A2A 10 oktober Formuleren H2 en Spelling H3 en H4

Welkom bij Nederlands
A2A 10 oktober - Formuleren H2, Spelling H3 en H4

Nodig: leesboek
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands
A2A 10 oktober - Formuleren H2, Spelling H3 en H4

Nodig: leesboek

Slide 1 - Slide

Lezen tot 09:15

Slide 2 - Slide

Scan de code en maak de quiz:

Slide 3 - Slide

Lesdoelen: 
  • Ik kan variatie in zinsbouw toepassen.
  • Ik kan het koppelteken correct gebruiken.
  • Ik kan het weglatingsstreepje correct gebruiken.
  • Ik kan  samenstellingen correct spellen.

Slide 4 - Slide

Varieer in zinsopbouw met O, P en A

O = onderwerp
P = persoonsvorm
A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)

De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.

Ik wil graag dat je gaat zitten. = OPA

Slide 5 - Slide

Varieer in zinsopbouw met O, P en A

O = onderwerp
P = persoonsvorm
A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)

De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.

Gisteren vroeg ik je om te gaan leren voor de toets. = APO

Slide 6 - Slide

Varieer in zinsopbouw met O, P en A

O = onderwerp
P = persoonsvorm
A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)

De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.

Zou je willen zitten? = POA, altijd een vraagzin!

Slide 7 - Slide

Varieer in zinsopbouw met O, P en A

O = onderwerp
P = persoonsvorm
A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)

De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.

Schrijf dit op! = PA, altijd gebiedende wijs! Geen onderwerp

Slide 8 - Slide

Varieer in zinsopbouw met O, P en A

O = onderwerp
P = persoonsvorm
A = ander zinsdeel (bijvoorbeeld een lv, bwb, mv)

De volgordes OPA, APO, POA en PA komen voor.

* Ik wil graag dat je gaat zitten. = OPA
* Gisteren vroeg ik je om te gaan leren voor de toets. = APO
* Zou je willen zitten? = POA, altijd een vraagzin!
Schrijf dit op! = PA, altijd gebiedende wijs! Geen onderwerp



Slide 9 - Slide

De leerlingen wisten het antwoord niet.
A
OPA
B
POA
C
APO
D
PAO

Slide 10 - Quiz

Heeft je vader de auto in de heg geparkeerd?
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 11 - Quiz

Mijn door de wol geverfde broer wast dat varkentje wel even.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 12 - Quiz



Neem dan wel een parasol mee!
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 13 - Quiz


Van mij kreeg Jan een tosti met ham, kaas, curry, nog meer kaas en sambal.
A
OPA
B
POA
C
APO
D
PA

Slide 14 - Quiz



De boodschap van Mark Rutte en Sigrid Kaag was erg hoopgevend.
A
OPA
B
POA
C
APO
D
PA

Slide 15 - Quiz


Waarom heb je mij niks verteld?
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 16 - Quiz

Denkt hij soms aan het feest van gisteren?

A
OPA
B
APO
C
POA
D
PAO

Slide 17 - Quiz

Zorg voor warme kleren als je in het bos loopt.
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 18 - Quiz

In de kantine van de voetbalclub danste Jim enthousiast. .
A
OPA
B
APO
C
POA
D
PA

Slide 19 - Quiz

Nu zelf aan de slag!
  • Maak de opdrachten Formuleren H2 in Planning (10 oktober).

  • Klaar? Werk aan Spelling H3.
timer
10:00

Slide 20 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
5:00

Slide 21 - Slide

Samenstellingen
Als je twee woorden aan elkaar plakt, krijg je een samenstelling: rug + zak -> rugzak

Soms heb je tussenletters nodig.

Slide 22 - Slide

Wat is een samenstelling?
Een samenstelling =
2 of meer woorden die worden samengevoegd tot 1 woord.

  • Bij sommige samenstellingen moet je een -n tussen de woorden plaatsen (bessensap)
  • Bij andere samenstellingen juist niet (beresterk).
  • Ook zijn er samenstellingen waarbij je een -s tussen de woorden schrijft (dorpskern).


Slide 23 - Slide

Tussenletters -en-
  • Als het eerste deel alleen een meervoud heeft op -en, gebruik je -en- als tussenletters:

  • Bananendoos
  • Schoenenwinkel
  • Kippensoep


Slide 24 - Slide

Tussenletter -s-
De S schrijf je als tussenletter wanneer je deze hoort.
Bijvoorbeeld:
dorpsplein
gespreksonderwerp

Deze samenstellingen schrijf je vaak automatisch al goed op gehoor.

Slide 25 - Slide

Tussenletter -s


Begint het tweede woord ook met een s- of s-klank, vervang dan het tweede woord om de tussenletter -s- te horen.


Bijvoorbeeld:

varkensstal / varkensvlees

Slide 26 - Slide

Tussenletter -e-
  • Het eerste deel is geen zn
  • Het eerste deel  heeft (ook) een meervoud op -s-
  • Het eerste deel heeft geen meervoud
  • Het eerste deel verwijst naar iets waarvan er maar één is
  • Het eerste deel versterkt een bijvoeglijk naamwoord

> in deze gevallen schrijf je alleen de tussenletter -e-.

Slide 27 - Slide

Schema tussenletter -e of -en

Slide 28 - Slide


Welk woord is een samenstelling?
A
kansrijk
B
hoopvol
C
belangrijk
D
hopelijk

Slide 29 - Quiz

Wat is geen samenstelling?
A
jongensboek
B
stadsschouwburg
C
gewitte
D
apetrots

Slide 30 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
kattenkruid
B
kattekruid

Slide 31 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
zonnebrand
B
zonnenbrand

Slide 32 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
bruidsluier
B
bruidssluier

Slide 33 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
fietserek
B
fietsenrek

Slide 34 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
tarwebrood
B
tarwenbrood

Slide 35 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
huilenbalk
B
huilebalk

Slide 36 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
rodenkool
B
rodekool

Slide 37 - Quiz

Wat is de juiste samenstelling?
A
ruggegraat
B
ruggengraat

Slide 38 - Quiz

Welke samenstellingen zijn goed?
A
Groentenwinkel, berensterk
B
Groentewinkel, beresterk
C
Groentenwinkel, beresterk
D
Groentewinkel, berensterk

Slide 39 - Quiz

Nu zelf aan de slag!
  • Maak de opdrachten in Planning (Spelling H3 + H4)

  • Klaar? Schrijf verder aan je verhaal
    of begin met leren / oefenen voor de SO.
timer
20:00

Slide 40 - Slide