Voortplanting

Lesinhoud

Terugblikken op spieren, pezen en botten
+ rest theorie vorige week
Lesdoelen voortplanting
Uitleg anatomie en fysiologie m/v

1 / 48
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 4

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 8 min

Items in this lesson

Lesinhoud

Terugblikken op spieren, pezen en botten
+ rest theorie vorige week
Lesdoelen voortplanting
Uitleg anatomie en fysiologie m/v

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Soorten gewrichten 

  1. een kogelgewricht
  2. scharniergewricht,
  3. rolgewricht
  4. zadelgewricht
  5. straf gewricht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

wat is een voorbeeld van een zadelgewricht?
A
heup en elleboog
B
handwortelbeentjes
C
staartbeen en tenen
D
schouder en heup

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

wat is een voorbeeld van een kogelgewricht?
A
heup en elleboog
B
vingerkootjes
C
staartbeen en tenen
D
schouder en heup

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Kogel-
gewricht

scharnier-
gewricht
rol-
gewricht
zadel-
gewricht
eivormig
gewricht

Slide 5 - Drag question

This item has no instructions


Een voorbeeld van een rolgewricht is:
A
het bovenarmgewricht
B
het onderbeengewricht
C
de onderrug
D
het onderarmgewricht

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

wat is een voorbeeld van een scharniergewricht?
A
knie en elleboog
B
vingerkootjes en heup
C
staartbeen en tenen
D
schouder en heup

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Scharnier-gewricht
rol-gewricht
Kogel-gewricht

Slide 8 - Drag question

This item has no instructions

waar is deze afbeelding (rode delen) een voorbeeld van?
A
scharnier gewricht
B
rolgewricht
C
kogelgewricht
D
strafgewricht

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat weet jij al over de functie van spieren en pezen?

Slide 10 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn spieren?
Spieren zijn weefsels die beweging mogelijk maken. Ze kunnen samentrekken en ontspannen, wat zorgt voor beweging.

Slide 11 - Slide

Vertel de leerlingen dat ze aantekeningen moeten maken over wat spieren zijn.
Soorten spierweefsel
  • 3 typen spierweefsel
  • verschillen? Zoek in je boek welke verschillen en waarom?

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

  1. Hart spierweefsel 
  2. Glad spierweefsel
  3. Dwarsgestreepte spierweefsel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn pezen?
Pezen zijn sterke vezels die spieren aan botten bevestigen. 
Ze zorgen voor de overdracht van kracht van de spieren naar de botten.

Slide 14 - Slide

Zorg dat de leerlingen begrijpen dat pezen geen beweging mogelijk maken, maar enkel de kracht van de spieren overbrengen.
Verschillen tussen spieren en pezen
Het belangrijkste verschil tussen spieren en pezen is dat spieren beweging mogelijk maken, terwijl pezen kracht van spieren op botten overdragen.

Slide 15 - Slide

Vraag de leerlingen om het verschil in hun eigen woorden te beschrijven om te zien of ze het begrijpen.
Pezen
Om elke spierbundel zit een vlies.
Vliezen van alle bundels in een spier zijn aan het uiteinde samengegroeid tot één of meer pezen.
Spieren zitten met pezen vast aan de botten.
Dit zijn de witte delen aan het einde van de spier. 
Pezen zijn taaie, stevig en niet elastisch en kunnen zich niet samentrekken. 


Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Samenvatting
Spieren maken beweging mogelijk, terwijl pezen kracht van spieren op botten overdragen. 
Beiden zijn even belangrijk voor ons lichaam.

Slide 17 - Slide

Dit is een samenvatting van de belangrijkste punten van de les. Zorg dat de leerlingen deze begrijpen.
Welk type spierweefsel hoort NIET bij het autonome zenuwstelsel
A
Ademhalingsspieren
B
Hartspier
C
Dunne en dikke darm
D
Beenspieren

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

In welk bot bevindt zich veel rood beenmerg
A
Dijbeen
B
Ellepijp
C
Vingerkootje
D
Rib

