§1.3 De zon als motor: luchtdruk en wind

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 
timer
3:00
Binnen is beginnen!
Binnen is beginnen!
  • Ga op je plek zitten,
  • Pak je ipad voor,
  • Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
  • Beantwoord de 5 geografische vragen van de openingsfoto met je buur aan je tafel
  • Wanneer de timer afloopt, is het stil!
1 / 23
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

Items in this lesson

Openingsfoto
Wat zie je?
Waar komt dit voor?
Waarom komt dit hier voor?
Is dit gewenst?
Komt dit overal zo voor? 
timer
3:00
Binnen is beginnen!
Binnen is beginnen!
  • Ga op je plek zitten,
  • Pak je ipad voor,
  • Ga naar lessonup en accepteer de uitnodiging,
  • Beantwoord de 5 geografische vragen van de openingsfoto met je buur aan je tafel
  • Wanneer de timer afloopt, is het stil!

Slide 1 - Slide

Beschrijving van de openingsfoto

Westerstorm

Hoofdstuk 1: 
Het weer en het klimaat


§1.3 De zon als motor: luchtdruk en wind

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Lesplanning 
Aanwezigheid en boekencontrole 

Mededelingen:  

Uitleg §1.3 'De zon als motor: luchtdruk en wind'

Maak van §1.3 'De zon als motor: luchtdruk en wind' vraag 1 t/m 6

Lesafsluiter: examenvraag

Vooruitblik op de volgende les

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen van deze les
  1. Hoe kun je op een weerkaart aan de hand van de isobaren zien waar de wind het hardst waait?
  2. Verklaar hoe hoge druk ontstaat
  3. Welke gevolgen heeft de verschil in luchtdruk?
  4. Welk overheersende windrichting kent Nederland?
Neem de vragen over en beantwoord ze tijdens de uitleg!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Examenvraag
Bron 1

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat weet jij nog van de vorige keer?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Luchtdruk
Luchtdruk: het gewicht van de lucht wat op de aarde drukt.
  • Meten        barometer
  • Eenheid       hectopascal (hPa), millibar(Mb)

Regel 1: Lucht stroomt ALTIJD van hoog naar Laag. 

Je voelt en ziet deze luchtstromen als wind!


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Hoe meet je luchtdruk?
A
Luchtdrukmeter
B
Barometer
C
Thermometer
D
Isobarenmeter

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Lucht stroomt altijd van
A
noord naar zuid
B
zuid naar noord
C
hoge luchtdruk naar lage luchtdruk
D
lage lucht druk naar hoge luchtdruk

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wind
Wind is verplaatsing van lucht tussen hoge druk gebied en lage druk gebied.

Regel: Hoe groter het verschil in luchtdruk, hoe harder het waait.

Dit kun je zien door lijnen van gelijke druk = isobaren. 
veel lijnen bij elkaar, groot luchtdruk verschil.
weinig lijnen bij elkaar, klein luchtdruk verschil.

De windkracht wordt gemeten op de schaal van Beaufort: Windkracht 1 t/m 12

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Lijnen van gelijke luchtdruk
heten
A
Isobaren
B
Isothermen
C
Isotopen
D
Isostaren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de hoge- en lage luchtdruk naar de juiste plek op de weerkaart
Hoge luchtdruk
Lage luchtdruk

Slide 12 - Drag question

This item has no instructions

Windrichting
Windrichting: Waar de wind vandaan komt  
  • Zeewind / aanlandige wind = wind waait van zee naar land.
  • Landwind / aflandige wind = wind waait van land naar zee.

Overheersende windrichting in Nederland is West/Zuidwest 
Deze wind brengt vochtige lucht van zee.
Daardoor valt er regelmatig neerslag.

Een kenmerk van het gematigd zeeklimaat is dat er elke maand in elk seizoen neerslag valt.


Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De overheersende windrichting in Nederland is
A
Noordenwind
B
Westenwind
C
Zuidenwind
D
Oostenwind

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Hoge druk 
Ontstaan hoge druk
1. Lucht komt van hoog uit de atmosfeer, daar is het zeer koud! (-50°C a -60°C)
2. Koude lucht is zwaar waardoor het daalt,
3. Lucht warmt op wanneer het daalt, wolken lossen hierdoor op.
4. Aan het aardoppervlak ontstaat er een overvloed aan luchtdeeltjes.

Weer bij een hoge drukgebied:
  • Mooi zonnig weer met geen bewolking.

boven de 1013 hPa = hoge druk gebied
Een hoge druk gebied wordt ook wel een maximum genoemd.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Lage druk
Ontstaan lage druk
1. Warme lucht stijgt op van het aardoppervlak 
2. Warme lucht is licht, waardoor het opstijgt
3. Lucht koelt af wanneer het opstijgt, hierdoor ontstaan wolken.
4. Aan het aardoppervlak zijn er minder luchtdeeltjes.

Weer bij een lage drukgebied:
  • Slecht weer met veel bewolking en kans op neerslag 

Onder de 1013 hPa = lage druk gebied
Een lage druk gebied wordt ook wel een minimum genoemd. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Werkvorm: Placemat
Benoem 3 feiten van de les
Stel 3 vragen aan je buurman/ vrouw over de stof
Benoem 3 begrippen van de les
Benoem 3 dingen die je nog niet wist 
Benoem 3 dingen van de vorige les 
Aantekeningen niet toegestaan!
timer
3:00

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk 
Wat?
§1.3 'De zon als motor: luchtdruk en wind' vraag 1 t/m 6
Hoe?
Zelfstandig in stilte
Hulp
Brein, Boek, Buur, Bureau 
Tijd
Timer

Daarna sluiten we af met een examenvraag

Klaar?
Maak de herhaling 
Of verdiep je: 
-Anders actief: Bronnen - Klimaten in de wereld afmaken
-Examentrainer extra afmaken
timer
10:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk 

Ik begrijp het wel
Extra oefenen 

Lastig?
Zelfstandig werken:
§1.3 'De zon als motor: luchtdruk en wind' 
vraag 1 t/m 6

Klaar? 
Anders actief: Bronnen - Klimaten in de wereld


Maak de herhaling

Klaar? 
Examentrainer extra
Extra uitleg van de docent
timer
10:00

Slide 22 - Slide

This item has no instructions


Slide 23 - Open question

This item has no instructions