Les I grof taalgebruik

Grof taalgebruik
Les wensen en grenzen 
In deze les...
  • Praten we over grof taalgebruik. 
  • Leren we over schelden, vloeken en uitschelden.
  • Heb je jouw eigen grenzen bepaald m.b.t. grof taalgebruik. 
1 / 23
next
Slide 1: Slide
MentorlesMiddelbare schoolvmboLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Grof taalgebruik
Les wensen en grenzen 
In deze les...
  • Praten we over grof taalgebruik. 
  • Leren we over schelden, vloeken en uitschelden.
  • Heb je jouw eigen grenzen bepaald m.b.t. grof taalgebruik. 

Slide 1 - Slide

Voorbereiding Docent: 
  • Lees de presentatie goed door. Het spreekt in algemene zin voor zich. 
  • Het is veel, red je het niet qua tijd, sla dan een stukje over. Voor de afsluiting zijn slide 29 & 30 wel belangrijk! 
  • Sta bij de stellingen niet al te veel stil, deze zijn puur om het e.e.a. te triggeren. 
Voordat we beginnen
  • We roepen geen scheldwoorden of vloeken door het lokaal, schoolregel! 
  • Blijven we respectvol naar elkaar. 
  • Scheldwoorden worden in deze les alleen als voorbeeld gebruikt. 

We starten met een aantal stellingen! 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Scheld of vloek jij dagelijks?
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Voelt het (achteraf) goed om te schelden / vloeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Zou je minder willen schelden / vloeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Ben jij wel eens uitgescholden?
A
Ja
B
Nee

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

Scheld jij wel eens iemand uit?
A
Ja
B
Nee

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Waarom grof taalgebruik?
Soms ben je gefrustreerd, en dan gebruik je een woord dat niet beschaafd is. Dit noem je een krachtterm.
Krachttermen gebruik je om iets duidelijk te maken naar jezelf (als je pijn hebt, dan verlicht een krachtterm de pijn) of naar anderen. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wat vind jij van
schelden?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Wat vind jij van
vloeken?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Soorten grof taalgebruik
Schelden = lelijke taal om iemand anders te kwetsen, dit kunnen allerlei woorden zijn met een negatieve lading (ziektes, seksuele woorden, racistische uitspraken)

Vloeken = religieuze woorden misbruiken, woorden die te maken hebben met een bepaalde geloofsovertuiging. 

Scheld je naar iemand toe, dan heet dit uitschelden

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Vloeken 
Vloeken kwetst niet alleen jezelf, maar ook anderen.

Denk na voordat je zomaar iets roept. Vaak ben je niet eens op de hoogte van de gevolgen van wat je roept. 


Bastaardvloeken zijn scheldwoorden die op vloeken lijken, maar een andere klank hebben: ''Jeetje,  gossie & getsie''. 


Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gebruik je wel eens bastaardvloeken?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Uitschelden
Uitschelden is iemand doelbewust kwetsen met lelijke woorden. 

  • Pesten. 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Slide 15 - Video

This item has no instructions

Waarom schelden we volgens het filmpje?
A
Omdat het mag.
B
Om de pijn te verlichten.
C
Om extra duidelijk te maken dat iets fout is.
D
Om iemand anders doelbewust te kwetsen.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Wat betekend het woord ''gay'' officieel?
A
Blijdschap
B
Kerstfeest
C
Vrolijk
D
Ouderwets

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Gebruik jij het woord Gay om iemand te kwetsen?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Schelden
Schelden doet bijna iedereen, jong en oud. Schelden wordt met veel soorten woorden gedaan. Denk aan ziektes, sekswoorden of geslachtsdelen. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Schelden met ziektes
Schelden met ziektes kan anderen enorm kwetsen. Ook als je iemand niet uitscheld. 

Hier op school schelden wij niet met ziektes! 


Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Terugblik
- Je kunt verschillende soorten grof taalgebruik onderscheiden. 
- Heb je ontdekt waar jij vaak mee scheld. 
- Ken je het verschil tussen schelden, uitschelden en vloeken. 

Als laatste onderdeel een aantal vragen waarin je jouw wens en/of grens bepaalt: 




Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Tips
  • Probeer grof taalgebruik altijd te voorkomen. 
  • Wil je toch grof taalgebruik zeggen, kies dan voor onschuldige termen of bastaardvloeken. 
  • Probeer iemand anders aan te spreken wanneer het volgens jou te ver gaat. 
  • Heb het er met elkaar over. 
  • Ga iemands grof taalgebruik niet na-praten. 




Slide 23 - Slide

This item has no instructions