AH3 - past simple / present simple / present perfect

• Engels
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

English 

Good morning one and all, today's plan

• Past simple - present simple - present perfect
• mixing them all up

Ga naar lessonup.com en voer de leerling PIN code in

Wanneer gebruiken we de present simple? (onvolt. tegenw. tijd)

Present Simple

Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt (niet in het verleden):

• I always cycle to school
• He never leaves the house anymore
• Every Saturday I run circles in the garden

Bij de Present Simple pas je de SHIT-regel toe. Bij he/she/it krijgt het werkwoord nog een s:

He walks, she eats, he watches

De rest blijft het hele werkwoord:

I walk, you walk, we walk, they walk

Every Saturday he _________ football all by himself.

1. play
2. playing
3. plays
4. has played

Wanneer gebruiken we de past simple? (onvolt. verl. tijd)

Past Simple

Wanneer iets in het verleden is gebeurd en het is belangrijk wanneer:

• Yesterday I cycled to school.
• Last week he left the house early.
• In 2015 I worked at a factory .

De past simple is voor alle persoonsvormen gelijk:

I walked, he walked, she walked, we walked etc.

Bij onregelmatige werkwoorden is dit het tweede rijtje: to leave - left - left, to swim, swam, swum etc.

Last Saturday he ________ football all by himself.

1. plays
2. played
3. playing
4. has played

Wanneer gebruiken we de present perfect? (volt. tegenw. tijd)

Present perfect

Wanneer iets:

• is gebeurd, maar het is niet belangrijk wanneer. (I have finished school)
  
• in het verleden begon, maar nog steeds doorgaat (since ..., for 5 weeks)
• in het verleden is gebeurd, maar het resultaat is nu zichtbaar. (look, I have painted the walls)
• iets net of nog net niet is gebeurd (lately, recently, yet)

De present perfect bestaat uit een hulp ww (have) met het voltooid deelwoord (derde rijtje):

I have walked, she has walked,  etc.

I _________ basketball since I was in primary school

1. am playing
2. play
3. played
4. have played

Maak zelf een zin in de present perfect.

Sleep de antwoorden naar de juiste plek

The Titanic ________ in 1912.

They  ____________ in this house since the 90s. 

Oops, I _____________ the vase, look!

She _____________ school, look at her diploma.

They always __________ their lunch quickly.

She ___________ her arm yesterday

I ___________ in Zundert.

Where is the boat? It _________.

broke

has sunk

live

have lived

sank

have broken

finish

has finished

Wat betekenen de woorden?

simple             =  bestaat maar uit 1 woord (play of played bijv.)

past                  =  gaat over het verleden

present           =  gaat over het heden of de (nabije) toekomst

perfect            =  er staat een voltooid deelwoord in

continuous   =  de -ing vorm, in NL vertaald met 'aan het ...'

Conclusion

Present simple - Past simple - Present Perfect

• Vind je het nog lastig, probeer de oefeningen in je workbook nog eens te maken.
• Kijk ook naar oefeningen op engelsklaslokaal.nl
• Kijk in Magister ELO - Bronnen - gedeelde documenten voor de planning tot de mei vakantie.

Speak to you next week!