensmarkt en Valutamarkt

hoofdstuk 6 deel 2

Slide 1 - Slide

Vorige les




  • De arbeidsmarkt 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
• verklaren hoe veranderingen in vraag en aanbod op de vermogensmarkt de rente beïnvloeden.
• de geldmarkt en de kapitaalmarkt onderscheiden.
• uitleggen dat bij een onevenwichtige situatie (vraag naar geld wijkt af van het aanbod van geld), het evenwicht hersteld kan worden door de werking van het marktmechanisme en dit grafisch onder¬bouwen.
• uitleggen door welke factoren de vraaglijn van geld en de aanbodlijn van geld kunnen verschuiven en in welke richting.
• de factoren noemen waardoor vraag en aanbod op de valutamarkt worden bepaald.
• uitleggen dat veranderingen in aanbod van en vraag naar een valuta een verandering van de wissel¬koers tot gevolg heeft.
• aan de hand van de aanbodfunctie en de vraagfunctie van een valuta de wisselkoers berekenen.
• het verband tussen inflatie en wisselkoers uitleggen.
• het verband tussen wisselkoers en inflatie uitleggen.
• uitleggen wat de gevolgen zijn van een wisselkoersverandering voor import, export en werk¬gelegenheid.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

De vermogensmarkt
De vermogensmarkt is het geheel van vraag naar en aanbod van financiële middelen.
De prijs op deze markt: rente

de geldmarkt waar de financiële titels met een korte looptijd worden verhandeld en de kapitaalmarkt waar de titels met een lange looptijd worden verhandeld.

Slide 5 - Slide

Vermogensmarkt
De prijs die op deze vermogensmarkt tot stand komt noemen we de ‘rente‘. 

Ook deze prijs komt tot stand door marktwerking; vraag naar- en aanbod van geld bepalen de hoogte van de rente.

Slide 6 - Slide

Rente stijgt
Als de rente stijgt wordt lenen door bedrijven duurder.
  • kosten stijgen en winst daalt
  • investeringen dalen


Als rente stijgt wordt lenen door consumenten duurder

  • kosten stijgen, inkomen blijft gelijk
  • leningen dalen en C daalt


bestedingen dalen, inflatie daalt

Dus je kunt rentestijging gebruiken om inflatie te laten afnemen
Rente stijgt >> vraag daalt >> prijzen dalen

Je kunt dus ook met rente dus economie stimuleren of tegenwerken.

Slide 7 - Slide

Enkelvoudige of samengestelde interest

Slide 8 - Slide

samengestelde interest berekenen m.b.v. de groeifactor

Formule voor het berekenen van een eindbedrag bij samengestelde interest:

Slide 9 - Slide

€ 20.000 drie jaar sparen tegen 2% enkelvoudige rente pj.
Wat is de eindwaarde na 3 jaar?
A
€ 20.000
B
€ 20.400
C
€ 21.200
D
€ 22.000

Slide 10 - Quiz

€ 20.000 drie jaar sparen tegen 2% samengestelde rente pj.
Wat is de eindwaarde na 3 jaar?
A
20.400
B
21.200
C
21.224,16
D
22.111,12

Slide 11 - Quiz

Formule eindwaarde van één bedrag
En = K x (1 + p )n
Hierin is:
E = eindwaarde
K = (begin)kapitaal
p = interestperunage
n = aantal perioden.

Slide 12 - Slide

Contante waarde (1)
Je kunt ook terugrekenen. Welk bedrag moet ik nu op mijn rekening zetten om over een aantal jaar een bepaald bedrag te krijgen?
  • Beginwaarde = contante waarde

Slide 13 - Slide

Contante waarde (2)
Carina wil over 18 jaar, als haar zoon 18 wordt, € 15.000 voor zijn studie hebben gespaard.
  • Hoeveel moet Carina nu op een spaarrekening zetten om over 18 jaar € 15.000 bij elkaar gespaard te hebben bij 2,5% samengestelde interest?
  • € 15.000 : 1,025^18 = € 9.617,49

Slide 14 - Slide

Formule contante waarde van één bedrag
Cn = E x (1 + i)–n

C = contante waarde
E = (eind)kapitaal
i = interestperunage
n = aantal perioden

Slide 15 - Slide

Bereken de contante waarde op 1 januari 2016 van een bedrag van € 400.000 dat op 31 december 2040 uitgekeerd zal worden. De rekenrente bedraagt 2,5%.
A
€ 221.150,14
B
€ 215.756,24
C
€ 210.493,89
D
€ 226.678,90

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Stel je koopt een macbook via een website uit de VS.

Slide 20 - Slide

Vraaglijn $ verschuift
Jullie kopen een laptop bij een aanbieder in de VS.

Om die te kunnen kopen (betalen), heb je dollars nodig.

Jullie vragen dus dollars...

Slide 21 - Slide

Aanbodlijn € verschuift
... en bieden euro's aan (om te ruilen tegen dollars).

Dit extra aanbod van euro's ontstaat doordat jullie euro's gaan inwisselen voor dollars en niet door een verandering van de wisselkoers, dus bij elke gegeven koers is er meer aanbod van euro's.

Slide 22 - Slide

Naast de flexibele wissekoersen zijn er ook vaste wisselkoersen

Het grootste voordeel van een vaste wisselkoers is dat er geen wisselkoersrisico meer is.


Mensen die handelen met het buitenland hebben dus minder ......................................... en dit is bevorderlijk voor de internationale handel.

Slide 23 - Slide

Vaste wisselkoersen

Het grootste voordeel van een vaste wisselkoers is dat er geen wisselkoersrisico meer is.


Mensen die handelen met het buitenland hebben dus minder onzekerheid en dit is bevorderlijk voor de internationale handel.

Slide 24 - Slide

Wat is juist?

Door de extra vraag naar producten uit de VS zal...
A
De vraag naar de dollar stijgen en dus de koers van de dollar stijgen
B
De vraag naar de dollar stijgen en dus de koers van de dollar dalen
C
De vraag naar de dollar dalen en dus de koers van de dollar stijgen
D
De vraag naar de dollar dalen en dus de koers van de dollar dalen

Slide 25 - Quiz

Wat is juist?

Door de extra vraag naar producten uit de VS zal...
A
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro stijgen
B
Het aanbod van de euro dalen en dus de koers van de euro stijgen
C
Het aanbod van de euro stijgen en dus de koers van de euro dalen
D
Het aanbod van de euro dalen en dus de koers van de euro dalen

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Prijspeil VS stijgt
(inflatie)

Koers $
...

Concurrentie-
positie
VS verslechtert

Export VS neemt af

Vraag dollars neemt af

Slide 30 - Drag question

Wat is juist?

Koers dollar (in euro) ...
A
daalt
B
stijgt

Slide 31 - Quiz

Conclusie
Bij inflatie verslechtert de concurrentiepositie van een land.
Daardoor daalt de export.
(Buitenlanders gaan minder kopen in dat land.)
Dus daalt de vraag naar de munt van dat land.
Dus daalt de wisselkoers van die munt.

Slide 32 - Slide

Bij de wisselkoers kijk je naar wat buitenlanders
(met een andere valuta) doen.
Verklaar waarom je kijkt naar het gedrag van buitenlanders (met een andere munt).

Slide 33 - Open question

Denkstappen
Oorzaak:
inflatie
verandert
Gevolg:
wisselkoers verandert

Slide 34 - Slide

Extra uitleg
Video in volgende dia

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Video