Spreken, kijken, luisteren
1 / 49
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Slide
Welke 5 luister/tekstdoelen zijn er?
Slide 3 - Open question
Voorbeelden van informeren zijn:
A
Een make-up tutorial
B
Een aflevering van 'Ik hou van Holland'
C
Een politicus die over zijn partij vertelt.
D
Een filmpje van Freek Vonk over een slang
Slide 4 - Quiz
Noem een voorbeeld van een filmpje waarbij het luisterdoel 'activeren' is.
Slide 5 - Open question
Een ander woord voor 'amuseren' is:
A
iets snappen
B
vermaken
C
weten hoe je iets moet doen
D
kennis hebben
Slide 6 - Quiz
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Video
Wat was het luister/kijkdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren
Slide 9 - Quiz
Wat is de onderwerp van het filmpje van Freek Vonk?
Slide 10 - Open question
Waarom rijden ze niet achter de leeuwen aan?
A
Dan vallen leeuwen aan.
B
Dan jaag je ze op.
C
Dan verstijven ze.
D
Dan krijgen ze honger.
Slide 11 - Quiz
Hoe noem je een baby olifant?
A
een kuiken
B
een big
C
een kalf
D
een puppy
Slide 12 - Quiz
Hoeveel weegt een baby olifant ongeveer?
A
1 kilo
B
10 kilo
C
1000 kilo
D
100 kilo
Slide 13 - Quiz
Hoe heet het nest van een arend?
A
een nest
B
een horst
C
een huis
D
een vorst
Slide 14 - Quiz
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Wat is het luister/kijkdoel?
A
Informeren
B
Amuseren
C
Instrueren/instructie geven
Slide 18 - Quiz
Wat weet je na het kijken van dit filmpje?
Slide 19 - Open question
Met hoeveel personen speel je padel?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 20 - Quiz
Wat voor soort zool hebben padelschoenen?
A
een gladde zool
B
een geribbelde zool
C
een visgraatzool
D
maakt niet ui
Slide 21 - Quiz
Wat is een volley?
A
Als je de bal met jouw handen naar de overkant slaat.
B
Als je hem overspeelt naar iemand uit jouw eigen team.
C
Als je de bal overspeelt na 1 x stuiteren.
D
Als je de bal overspeelt zonder dat hij gestuiterd heeft.
Slide 22 - Quiz
Is de puntentelling hetzelfde als bij tennis?
A
ja
B
nee
Slide 23 - Quiz
Hoe speel je een tie break?
Slide 24 - Open question
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Video
Wat was het luister/kijkdoel?
Slide 28 - Open question
Slide 29 - Video
Wat was het luister/kijkdoel?
Slide 30 - Open question
Slide 31 - Link
Slide 32 - Slide
Wat is Tanja?
A
tijdprofessor
B
gedragsprofessor
Slide 33 - Quiz
Vul in:
Voor een kind van tien jaar duurt de tijd veel … dan voor een ouder iemand.
Voor een kind van tien jaar duurt de tijd veel … dan voor een ouder iemand.
A
korter
B
langer
Slide 34 - Quiz
Hoe komt dat?
Oudere mensen …
Oudere mensen …
A
… maken minder nieuwe dingen mee.
B
... maken meer nieuwe dingen mee.
Slide 35 - Quiz
Waar maakt Tanja gebruik van om te onderzoeken hoe mensen van verschillende leeftijden hun tijd besteden?
A
tijdschrift
B
tijdmeter
C
tijddagboek
D
tijdsbesef
Slide 36 - Quiz
Waar of niet waar?
Jonge kinderen kunnen heel moeilijk inschatten hoe lang vijf minuten duren.
Jonge kinderen kunnen heel moeilijk inschatten hoe lang vijf minuten duren.
A
waar
B
niet waar
Slide 37 - Quiz
Wie heeft rond half 3 geen tijd voor zichzelf?
A
Tom
B
Toon
C
Mevrouw Brandon
Slide 38 - Quiz
Hoe wordt de generatie van de kinderen die veel hobby’s hebben genoemd?
A
hobbygeneratie
B
nieuwe generatie
C
digitale generatie
D
achterbankgeneratie
Slide 39 - Quiz
Hoe veel echte piekmomenten hebben Nederlanders gemiddeld op een dag?
A
1
B
2
C
3
D
4
Slide 40 - Quiz
Waarom wordt tijdsonderzoek gedaan?
Slide 41 - Open question
Waar of niet waar?
Uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse kinderen het gelukkigst zijn van alle kinderen op de wereld.
Uit onderzoek blijkt dat de Nederlandse kinderen het gelukkigst zijn van alle kinderen op de wereld.
A
waar
B
niet waar
Slide 42 - Quiz
Hoe luister je actief naar een instructie denk je?
Noem 3 dingen
Noem 3 dingen
Slide 43 - Open question
Bij instructie geven
let je op:
let je op:
Slide 44 - Mind map
Slide 45 - Slide
Slide 46 - Video
Slide 47 - Video
Wat is het verschil tussen beide filmpjes?
Slide 48 - Open question
Welk filmpje vind je het duidelijkst?
Filmpje 1
Filmpje 2
