Toetsweek herhalingsles H4

Toetsweek: H3, H4 en H8
Dinsdag 25 januari 10.00u-11.00u
H4 Geluid
  • Begrijpen hoe je geluidsoverlast kunt verminderen (4.2, blz. 83)
  • Uitleggen welke tonen mensen en dieren kunnen horen (4.3, blz. 87)
  • Begrijpen wat een oscilloscoopbeeld laat zien (frequentie, geluidssterkte) (4.4, blz. 90)
  • Berekenen van frequentie, trillingstijd en afstand (4.4, blz. 91 + 92)



1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Toetsweek: H3, H4 en H8
Dinsdag 25 januari 10.00u-11.00u
H4 Geluid
  • Begrijpen hoe je geluidsoverlast kunt verminderen (4.2, blz. 83)
  • Uitleggen welke tonen mensen en dieren kunnen horen (4.3, blz. 87)
  • Begrijpen wat een oscilloscoopbeeld laat zien (frequentie, geluidssterkte) (4.4, blz. 90)
  • Berekenen van frequentie, trillingstijd en afstand (4.4, blz. 91 + 92)



Slide 1 - Slide

Begrijpen hoe je geluidsoverlast kunt verminderen (4.2, blz. 83)
Gehoorschade
  • Veilig voor je oren: tot 80 dB
  • Gehoorbeschadiging: 90 dB tot 110 dB
  • Pijn aan je oren: meer dan 140 dB 

Slide 2 - Slide

Begrijpen hoe je geluidsoverlast kunt verminderen (4.2, blz. 83)
Verminderen geluidsoverlast
  • Isoleren (absorberen) --> zacht materiaal
  • Wegkaatsen --> geluidsschermen
  • Minder geluid maken

Slide 3 - Slide

Waardoor kan je gehoorschade oplopen?
A
concert zonder oordoppen bezoeken
B
zonder gehoorbeschermers werken in de bouw
C
muziek hard afspelen als je een koptelefoon op hebt
D
alles

Slide 4 - Quiz

gehoorschade ontstaat vanaf ....... dB
A
110
B
100
C
90
D
140

Slide 5 - Quiz

Waarom is het materiaal voor geluidsschermen glad en van geluidsisolatie niet?
A
Bij een isolatie gaat het om het geluid weerkaatsen, bij schermen wordt het geluid zwakker gemaakt.
B
Bij schermen gaat het om het geluid weerkaatsen, bij isolatie wordt het geluid zwakker gemaakt.
C
Dat is toevallig en heeft geen reden.

Slide 6 - Quiz

Er bestaan verschillende opties om geluidshinder tegen te gaan. Koppel de goede maatregelen.
Geluid van de snelweg
Geluid bij bouwwerkzaamheden
Geluid bij een opnamestudio
Geluid bij een concert of festival

Slide 7 - Drag question

Uitleggen welke tonen mensen en dieren kunnen horen (4.3, blz. 87)
Gehoorbereik 
  • Onderste gehoorgrens: laagste toon die je kunt horen 
  • Bovenste gehoorgrens: hoogste toon die je kunt horen

Slide 8 - Slide

Wat is het gehoorbereik van een mens ongeveer?
A
20-20000 Hz
B
10-2000 Hz
C
0-140 dB
D
50-250 dB

Slide 9 - Quiz

Een mens heeft een groter gehoorbereik dan de vleermuis
A
waar
B
niet waar

Slide 10 - Quiz

Begrijpen wat een oscilloscoopbeeld laat zien (frequentie, geluidssterkte) (4.4, blz. 90)

  • Oscilloscoop: maakt trillingen zichtbaar
  • Toonhoogte --> Lage frequentie: weinig golven / Hoge frequentie: veel golven
  • Geluidssterkte --> Hard geluid: hoge golven / Zacht geluid: lage golven

Slide 11 - Slide

Wat kun je met een oscilloscoop?
A
Trillingen maken
B
Toonhoogte veranderen
C
Trillingen zichtbaar maken.

Slide 12 - Quiz

Hiernaast zijn 4 schermen van een oscilloscoop weergegeven.
Welke schermen geven de laagste geluidssterkte aan?
A
A en D
B
B en C
C
A en B
D
C en D

Slide 13 - Quiz

Wat is de trillingstijd van de volgende trilling.
1 hokje op de oscilloscoop is 0,01 s.

A
T = 0,25 s
B
T = 2,5 s
C
T = 0,025 s
D
T = 25 s

Slide 14 - Quiz

Berekenen van frequentie, trillingstijd en afstand (4.4, blz. 91 + 92)
  • π‘“π‘Ÿπ‘’π‘žπ‘’π‘’π‘›π‘‘π‘–π‘’=1/π‘‘π‘Ÿπ‘–π‘™π‘™π‘–π‘›π‘”π‘ π‘‘π‘–π‘—π‘‘ --> in symbolen: π‘“=1/𝑇
  • π‘‘π‘Ÿπ‘–π‘™π‘™π‘–π‘›π‘”π‘ π‘‘π‘–π‘—π‘‘=1/π‘“π‘Ÿπ‘’π‘žπ‘’π‘’π‘›π‘‘π‘–π‘’ --> in symbolen: 𝑇=1/𝑓

Slide 15 - Slide

Berekenen van frequentie, trillingstijd en afstand (4.4, blz. 91 + 92)
  • π‘Žπ‘“π‘ π‘‘π‘Žπ‘›π‘‘=π‘”π‘’π‘™π‘’π‘–π‘‘π‘ π‘ π‘›π‘’π‘™β„Žπ‘’π‘–π‘‘Γ—π‘‘π‘–π‘—π‘‘ --> in symbolen: π‘ =𝑣×𝑑

Slide 16 - Slide

Een heimachine heit een paal de grond in. Je ziet het heiblok vallen. Twee seconden later hoor je de klap van het heiblok op de paal. Hoever staat de machine bij je vandaan?

Slide 17 - Slide

De trillingstijd van een toon is 0,002 s. Bereken de frequentie van deze toon.
0,002
0,002
500

Slide 18 - Drag question

Bereken de frequentie van een toon met een trillingstijd van 0,05 s
A
f = 2 Hz
B
f = 20 Hz
C
f = 200 Hz
D
f = 2000 Hz

Slide 19 - Quiz

Een toon heeft een frequentie van
50 Hz. Bereken de trillingstijd.
A
T = 0,2 s
B
T = 2 s
C
T = 0,02 s
D
T = 20 s

Slide 20 - Quiz

Je hoort de donder 4,2 seconden na de bliksem. Bereken de afstand tot de onweerswolk.
A
s = 81,7 m
B
s = 1,3 km
C
s = 1,4 km
D
s = 1441 m

Slide 21 - Quiz

Aan de slag
Wat? Maak een overzicht van de leerstof of oefen opdrachten met de Test Jezelf (blz. 154 en 155) of RV (blz. 156)
Tijd? Tot einde les
Resultaat? Klassikaal bespreken
Klaar? Kijk je antwoorden na met het antwoordenblad

Slide 22 - Slide

Bespreken Test Jezelf
Pak het erbij 
Pak een pen/potlood om na te kijken

Slide 23 - Slide

Aan de slag
WAT? Maak Rekenvaardigheid

KLAAR? --> Laat je werk zien aan docent

Slide 24 - Slide