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

De heup is een
A
Scharniergewricht
B
Zadelgewricht
C
Kogelgewricht
D
Rolgewricht

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe het allemaal begon! m/v

En God zei: 'Nu gaan Wij de mens maken, als beeld van Ons, op Ons gelijkend; hij zal heersen over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, over de tamme dieren, over alle wilde beesten en over al het gedierte dat over de grond kruipt.' [27] En God schiep de mens als zijn beeld; als het beeld van God schiep Hij hem; mannelijk en vrouwelijk schiep Hij hen. [28] God zegende hen, en God sprak tot hen: 'Wees vruchtbaar en word talrijk; bevolk de aarde en onderwerp haar; heers over de vissen van de zee, over de vogels van de lucht, en over al het gedierte dat over de grond kruipt.'
[29] En God zei: 'Hierbij geef Ik alle zaadvormende gewassen op de hele aardbodem aan jullie, en alle bomen met zaaddragende vruchten; zij zullen jullie tot voedsel dienen. [30] Maar aan alle wilde beesten, aan alle vogels van de lucht en aan alles wat over de grond kruipt, aan alles wat dierlijk leven heeft, geef Ik al het groene gewas als voedsel.' Zo gebeurde het. [31] God bekeek alles wat Hij gemaakt had, en Hij zag dat het heel goed was. Het werd avond en het werd ochtend; dat was de zesde dag.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Lesdoelen
# Je weet hoe de anatomische opbouw is van de geslachtsorganen m/v.
# Je weet hoe de fysiologische werking is van de geslachtsorganen m/v.
# Je weet wat de functie van de geslachtsorganen is.
# Je weet hoe de menstruele cyclus van de vrouw verloopt.
# Je weet hoe bevruchting plaats vindt en 'nieuw leven' ontstaat

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Functie geslachtsorganen

Stelt de mens in staat om zich te kunnen voortplanten.

Belangrijke rol in beleving van seksualiteit ongeacht je leeftijd!

(geslachtsorganen maken tevens deel uit van de uitscheidingsorganen)

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Mannelijke geslachtskenmerken
# Primaire kenmerken (vanaf de geboorte aanwezig)

1. de penis
2. de zaadballen / teelballen(testis/testikels)
3.de voorstandsklier (prostaat)
4. bijbal (epididymis)
5.zaadleiders (ductus deferens)

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Mannelijke geslachtskenmerken
# Secundaire geslachtskenmerken (ontwikkelen zich tijdens de puberteit onder invloed van geslachtshormonen)

1. volgroeide penis en testikels
2. lagere stem
3.meer spierweefsel
4. grotere en zwaardere botten
5. lichaamsbeharing (oksels,borst,schouder, rug,armen, rond geslachtsdelen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

primair
secundair

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Penis
# 3 delen van de penis

1.wortel= de basis waarmee hij aan het lichaam vast zit(os pubis)
2.schacht=het loshangende gedeelte van de penis
daarin 3 zwellichamen (2 boven en 1 rond plasbuis onder)
van sponsachtig weefsel verbonden met netwerk van slagadertjes
(bij opwinding stromen ze vol met bloed - erectie)het onderste zwellichaam mond uit in de eikel/glans
vergroot gedeelte van het zwellichaam wat tevens veel zenuwen bevat wat van belang is bij de seksuele opwinding
rond de eikel zit een huidflap de voorhuid
3 plasbuis (urethra) loopt door de penis waardoor de urine (en of sperma) het lichaam verlaat
(lengte penis is tussen 5-12 cm in slappe toestand)

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

balzak/scrotum
# tussen de penis en perineum
(gebied tussen balzaken anus)
buiten lichaam /buikholte lagere temperatuur ivm productie van zaadcellen
# huidplooi met daarin:
1.de zaadballen / productie zaadcellen en testosteron
2.de bijballen / opslag en verdere ontwikkeling vd zaadcellen, overgang van bijbal in zaadstreng ,begin van transport 
3. bloedvaten
4.zenuwen
5 zaadleider is omgeven door adertjes, slagadertjes en zenuwen = zaadstreng

twee zaadleiders vanuit elke testis 1 / ongeveer 60 cm lang!

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Prostaat
#ligt onder tegen de blaas om de plasbuis heen
# aanmaak prostaatvocht wat onderdeel is van het sperma
Bij orgasme trekt de prostaat samen waardoor blaas wordt afgesloten en vocht van prostaat samen met vocht uit zaadblaasjes (energiebron) en zaadcellen vanuit de zaadleiders (sperma) bij elkaar komen en  middels de penis het lichaam verlaat (zaadlozing)

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De man is dus naast wonderbaarlijk ook een complex wezen!

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Vrouwelijke gslachtskenmerken
Primaire kenmerken:

1. vulva (zichtbare deel van geslachtsorganen)
2. schede (vagina)
3. baarmoeder (uterus)
4. eierstokken (ovaria)
5.eileiders (tubae uterinae)

Slide 32 - Slide

This item has no instructions

Vrouwelijke geslachtskenmerken
Secundaire kenmerken ( ontwikkelen zich tijdens puberteit)

1. vulva , baarmoeder en eierstokken volgroeien
2. beginnen met menstrueren (cyclus)
3. borsten (mammae)
4.beharing oksels en rond geslachtsdelen
5. breder bekken
6. meer vet opgeslagen rond heupen en bovenbeen

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

primair
secundair

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Vulva
de zichtbare delen van geslachtsorganen:
1. venusheuvel (verhoogde deel rond schaambeen /os pubis)
meer vetopslag en plaats groei oa schaamhaar
2. schaamlippen (2x2) labia majora en labia minora
uitwendige grotere schaamlippen met zweet-,geur-,talg- en slijmklieren
inwendige kleinere schaamlippen / sluiten de vagina af en komen bovenaan bij elkaar samen in de clitoris, hier mond ook de plasbuis uit.
3. Dit gebied noem je ook wel de  voorhof



Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Vulva
4. clitoris bestaat uit een uitwendig klein gedeelte (knobbeltje) maar ook een groot niet zichtbaar deel wat rond de schaamlippen ligt 
gedeelte is zeer zenuwrijk en onder invloed van sexuale prikkeling kunnen de schaamlippen en clitoris opzwellen hebben een belangrijke rol bij de beleving van sexualitiet

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Vagina / schede
# verbinding tussen vulva(en buitenwereld) en baarmoeder

# zaadcellen moeten in de vagina zien te overleven onderweg naar de baarmoeder
# bij de menstruele cyclus verlaat via de vagina bloed en slijm uit de baarmoeder het lichaam
# maakt deel uit van het geboortekanaal (weke baringskanaal)
vandaar dat de wand van de vagina erg elastisch is
# melkzuurbacterien beschermen tegen infecties van de baarmoeder, eileiders en buikholte
(pas op met wassen met zeep en allerlei andere  middeltjes)

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Baarmoeder / uterus
# orgaan veel spierweefsel / in staat om uit te kunnen zetten
# baarmoederhals (cervix uteri) overgang tussen vagina en baarmoeder
# produceert veel dik slijm als bacteriebuffer
# Baarmoederlichaam (corpus uteri)
hol orgaan met aan binnenzijde slijmvlieslaag (endometrium) waarin mogelijk een bevruchte eicel zich in kan nestelen
deze laag wordt bij geen innesteling iedere 4/5 weken vervangen door nieuw weefsel (menstruele cyclus) dit onder invloed van hormonen de cyclus is dus hormonaal gestuurd!

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

Eierstokken / ovaria
# geslachtsklieren buiten de baarmoeder aan de binnenzijde van de buikholte (in het kleine bekken)
# in de eierstokken bevinden zich de eicellen ( 400000 follikels)
(eicellen worden niet aangemaakt maar zijn in ongerijpte toestand al aanwezig bij je geboorte - de follikels)
# normaliter 1 eiblaasje wat rijp wordt in de 4/5 weken dan noem je het een Graafse follikel en als deze openbarst komt de rijpe eicel vrij - eisprong (ovulatie)
# productie van vrouwelijke geslachtshormonen progesteron en oestrogeen

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Eileiders
# links en rechts aan de zijkant van de baarmoeder zit een 'buisje' / eileiders
# tussen eileiders en eierstokken zit een klein beetje speling/ruimte
# functie is het opvangen en vervoeren van de bevruchte of onbevruchte eicel richting baarmoeder en door de eileiders 'zwemmen' de zaadcellen richting de eicellen
#uiteinde van de eileider heeft vingerachtige uitsteeksels (fimbriae) deze vangen als het ware de gerijpte eicel op na de eisprong

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

vooraanzicht
zijaanzicht

Slide 41 - Slide

This item has no instructions

Menstruele cyclus

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Slide 43 - Video

This item has no instructions

De vrouw is dus naast wonderschoon ook een complex wezen

Slide 44 - Slide

This item has no instructions

Ontstaan van nieuw leven
#  bevruchting vindt plaats in de eileiders 
# alle factoren moeten gunstig zijn voordat nieuw leven ontstaat (zwangerschap is dus niet zo vanzelfsprekend)
# zwangerschap 40 weken
# hormonen zijn absoluut van invloed bij ontstaan en innesteling van de 'vrucht'.

Slide 45 - Slide

This item has no instructions

Slide 46 - Video

This item has no instructions

aan de slag met
verslag en woordenlijst

Slide 47 - Slide

This item has no instructions

Slide 48 - Slide

This item has no instructions